Het beeld van de modellen die gracieus door de met bloemen beklede ruimtes van een statig pand defileren, staat wereldwijd bij miljoenen mensen in het geheugen gegrift. Hoewel die samenwerking met Raf Simons voor Dior Mark Colle wereldfaam bezorgde, vind je hem het gros van de tijd nog steeds in zijn bloemenwinkel Baltimore in hartje Antwerpen.

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe artikels in dit magazine? Schrijf je in op onze nieuwsbrief!

© Karlijne Geudens

© Karlijne Geudens

Wie is Mark Colle?

  • geboren in 1978
  • baat sinds 2007 de Antwerpse bloemenzaak Baltimore uit
  • werkte in 2011 voor het eerst met Raf Simons voor de Jil Sander-show
  • verzorgde in 2012 en 2014 met Raf Simons de Dior-modeshows
  • ontwierp in 2019 een installatie voor de presentatie van de nieuwe stoffen van Raf Simons voor Kvadrat tijdens Salone del Mobile in Milaan
  • www.markcolle.com

Hoe ben je in de wereld van de bloemen terechtgekomen?

Als puber was ik nogal rebels, waardoor ik op mijn vijftiende ben gestopt met school. Heel toevallig kwam ik daarna via een leercontract tot florist in een Gentse bloemenwinkel terecht. Het was dus eerder een happy accident dan liefde op het eerste gezicht. Tegelijk merkte ik wel snel dat ik mijn creativiteit kwijt kon via de bloemen. Hoewel ik soms andere zaken heb geprobeerd, ben ik altijd terug in de bloemen beland. Zo werkte ik onder meer een tijd in de Amerikaanse stad Baltimore, waaraan ik twaalf jaar geleden de naam van mijn zaak heb ontleend.

© Karlijne Geudens

Heb je in die twaalf jaar moeilijke momenten gekend?

Eigenlijk liepen de zaken vanaf dag één goed. Misschien kwam dat omdat mijn eerste winkel in het modekwartier rond de Nationalestraat lag. Al was dat op zich geen bewuste keuze, want voor ik samenwerkte met Raf vond ik de modewereld eerder oppervlakkig.

Daarnaast heb ik vooral van in het begin mijn eigen pad gevolgd. Alles wat ik doe, is ingegeven door mijn buikgevoel. Persoonlijk denk ik ook dat dat de enige manier is om jezelf te stimuleren en om telkens opnieuw creatief uit de hoek te komen. Je hebt een portie onbezonnenheid en koppigheid nodig en af en toe moet je een risico durven nemen.

Uit je comfortzone treden en eens op je bek gaan, is niet erg.

Doorheen de jaren heb ik op die manier een bepaalde signatuur neergezet, waardoor mensen weten wat ze van me kunnen verwachten.

Waaraan kunnen we een boeket van Mark Colle dan herkennen?

 

Klanten die al op voorhand zeggen dat ze gele bloemen of anjers niet mooi vinden, daar trek ik me doorgaans weinig van aan.

Vrijheid is voor mij een enorm hoog goed. Ik wil dat mensen met een open geest naar de wereld kijken. Voor mij bestaan er geen lelijke bloemen. En degene die minder geliefd zijn, zoals dahlia’s of anjers, daar hou ik het meest van. Al heb ik gelukkig een clientèle kunnen opbouwen dat die visie net apprecieert en houdt van mijn eerder flamboyante stijl.

© Karlijne Geudens

Daarnaast blijf ik vooral erg trouw aan mezelf.

Ik hou me totaal niet bezig met trends en snap ook niet goed van waar die plots komen.

Daarom volg ik ook niet wat sommige collega’s op sociale media posten. Al kan ik het, bij wijze van guilty pleasure, soms toch niet laten om te checken wat er in de bloemenwereld gebeurt.

Tegelijk zijn de projecten die ik met Raf heb gedaan achteraf zelf trends geworden, zoals de bloemstukken die net als een kunstwerk in een vitrine werden gepresenteerd of de bloemenmuur voor Dior. Hoewel die laatste ongetwijfeld mijn grootste opdracht ooit was, was de show van Jil Sander emotioneler. Niet alleen omdat het mijn eerste grote project was, maar ook door de geruchten rond het vertrek van Raf bij het Duitse merk.

© Karlijne Geudens

Hoe zorg je ervoor dat je medewerkers binnen eenzelfde stijl werken?

Aangezien alles vanuit mijn buikgevoel vertrekt, is dat niet altijd zo makkelijk. Tegelijk geeft de aankoop van de bloemen al een bepaalde richting en stijl aan en dat doe ik nog altijd twee keer per week zelf. Naast de minder traditionele bloemen kies ik vooral voor heel veel kleur. Ik vind het nog altijd straf hoe bloemen met hun kleur en geur de zintuigen aanspreken en mensen oprecht blij kunnen maken. Eenmaal de bloemen hier in de winkel staan, laat ik mijn medewerkers vrij om er hun eigen ding mee te doen. Soms leer ik daardoor ook iets bij van hen.

Sinds je zes jaar geleden voor Dior werkte, krijg je van overal ter wereld opdrachten. Hoe combineer je die met het runnen van de winkel?

Dat is niet altijd eenvoudig.

Als er hier in de winkel een mevrouw blijft dubben over welke drie bloemen er nu het best samen passen en je weet dat er op het bureau een opdracht van 60.000 euro dringend moet worden afgewerkt, dan is dat soms lastig.

Tegelijk kan het evengoed gebeuren dat je veel meer voldoening haalt uit een boeket dat je maakt voor een jongeman die er het meisje op wie hij een oogje heeft mee wil verrassen, dan uit zo’n grote opdracht. Vooral in de Verenigde Staten hebben mensen niet altijd de finesse om te zien hoe we onze creaties tot in de details afwerken. Daardoor bleef ik vroeger af en toe achter met een onvoldaan gevoel. Door ouder te worden heb ik geleerd om dat los te laten.

Daarnaast is het belangrijk om je voor die grote buitenlandse opdrachten te laten bijstaan door een team dat bijvoorbeeld de douane regelt of je wegwijs maakt in de lokale bloemenmarkt. In India mocht ik bijvoorbeeld geen bloemen importeren, waardoor ik de week voordien voor één dag naar daar ben gevlogen om het lokale aanbod te checken.

© Karlijne Geudens

Maken die grote opdrachten het financieel mogelijk om de winkel open te houden?

Ze maken het zeker makkelijker. Al waren er de laatste maanden niet zoveel aanvragen, waardoor de bloemenwinkel weer de belangrijkste bron van inkomsten werd. Bovendien zorgt de winkel ervoor dat ik met de voetjes op de grond blijf en heb ik hier altijd mijn bezigheid. Al heb ik nog nooit de afweging gemaakt hoeveel de winkel me kost en hoeveel ik ermee verdien. Dat geldt eigenlijk voor alles wat ik doe: ik kan met de hand op het hart zeggen dat ik nog nooit iets gedaan heb om geld te verdienen. Het plezier van het doen komt op de eerste plaats. Ook al is het fysiek soms zwaar en wordt het soms bijna onmogelijk om aan de eisen van bepaalde mensen te voldoen. In die zin ben ik een zeer slecht voorbeeld qua ondernemerschap.