Gelieve een meer recente versie van uw browser te installeren.
21 mei 2024
7 minuten leestijd
illustratie © Seren Teke
Netwerken heeft niet de beste reputatie. Er kleeft een zweem opportunisme aan, geforceerdheid ook. Veel mensen krijgen het benauwd bij het idee dat ze ‘moeten’ netwerken. Onterecht, vinden General Manager van Boost For Talents, Yamina Krossa en Liesbeth Talboom en Liesbeth Haesevoets van het creatieve marketingbureau Studio Maria. In hun boek Ik kan niet netwerken, maar ik wil het wel breken ze een lans voor #dekrachtvanhetnetwerk en tonen ze aan de hand van tips en voorbeelden hoe mooi en fijn netwerken is, als je het goed aanpakt. De ideale aanleiding om ons oor te luister te leggen bij Ann Claes en Femke Vanbelle, twee netwerkers pur sang uit respectievelijk de mode- en designsector. Na het lezen van dit artikel heb je meteen zin om aan het netwerken te gaan, beloofd!
Ann Claes is een techno-optimist en connecteert graag mensen en ideeën want ‘1 + 1 = 3’. Ze is co-founder van Masjien, het agency voor mode, duurzaamheid en technologie, en was meer dan 20 jaar professioneel actief bij onder meer Veronique Branquinho, Delvaux, FNG Group, Flanders Fashion Institute en Flanders DC.
Femke Vanbelle is gedreven ondernemer en founder van ontwerpstudio Bloudruk. Als creatieve generalist goochelt ze tussen bezigheden. Zo zorgt ze met liefde mee voor de jonge wolven van morgen via haar atelierlessen aan Howest, schrijft ze prentenboeken en verdiept ze zich in filmeducatie. Al zestien jaar lang vertaalt ze wilde ideeën naar een visueel geheel voor onder meer Festival Kortrijk, Leietheater, Sound Track, Absynthe Minded en Kunstletters.
De hoofdboodschap van het boek Ik kan niet netwerken, maar ik wil het wel, is het belang van wederkerigheid. Netwerken draait om geven, niet om nemen. Het gaat over hoe je een waardevolle connectie opbouwt met iemand, en over hoe je elkaar verder helpt. Die wisselwerking is cruciaal. Femke Vanbelle: “Elkaar versterken vanuit een gedeelde passie, dat is voor mij de essentie van netwerken. Ik spreek nooit iemand aan met als doel: ‘ik wil iets van jou’, maar vanuit een oprechte interesse in de persoon.” Ann Claes beaamt: “Netwerken vertrekt voor mij ook vanuit een grote interesse in anderen. Ik luister graag en vind het fijn om mensen met elkaar te verbinden. Bovendien geloof ik sterk in het pay it forward-principe. Als er zich ooit een interessante kans voordoet, zullen mensen die jij ooit hielp, sneller aan jou denken. Je mag nooit uitgaan van een onmiddellijk effect, maar op lange termijn rendeert de moeite die je in je netwerk steekt. Zo is het een win-win voor alle partijen.”
"'Make the network work' is een van mijn favoriete motto's. Mensen verbinden helpt hen, maar ook jezelf indirect vooruit. Zo blijft je netwerk groeien én actief."
Femke: “Vrijwilligerswerk legde de basis voor mijn netwerk. Op mijn zestiende was ik al sterk geïnteresseerd in cultuur, maar had ik niet het budget om kaartjes te kopen voor alle voorstellingen die ik graag wilde zien. Dus bood ik mezelf aan als vrijwilliger. Zo kwam ik in contact met makers, de mensen achter de schermen, de communicatieverantwoordelijke. Je ontmoet hen vanuit een gezamenlijke interesse, niet omdat je iets van hen verwacht. Uiteraard wilde ik graag campagnebeelden of platenhoezen ontwerpen, maar die vraag stelde ik nooit direct. Mensen wisten wel dat ik grafisch ontwerper was, met een passie voor cultuur. Wanneer hun kennissen of zijzelf een tijd later op zoek waren naar een straf ontwerp, was ik meer dan eens top of mind. Op die manier zorgt vrijwilligerswerk voor het planten van de eerste zaadjes.”
Je netwerk is vaak groter dan je denkt. Netwerken beperkt zich niet tot je werksfeer, maar vindt ook plaats tussen vrienden en familie, bij de sportclub of aan de schoolpoort. Ann: “Ik benader het netwerken professioneel of privé op dezelfde manier. Overal ontmoet je fijne mensen met een interessant verhaal of boeiende bezigheid. Ik ben in iedereen geïnteresseerd en onderhoud mijn contacten evenwaardig. Je weet nooit op voorhand wie ooit je meest waardevolle contacten zullen zijn. Het kan best dat die stagiaire van tien jaar geleden je nieuwe werkgever wordt.”
Als je alle mensen met wie je een goed contact hebt in beschouwing neemt en dan ook nog kijkt naar hun netwerk, ben je verbaasd hoe ver dat reikt. Femke: “Ken je het principe van ‘six degrees of separation? Dat zegt dat alle mensen maar zes of minder connecties van elkaar verwijderd zijn. Ik geloof oprecht dat iedereen bereikbaar is. Als iemand me zegt: ‘Ik wil de volgende platenhoes van The National ontwerpen’, denk ik: Waarom niet? Dat zijn ook gewoon maar mensen. Door die mindset lukt het beter om eventuele bekendheid te relativeren en iedereen aan te spreken.”
Ann: “Voor mij start netwerken vanuit een grote nieuwsgierigheid, ik zit duidelijk in het team ‘never not learning’. Ik vind het heel fijn te volgen wat mensen doen en connecties te leggen tussen verschillende mensen uit mijn netwerk. Ik ben dan weer heel slecht in smalltalk en zal eerder inhoudelijk met iemand spreken dan over koetjes en kalfjes."
"Als netwerken als een verplichting voelt, benader je ofwel de verkeerde mensen, ofwel pak je het op de foute manier aan."
Femke: “Ik ben eerder een introvert persoon, eigenlijk gruw ik van grote evenementen. (lacht) Maar voor cultuur maak ik met liefde een uitzondering – daarvoor kom ik maar al te graag buiten. Je komt automatisch op plekken vol gelijkgestemden waarmee het fijn praten is, en voor je het weet hou je daar geheel per toeval interessante contacten aan over. Ik reik echter ook bewust uit naar mensen die ik graag aan mijn netwerk zou toevoegen. Vergis je niet: ik stap vaak niet zomaar op iemand af, dat past niet bij mij. Liever vertrek ik vanuit mijn eigen comfortzone: ik ben grafisch ontwerper, gespecialiseerd in drukwerk."
"Een jaarwissel is voor mij dé periode om te dromen: voor welke artiesten of organisaties wil ik werken? Wie kan ik bereiken? Die personen bekijk ik al eens voorzichtig via sociale media op zoek naar raakvlakken: denk ik dat het kan klikken? Want een klik op persoonlijk vlak is voor mij de basis van een fijne samenwerking. Vervolgens stuur ik hen papierpoëzie met handgeschreven boodschap – die afstand, het indirecte van het schrijven, de tijd die schuilt tussen het posten en ontvangen: dat helpt me om eventuele twijfel of angst om iemand te benaderen, weg te nemen. Na enkele weken stuur ik hen een berichtje op LinkedIn. Vooraleer mensen met je werken, ben je vaak al enkele keren op hun radar verschenen: ze hebben over je gehoord, kregen iets tastbaar opgestuurd en nadien volgt nog een berichtje. Mijn post zorgt niet meteen voor 20 opdrachten, maar de zaadjes zijn geplant. Het kan best zijn dat iemand twee jaar later een vormgever nodig heeft en me dan contacteert. Een tweede voordeel van mijn post, is dat dit de ideale gespreksstof vormt als ik iemand tegen het lijf loop. Het maakt de drempel om hen aan te spreken een stuk lager.”
Ann: “Je netwerk onderhouden is minstens even belangrijk als je netwerk uitbreiden, belangrijker zelfs. Daarvoor is LinkedIn een gouden tool. Mensen die ik ontmoet heb, voeg ik meteen toe. Zo kan ik volgen waar zij professioneel mee bezig zijn, en blijven zij ook op de hoogte van mijn projecten. Ik geef ook graag feedback op wat mijn contacten delen op social media en nodig hen uit of betrek hen als ik iets organiseer. Dat vind ik heel belangrijk. Ik kan dan gerust twee uur spenderen aan het sturen van berichtjes via WhatsApp. Ook spreek ik geregeld af om met iemand een koffie te gaan drinken, al moet ik daar als zelfstandige wel een beetje de rem op zetten. Anders ben ik voor ik het weet alleen nog koffie aan het drinken.” (lacht)
Het boek Ik kan niet netwerken, maar ik wil het wel geeft ook tips voor het stevigere werk – iets dat menig mens knikkende knieën bezorgt: het netwerkevent. Een eerste tip: het is goed om je wat voor te bereiden. Is er een deelnemerslijst op voorhand – of aan de ingang beschikbaar – kijk dan met wie je graag een praatje wil slaan. Vraag eventueel na of die persoon aanwezig is, zodat je niet nodeloos op zoek gaat. Je kan samen met een vriend of collega naar het event gaan om samen de eerste ongemakkelijke momenten door te brengen, maar zorg er dan wel voor dat je na een tijdje je eigen weg gaat. Ann: “Ik zie vaak dat mensen blijven plakken bij bekenden, maar zo leg je geen nieuwe contacten. Wat ik vaak wel doe, is naar een bekende toe gaan die aan het praten is met iemand die ik nog niet ken. Zo is de drempel om met die andere persoon te spreken heel klein. Als ik graag met iemand in contact wil komen, zorg ik ervoor dat ik goed op de hoogte ben van waar die mee bezig is: heeft hij/zij/hen een prijs gewonnen of is er een artikel verschenen? Als je interesse toont, is het veel gemakkelijker om een gesprek op gang te brengen.”
Femke: “Helemaal akkoord. Wat mij ook helpt, is me niet anders voordoen dan ik ben. Als het ongemakkelijk is, durf ik dat benoemen. Dan floep ik er nogal eens uit: "Ok, dit is awkward, maar ik wil graag even zeggen hoe tof ik jouw werk vind. Vervolgens praten we over het optreden, dat ene kunstwerk of theaterstuk, de opstelling in het museum of de programmatie van een cultureel seizoen, niet over mijn eigen werk. Pas 's avonds of wat later stuur ik een berichtje om te bedanken voor het fijne gesprek. En ja, dan durf ik nogal eens gretig laten vallen dat ik grafisch ontwerper ben – en hoe plezant het niet zou zijn om ooit te kunnen samenwerken. Die afstand maakt het voor mij weer gemakkelijker, en het werkt minstens even goed.”
Voor wie na het lezen van bovenstaande nog steeds koudwatervrees heeft, bedenk dan dat kleine ingrepen al een groot verschil kunnen maken. Stel het niet uit, maar ga nu meteen aan de slag. Kijk eens in je agenda met wie je onlangs een afspraak had en stuur hen – als dat nog niet gebeurde – een opvolgmailtje of voeg hen toe aan LinkedIn. Stuur een berichtje naar vijf contacten die je al lang niet meer hoorde, om de draad weer op te pikken. Betrap je jezelf op eindeloos scrollen op social media, reageer dan op een aantal posts of stuur een dm naar iemand die je bewondert. Op die manier ontstaan er geregeld samenwerkingen.
Wil je graag meer tips om beter te leren netwerken? Lees dan het boek Ik kan niet netwerken, maar ik wil het wel van Yamina Krossa en Studio Maria, verschenen bij uitgeverij Pelckmans.
Cookies opgeslagen