Kleren maken de man of vrouw, maar kleren maken het onze planeet ook knap lastig. Zo heeft fast fashion de twijfelachtige eer de tweede meest vervuilende industrie ter wereld te zijn. Zelfs voordat we onze kledingstukken dragen, wassen en strijken, hebben ze al een impact op het milieu gehad. Dit mode-ABC zet enkele begrippen op een rijtje rond duurzame consumptie en productie, én geeft tips voor een duurzame levensstijl. Want met Aandachtig, Bewust Consumeren kom je al een heel eind! 

De 26 begrippen in dit artikel zijn klikbaar, en verwijzen telkens naar een specifiek onderdeel op Close The Loop, de gids voor een circulaire mode-industrie.

Abaca… dabra? Abaca heeft inderdaad iets magisch! Aan deze bananensoort hebben we namelijk de manillahennepvezel te danken, die een pak sterker en lichter is dan hennep. Met zijn lange en fijngeweven structuur werd manillahennep oorspronkelijk gebruikt om touw te produceren, maar tegenwoordig doet het materiaal ook dienst als grondstof voor textiel, papier en zelfs meubels. Abaca is volledig biologisch afbreekbaar, waardoor het perfect thuishoort binnen de circulaire mode-industrie.

Biomimicry of biomimetica betekent eigenlijk ‘leentjebuur spelen bij Moeder Natuur’: deze filosofie beschouwt biologische fenomenen namelijk als inspiratiebron om menselijke toepassingen uit te vinden, te optimaliseren en duurzamer te maken. Biomimicry laat zich het beste uitleggen aan de hand van het voorbeeld van velcro of klittenband. Je hoeft de haakachtige structuur van de stekelnoot er maar naast te leggen om te zien waar de bedenkers van dit sluitingssysteem de mosterd haalden. Lees hier hoe de natuur de mode-industrie nog zoal op geniale ideeën bracht.

‘Cradle to Cradle’ betekent letterlijk ‘van wieg tot wieg’ en staat dus voor een cirkelbeweging waarbij producten van begin tot eind herbruikbaar zijn. Die cirkel ontstaat natuurlijk niet vanzelf, maar vereist een intensieve samenwerking tussen leverancier, producent, gebruiker en verwerker. Deze initiatieven zijn het levende bewijs dat het ‘Cradle to Cradle’-principe hand in hand kan gaan met de mode-industrie. 

Design for disassembly houdt de toekomst in het achterhoofd; meer bepaald een toekomst waarin producten gemakkelijk te demonteren zijn, zodat ze al even makkelijk opgeknapt of gerecycleerd kunnen worden. Dit betekent dat de ontwerper van bij het begin, aan het einde of de ‘hergeboorte’ van het product denkt, wanneer het uit elkaar gehaald en gesorteerd moet worden. Wear2 geeft het goede voorbeeld.

 

Ecodesign is doordacht design. En dat heeft een weerslag op elke productfase: van efficiënt materiaalgebruik over een lange levensduur tot recyclage- en herstelmogelijkheden. Om ecodesignen te vergemakkelijken, ontwierp OVAM de Ecolizer. Met deze tool kunnen ontwerpers en bedrijven de milieu-impact van hun producten meten én drukken. De OVAM-website biedt een schat aan informatie voor al wie meer wil weten over ecodesign.

24 april 2013: de gitzwarte dag waarop het Rana Plaza-gebouw als een kaartenhuisje in elkaar stortte. Dit fabriekscomplex werd hét symbool voor de miljoenen uitgebuite textielarbeiders die Bangladesh rijk is. Om hun lot te verbeteren en de mode-industrie een broodnodige injectie aan transparantie, duurzaamheid en ethiek te geven, werd 24 april wereldwijd herdoopt tot Fashion Revolution Day. Vanuit alle landen verschijnen dan foto’s van mensen die de labels van hun kleren tonen en de hashtag #whomademyclothes gebruiken. Voor ons mag het het hele jaar door Fashion Revolution Day zijn, maar met een Fashion Revolution Week zijn we ook al blij. De allereerste vindt dit jaar plaats.

De Global Organic Textile Standard – een hele mondvol, die iedereen dan ook dankbaar afkort tot ‘GOTS’ – is de internationale norm voor biologische kleding en textiel. Wie dit label wil behalen, moet de GOTS-normen respecteren doorheen de hele productieketen: van katoenboer tot naaiatelier. Meer weten? Op Labelinfo.be krijg je een handig overzicht!

Hennep is een echte held. Niet alleen groeit deze plant razendsnel; hij heeft daarvoor amper hulp nodig (kunstmest en pesticiden mogen hun boeltje pakken, en ook irrigatie is overbodig). Enkele indrukwekkende cijfers om de kwaliteiten van hennep in de verf te zetten… Een hectare katoen levert 300 tot 1.100 kilogram vezels op. Eenzelfde oppervlakte hennep zorgt voor 1.200 tot 2.000 kilo vezels. Bovendien gaat kledij gemaakt uit hennep vijf keer langer mee dan katoenen kleding. Leuke uitsmijter: hennep is biologisch afbreekbaar, waardoor het materiaal een bijzonder lage impact heeft.

 

Bij interaction design (kortweg IxD) of participatory design mag de consument zijn zegje doen. Dit soort design wordt met andere woorden getypeerd door de interactie tussen ontwerper en gebruiker. In de modesector spreekt men van co-design (interactie tussen ontwerper en consument) of user-interface (interactie tussen mens en computer). Het doel van IxD? Overconsumptie tegengaan. Zo kan een klant bijvoorbeeld zijn of haar voorkeur qua print en snit doorgeven aan de ontwerper.

Jute moet enkel katoen laten voorgaan op het lijstje van meest gebruikte natuurlijke vezels in de textielindustrie, en het is bovendien een van de goedkoopste. Het materiaal-met-de-prachtige-bijnaam (namelijk ‘the golden fiber’, vanwege zijn kleur en glans) kan tot ruwe en sterke draden gesponnen worden. En het vraagt daar helemaal niet veel voor terug: zo komen er bij het telen van de vezel zeer weinig kunstmeststoffen en pesticiden kijken. 

 

Klantenbinding of consumer engagement is het actief opbouwen, verzorgen en beheren van klantenrelaties. Merken die dit slim aanpakken, kunnen de loyaliteit en betrokkenheid van hun klanten opkrikken en hen zo mee op sleeptouw nemen richting een groenere toekomst. Neem nu Patagonia en Levi Strauss & Co. Deze succesvolle, duurzame bedrijven maken er een punt van om hun klanten continu te informeren over hoe ze hun energiegebruik binnen de perken proberen te houden gedurende het productieproces.

De Life Cycle Analysis is een methode die producenten inzicht geeft in de potentiële totale milieubelasting van een product, en die alternatieve materialen aanreikt. Nudie Jeans is alvast fan. Het Zweedse merk integreert het circulaire denken in de volledige Life Cycle van al haar broeken. De Life Cycle Analysis zelf eens aan een analyse onderwerpen? Alle info vind je op Close The Loop!

 

MVO staat voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen, kiezen er bewust (én vrijwillig) voor om omgevings- en sociale factoren centraal te zetten – zowel in hun werkwijze als in hun interactie met stakeholders. Concreet komt dit neer op een zogenaamde ‘triple P’-benadering, waarbij profit, people en planet allemaal evenveel gewicht krijgen. MVO hecht met andere woorden net zo veel belang aan het naleven van sociale en ecologische criteria als aan economische prestaties. Lees meer over MVO op Close The Loop of MVO Vlaanderen.

Netwerk Bewust Verbruiken is een initiatief dat mensen wil inspireren en aanmoedigen om duurzaam te gaan leven. Consuminderen is niet zomaar een modewoord: door spullen te hergebruiken, te herstellen en te delen, kun je je aankopen op een eenvoudige manier beperken en de waarde van bezit in vraag stellen. Want ‘less is more’, toch?

Oeko-Tex is een internationale vereniging van onderzoeks- en testinstituten die zich inzetten voor een duurzamere productie en meer productveiligheid in de textielindustrie. De organisatie deelt ook haar eigen kwaliteitslabel uit, maar onderwerpt kandidaat-merken daarvoor wel eerst aan een hele batterij strenge testen. Alleen wanneer het gecontroleerde textiel vrij is van stoffen die een gezondheidsrisico vormen, krijgt het het ‘Oekotex 100’-label opgeplakt.

‘Planned obsolescence’ verwijst naar het betreurenswaardige feit dat veel producten bewust zo gemaakt worden dat ze niet lang meegaan. Een geniepige manier om consumenten sneller aan te zetten (lees: te verplichten) tot een nieuwe aankoop. Binnen de circulaire economie is er uiteraard geen plaats voor zo’n planned obsolescence, maar enkel voor ontwerpen met een lange levensduur. Wil je weten hoe je je businessmodel kan combineren met producten die lang meegaan? Duik in Close The Loop!

 

‘Melk is goed voor elk’, zo luidt de slogan. En toch wordt er jaarlijks maar liefst 1,9 miljoen ton melk weggegooid in Duitsland alleen al. Toen het Duitse bedrijf Qmilk GmbH op zoek ging naar een textielvezel die geen chemische behandeling nodig had en ook geen allergische reacties kon veroorzaken, viel de puzzel plots in elkaar. Het Qmilk-team besloot aan de slag te gaan met melkeiwitten (het dierlijke eiwit caseïne, om precies te zijn) en ze te transformeren tot biopolymeren voor textiel. Voor een kilo Qmilk-textiel is amper twee liter melk nodig, dus er blijft nog meer dan voldoende van het witte goud over om op te drinken!

Benieuwd hoe ‘groen’ je favoriete merk is, of het label waarbij je net nieuwe schoenen kocht? Op de internationale website rankabrand.nl kan je niet alleen kledingmerken vergelijken op het vlak van duurzaamheid, maar diezelfde oefening ook doen voor reizen, elektronica en telecom. Als non-profitorganisatie helpt Rank a Brand de consument om een verantwoorde keuze maken bij elke nieuwe aankoop. En dat is dan weer een hart onder de riem van merken die op een duurzame manier te werk gaan.

 

De Schone Kleren Campagne (SKC) hangt naar eigen zeggen ‘de vuile was’ van de kledingindustrie buiten en volgt verschillende pistes om de huidige situatie te verbeteren. Ten eerste spoort SKC bedrijven aan om hun verantwoordelijkheid op te nemen en hun werknemers veilige arbeidsomstandigheden te bieden. Ten tweede ijvert de Campagne voor wetten die meer transparantie opleggen aan kledingbedrijven. Ten derde wil dit initiatief de consument beter informeren en hem doen stilstaan bij de nieuwe kleding die hij zich al te vaak achteloos aanschaft.

Tencel® is de merknaam van Lyocell, een kunstvezel die gemaakt wordt van – even inademen… – snelgroeiende eucalyptusbomen in verantwoord beheerde, duurzame bossen met het FSC-keurmerk. Het begin zit dus alvast goed! Maar daar stopt het niet bij. Zo kunnen de chemicaliën die tijdens de productie nodig zijn, vrijwel volledig hergebruikt worden (tot wel 99,6% !). Het zal je niet verbazen dat Tencel® graag gebruikt wordt door duurzame ontwerpers. Het materiaal voelt heel zacht aan, maar is tegelijk oersterk en duurzaam. 

 

Afgedankte of onbruikbare materialen omtoveren tot iets nieuws dat vaak nog méér waarde heeft en er beter uitziet? Dat is upcycling! Ook in de modewereld wordt er duchtig ‘geupcycled’: overtollige stukken stof transformeren er zo tot textiel van betere kwaliteit. Afval dat normaal op de vuilnisbelt zou belanden, krijgt nu een nieuwe, duurzame functie. Het bespaart je geld en het spaart het milieu. Twee vliegen in één klap dus!

Dierenhuid wordt 'gelooid' om er leer van te maken, maar aan dat looingsproces komen er vaak erg schadelijke chemicaliën (zoals chroom) te pas. 'Vegetaal' of 'plantaardig' gelooid leer schakelt die schadelijke stoffen uit en gebruikt natuurlijke ingrediënten (afkomstig uit verschillende soorten planten) als alternatief! Benieuwd welke 'natuurlijke' alternatieven je zoal nog in je proces kan verweven? Ontdek het op Close The Loop!

 

Waardevermindering of downcycling is de trieste aftakeling van een grondstof. Zo’n degradatie of kwaliteitsverlies komt neer op een gebrek aan zuiverheid: de gerecycleerde stof bestaat uit te veel verschillende vezelsoorten. De beste manier om die fout te vermijden, is je te beperken tot één materiaal. Betere keuzes maken en aan upcycling doen? Close The Loop helpt je op weg!

Fast fashion-ketens domineren vandaag de dag het straatbeeld, en hun boodschap is duidelijk: koop zo veel mogelijk kleding voor zo weinig mogelijk geld. De slow fashion-beweging krijgt grijze haren van dat soort massaconsumptie en de wegwerpmaatschappij die ermee gepaard gaat. Zij ijveren voor kleding die mens en milieu respecteert, en die ambacht en kwaliteit op een voetstuk plaatst. Mee aan die kar trekken is makkelijker dan je misschien denkt. Koop bewust, of koop bewust eens ‘helemaal nix’ om actie te voeren tegen het platte consumentisme.

 

Yihaa voor yulex, een 100% plantaardig rubber, afkomstig van de guayuleplant. Alsof biorubber nog niet genoeg is om voor te juichen, wordt ook de biomassa die overblijft van de guayule tot de laatste gram goed benut: om warmtekrachtinstallaties te doen draaien en bouwmaterialen mee te maken. Een schoolvoorbeeld van ‘zero waste’! Dat is ook Patagonia niet ontgaan: het merk verving in 2016 maar liefst 60% van het neopreen in haar wetsuits door yulex.

Een duizelingwekkende 15% van alle gebruikte textiel in de mode-industrie wordt als afval beschouwd. De ‘zero waste design’-beweging wil deze enorme verkwisting resoluut de kop indrukken. Hun alternatief? Afvalvrije kledingstukken, waarbij weinig of zelfs helemaal geen textiel wordt verspild. De EcoChic Design Award geeft hen een duwtje in de rug. Deze wedstrijd inspireert opkomende designers om duurzame mainstreamkledij te maken en daarbij zo weinig mogelijk stof op de afvalberg te doen belanden.