Going East. De naam klinkt exotisch, hoewel hij werd bedacht in België, na een verre reis naar Azië. Met de oosterse filosofie en het respect voor materialen in hun achterhoofd, rijgen interieurarchitecten Michiel Mertens en Anaïs Torfs het ene na het andere project aan elkaar.

Anaïs Torfs

Anaïs Torfs

Michiel Mertens

Michiel Mertens

Van interieurs voor horecazaken tot privéresidenties: hoe zou jullie je stijl het best omschrijven?

Anaïs: Eerlijk. We gebruiken altijd lokale, natuurlijke materialen, die we laten zien zoals ze zijn. We proberen ze zo weinig mogelijk te manipuleren.

Michiel: Wat we vaak horen, is dat mensen ons internationaal vinden en dat ze in onze interieurs het gevoel krijgen op vakantie te zijn. Wat dat concreet betekent, weet ik niet. Allicht heeft het te maken met de sfeer. We zoeken wel altijd de imperfectie op. Het mag niet té afgelikt zijn. Er moet geleefd worden.

Jullie zijn een koppel en werken ook samen. Zijn jullie taken afgebakend?

Michiel: Eigenlijk doen we alles samen. We discussiëren over elk detail.

Anaïs: Het voordeel van als koppel te werken, is dat je doodeerlijk tegen elkaar kunt zijn.

Michiel: Ik neig meer naar het architecturale, het ruimtelijke en het planmatige, terwijl Anaïs zich meer over de invulling en de sfeerschepping ontfermt.

Anaïs: De inrichting gaat vaak over een gevoel, een beleving die we moeten vertalen in de ruimte.

Naast architecturale totaalprojecten en interieurs maken jullie ook meubels. Is vormgeving iets wat jullie verder willen uitbouwen, of richten jullie je meer op architectuur?

Michiel: Als interieurarchitecten werken we van buiten naar binnen en denken we na over de ruimte. Vaak gaat dit over structurele ingrepen. Meubilair komt er pas in laatste instantie bij kijken. Vroeger bracht ik soms meer tijd in het atelier door dan aan mijn computer en op de werf. Het ontwerpproces kan lang duren en je kunt dit niet altijd doorrekenen aan je klant. Ik wilde alles zelf doen: van ontwerp tot uitvoering.

Anaïs: Los van interieurs zijn we meer geëvolueerd naar totaalarchitectuur en hebben we heel wat gespecialiseerde aannemers en schrijnwerkers leren kennen, die heel goed begrijpen welke feeling we in het maatwerk voor onze projecten willen leggen. Zo kunnen wij ons focussen op de rest van de inrichting.

Michiel: We ontwerpen een stoel, omdat we binnen een project een stoel nodig hebben die we nergens anders kunnen vinden. Voor elk project maken we unieke stukken, wat maakt dat je ze ook maar één keer zult zien.

Hebben jullie plannen naar uitbreiding?

Anaïs: Onze grote droom is wel om alle kennis in huis te houden en het atelier terug een plaats te geven in onze werking.

Michiel: Helaas hebben nu niet veel tijd om prototypes te ontwerpen.

Anaïs: We proberen onze opdrachten zorgvuldig te kiezen. Kwaliteit primeert hier echt wel op kwantiteit. We vinden het belangrijk dat we geloven in wat we brengen, en geloven in wat de klanten willen brengen. Nu we ook meer en meer werken op de privémarkt, merken we dat het belangrijk is dat je vanaf de start een goede connectie moet hebben met klanten. We gebruiken amper social media, omdat de mond-tot-mondreclame prima z’n werk doet. Nieuwe klanten weten ons altijd wel te vinden.

Michiel: Onze job is enorm gevarieerd en dat hebben we nodig.

Wat is belangrijker binnen jullie sector: de opleiding of de ervaring?

Michiel: Ik ben opgeleid als interieurarchitect, maar ik heb ook ervaring opgedaan in de bouwsector, in het bedrijf van mijn nonkel.

Anaïs: Dat laatste heeft veel voordelen, omdat Michiel weet hoe iets in elkaar steekt en meer begrip heeft voor handenarbeid.

Michiel: Ik kan het werk beter inschatten. Aan studenten raad ik aan om ervaring op te doen in de bouwsector. Het is niet voldoende om een werf te bezoeken. Je moet je handen ook echt vuilmaken. Ervaring komt in je job altijd van pas.


Dit interview werd afgenomen naar aanleiding van Antwerp.Works, het festival rond creatief ondernemen dat plaatsvond eind september 2016. Foto's © Bart Kiggen