Kwaliteit is een kompas voor duurzaam design. Goede ontwerpen dwingen respect af. Je gaat er zorgzaam mee om, ze worden langer en beter bewaard en je bent bereid om er iets meer voor te betalen. Over kleuren en smaken mag je discussiëren, over goed design niet. Wij laten vier stemmen aan het woord die het roerend eens zijn: designexpert Inge Vranken, meubelmaker Casimir,  Jens Versprille van Rufus Gallery en Kelly Claessens van winkel La Fabrika. 

Inge Vranken: “Zonder goed ontwerp heeft het geen zin om over duurzaamheid te spreken”

Inge Vranken

Inge Vranken © Tom Suykerbuyk

Sep Verboom

Sep Verboom

Voor designkenner Inge Vranken is ‘goed design’ de basis. Als promotor bij Design Vlaanderen (vandaag Flanders DC) ervoer ze dat enkel kwaliteit succes kan garanderen. Hoewel oordelen ook subjectief is, geloofde ze altijd in een referentiekader. “Naast mijn persoonlijke intuïtie vertrok ik van tien principes zoals Dieter Rams ze ooit formuleerde: Goed design heeft impact, is zinvol, vernieuwend, functioneel, gebruiksvriendelijk, vormelijk weldoordacht, milieuvriendelijk en duurzaam, niet opdringerig, professioneel afgewerkt en met respect voor de gebruikte technieken en materialen. Uiteraard weegt het ene criterium meer of minder door naargelang het product industrieel, ambachtelijk of servicegericht is, maar ze zijn wel toepasbaar op alle praktijken. Bij de beoordeling stel ik mij eerst de vraag of het ontwerp zinvol is, een meerwaarde biedt ten overstaan van het vergelijkbare op de markt. De zoveelste tafel of stoel hoeft niet voor mij. Voor unieke objecten betekent het dat ze je emotioneel raken, verrassen of ontroeren.”

“Goed design verantwoordt een hogere prijs. Er gaat grondig onderzoek aan vooraf en de uitvoering beoogt duurzaamheid. Vaak blijkt dit op langere termijn een betere investering.” Omgekeerd reflecteert de prijs helaas niet altijd de kwaliteit, merkt Inge op: “Er is ook veel middelmatig en weinig kritisch design. Kwaliteit garandeert duurzaamheid. Zonder goed ontwerp blijft een zogezegd ecologisch product toch een kort leven beschoren. Een door gebruikers gedragen dienst of een gewaardeerd product heeft sowieso een langere levensverwachting. En voor een object dat je koestert, zal je lang zorg dragen. Het is net dat lange leven dat het duurzame in zich draagt. Circulariteit sluit erbij aan. De verantwoordelijkheid van een producent stopt niet bij de verkoop. Ik hecht veel belang aan de impact van design, want het kan een oplossing zijn of iets in beweging zetten.”

“Vroeger was er vooral aandacht voor het product an sich, nu zijn het inclusieve traject dat eraan voorafgaat en het verhaal erachter even belangrijk. Co-creatie is de toekomst, tussen designers onderling, met bedrijven, maar zeker ook met kennisinstellingen en creatieve denkers uit andere sectoren, en uiteraard met de gebruikers en iedereen die erbij betrokken is. Het resultaat wordt zinvoller én duurzamer omdat het inclusief en dus meer gedragen is. Sep Verboom is voor mij een mooi voorbeeld van de nieuwe designer die maatschappelijk verandering wil brengen, een betere wereld wil voor iedereen, maar daarbij goed beseft dat hij dat niet alleen kan, en als verbindende schakel de nodige samenwerkingen aangaat.”

“Goed design heeft impact, is zinvol, vernieuwend, functioneel, gebruiksvriendelijk, vormelijk weldoordacht, milieuvriendelijk en duurzaam, niet opdringerig, professioneel afgewerkt en met respect voor de gebruikte technieken en materialen.”

Inge Vranken,

Designexpert en curator


Casimir: “Ik hou van meubels en kleding, maar niet van design en fashion”

Casimir

Casimir © Filip Naudts

Wall cabinet, Casimir

Wall cabinet, Casimir © Jean Van Cleemput

Casimir is als ontwerper het prototype van een maker met aandacht voor kwaliteit. Zijn oeuvre liegt er niet om. De voorbije dertig jaar liet hij de trends links liggen en ontpopte zich tot een meester in het maken van tijdloze ambachtelijk vervaardigde eikenhouten objecten en meubels. Hij noemt zichzelf ook liever meubelmaker dan designer. Tegen de stroom in kiest hij resoluut voor authenticiteit.

“Het label kwaliteit wordt voor mij gemarkeerd door duurzaamheid, materiaalgebruik en arbeidsmethodiek. Ik hou vooral van trage dingen. De tijd zal immers uitwijzen wat waardevol is. Bij trends heb ik vooral het gevoel dat ze gestuurd worden door de industrie. Ik hou van meubels en kleding, maar niet van design en fashion. Het ene meet zich een grote snelheid aan, het andere is vrij van tijd. Jaarlijks een nieuwe meubeltrend? Dat is toch je reinste onzin. Voor mij is dat eerder een laagje maquillage zonder enige conceptuele of diepere betekenis. Die ‘vormpjes’ staan haaks op kwaliteit. Sinds het een hip begrip werd, lijkt design vooral een term om kunstmatig een meerprijs te kunnen verantwoorden.”

“Degelijkheid is een rode draad in mijn werk. Iets wat langzamer gebouwd wordt, heeft vaak ook een mooiere manier van rijpen. Als vakman mag ik kritisch zijn. De industrie verkondigt heel wat fabels, zoals ‘massief werkt’, wat verwijst naar het vervormen, krimpen of uitzetten van hout. Dit ter aansporing van plaatmateriaal. Maar dat is slechts een dun laagje van wat een meubel zou kunnen zijn. Het is maar zoveel waard als de dikte ervan. Kras je erdoor, dan komt het fake verhaal aan de oppervlakte. Wil je relevant zijn, dan moet je kwalitatief zijn. En relevantie gaat samen met authenticiteit.”

“Ook duurzaamheid is voor velen slechts een etiket en net zoals design een gestolen woord. Hoe kan iets ecologisch zijn als je het na één of twee jaar moet vervangen? Bovendien geeft de industrie bijna een reden om het te vervangen. Want er wordt ons verteld dat het niet meer de gangbare trend is. Mag ik mij daartegen afzetten? Ik streef naar producten die zichzelf waarmaken. Niet iedereen hoeft op dezelfde manier naar de dingen te kijken. De ene heeft een culinaire affiniteit, de andere is sportief. Vele van mijn klanten denken inhoudelijk en bewust kwalitatief. Sommigen vragen na twintig jaar hun tafel een make-over te geven. Dat is het mooie aan massief.”

"Vele van mijn klanten denken inhoudelijk en bewust kwalitatief. Sommigen vragen na twintig jaar hun tafel een make-over te geven. Dat is het mooie aan massief.”

Casimir,

Ontwerper


Jens Versprille

Jens Versprille © Allt

Louise Daneels, Rufus Gallery

Louise Daneels, Rufus Gallery © Allt

Met een frisse wind in het circuit neemt Rufus Gallery onder andere makers van sterk grafisch werk onder de artistieke vleugels. Het begon voor eigenaar en grafisch vormgever Jens Versprille vanuit een persoonlijke passie: “Hoewel grafische vormgeving ons leven kleurt, wordt het tonen ervan in een galeriecontext door sommigen als vreemd gepercipieerd. Er zijn weinig podia of aandacht voor deze niche die nog te veel miskend wordt. Ik haalde mijn mosterd deels in Londen, waar ik vijftien jaar geleden al merkte dat grafisch ontwerp een galerie verdient. De Belgische afzetmarkt is misschien klein, maar het publiek is groeiend. Misschien moet een Belg nog wat opgevoed worden qua grafisch ontwerp in een galeriecontext.”

Met een herkenbaar DNA heeft Jens’ galerie een eigen gezicht. “Een galerie moet zich door haar kunde én identiteit differentiëren van andere. Rufus is het verlengde van mijn persoonlijkheid. Ik wil een kwalitatief discours ontwikkelen en een sterk verhaal uitdragen. Aan LUCA School of Arts, waar ik lesgeef, ervaar ik onder de studenten een groeiende techniciteit in de breedte. Al lijkt er ook veel op elkaar. Pinterest is zowel een zegen als een vloek. Je zoekt er inspiratie, maar weet soms niet dat het werk is van een toonaangevend vormgever. Er is nood aan een breed referentiekader. Iedereen schuimt dezelfde kanalen af, terwijl je beter eens in een bos gaat wandelen. Het is een uitdaging om talent te detecteren uit het ruime aanbod. Uiteraard spot ook ik veel online, maar ik noem dat scrollen en selecteren zonder inhoud.”

“Ik programmeer artiesten met een grafisch fundament en wil daarbij op de verrassing inspelen, met nieuw talent dat nog niet in een groter galeriecircuit is opgenomen. Ik steek mijn voelsprieten uit en ontdek graag wat de aankomende generatie brengt. Ik wil sterke keuzes maken en streef ernaar om met mijn galerie op termijn een keurmerk te worden, een kwaliteitslabel voor sterk grafisch werk.” Met zijn selectie toont Jens in wie hij gelooft en wie volgens hem een breed publiek verdient. “Ik start met een goed gesprek. Dat maakt iemand geen beter ontwerper, maar ik voel snel aan of iemand een onweerstaanbare drang heeft om te creëren. Je wordt geen ontwerper, je bent het of niet. In combinatie met de techniciteit vind ik dat een grote troef. Ik wil niet enkel weten wat iemand maakt, maar ook waarom. In the end verkoopt goed werk zichzelf, maar je moet wel de juiste mensen naar jouw galerie krijgen en zelf het goede werk brengen.”

"Een galerie moet zich door haar kunde én identiteit differentiëren van andere. Rufus is het verlengde van mijn persoonlijkheid."

Jens Versprille,

Oprichter Rufus Gallery


Kelly Claessens, La Fabrika: “Een slim ontwerp doet niets overbodigs om een product functioneel te maken”

Kelly Claessens

Kelly Claessens © Sam Gilbert

La Fabrika

La Fabrika © The Fresh Light

La Fabrika is een begrip en als interieurzaak een keurmerk met een persoonlijke mix van designklassiekers en vernieuwende producten. Eigenares Kelly Claessens mag zich een curator van mooie dingen noemen. Zij bepaalt minstens deels wat het publiek en haar klanten aangeboden krijgen. Dat zijn vaak ogenschijnlijk simpele ontwerpen waarachter een wereld van details, techniek en vakmanschap schuilgaat. “Mijn buikgevoel is een belangrijk criterium. Past een merk of product binnen het concept dat wij willen uitdragen? Het aanbod en de prijsklasse zijn gekend. Kwaliteit is een voorwaarde. Ik wil niets minderwaardigs verkopen.”

“In combinatie met het ontwerp bepaalt de constructie in grote mate de kwaliteit. Een kwalitatieve sofa zal misschien meer wegen, maar een slim ontwerp doet vooral niets overbodigs om een product functioneel te maken. Objecten met een lange levensduur zijn sowieso duurzamer. Ik raad klanten aan na te denken over hun keuzes. Minder en beter kopen zou het motto moeten zijn, maar consequent zijn is niet evident in een tijd waarin we continue geprikkeld en geïnspireerd worden. Er is meer aandacht voor duurzaamheidsaspecten, al blijft het soms te vrijblijvend en staat de zoektocht naar de beste deal de zorg voor kwaliteit wel eens in de weg. Dat bewustmakingsproces is niet altijd even eenvoudig. Voor mij is het wel belangrijk dat een stoel lang meegaat en indien nodig een onderdeel kan vervangen worden. Sommige merken zetten daarop in en kunnen alle onderdelen vervangen. Zo wordt die stoel goedkoper dan een andere die na drie jaar doormidden kraakt.”

“Ik adviseer om in een paar goede stuks te investeren. Zo kan je een kwalitatieve sofa aankleden met goedkopere elementen. Natuurlijk heeft niet iedereen de middelen om geld uit te geven aan duurdere stuks. Maar er is niets mis met het sparen voor een iets duurder te stuk dat veel langer meegaat. Kwaliteit mag zijn prijs waard zijn. Slechts uitzonderlijk verkoopt kwaliteit zichzelf. Vaker gaat het over naamsbekendheid. En marketing heeft veel invloed op de kwaliteitsperceptie. Sommige merken steken heel veel energie in de foto’s en de beleving, maar produceren au fond een minderwaardig product. De consument wordt zodanig beïnvloed dat het heel moeilijk is om nog te oordelen wat er nu kwalitatief is. Wij proberen die boodschap spontaan over te brengen.”

“Mijn buikgevoel is een belangrijk criterium. Past een merk of product binnen het concept dat wij willen uitdragen? Het aanbod en de prijsklasse zijn gekend. Kwaliteit is een voorwaarde. Ik wil niets minderwaardigs verkopen.”

Kelly Claessens,

Oprichter La Fabrika


Lees ook het artikel '4 stemmen uit de modewereld over kwaliteit' met Tout près, Wright., Labels Inc. en Marnix and Ally.