Bart Canini mag trots zijn. Met The Green Arch, zowel ingericht als uitgebaat door Creneau International, levert zijn bedrijf een visitekaartje af op het grootste wereldtoneel. Het Belgisch paviljoen op de wereldexpo in Dubai lost zowel de architecturale, ecologische als culinaire verwachtingen in. De Limburgse conceptontwikkelaar zette in 2006 voet aan wal in de woestijnstaat, waarna het er zich met ups en downs verankerde. Het excelleert door topprojecten in de hospitality niet enkel te ontwerpen en te voeren, maar ook uit te baten.

Bart Canini

Bart Canini

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe artikels in dit magazine? Schrijf je in op onze nieuwsbrief!

Over Creneau

  • is opgericht in 1989, met hoofzetel in Hasselt en een vestiging in Dubai sinds 2006
  • is een interior design & branding agency dat focust op totaalconcepten
  • wordt geleid door Bart Canini, telt circa 50 medewerkers in België en een 400-tal in Dubai (inclusief horeca-uitbating)
  • groeide uit tot een interieurbouwer én horeca-exploitant
  • is inrichter en uitbater van het Belgisch paviljoen op de World Expo in Dubai
  • is bedenker van Belgian Beer Cafés
  • is uitbater en franchisor van de succesvolle concepten Maison Mathis, Le Petit Belge, Café Belge en Cho Gao
  • www.creneau.com

Geldt een wereldexpo nog steeds als een vitrine voor wereldwijde exposure?

Met 20.000 bezoekers per dag blijft het alleszins een groot podium met mondiale allure. Wij zijn fier dat ons consortium met Besix, architect Vincent Callebaut en Assart Architecten de openbare aanbesteding toegewezen kreeg. We wonnen de tender zowel door ons kwalitatief project als onze jarenlange ervaring in de Golfregio. We zijn blij dat we hierdoor ook het paviljoen en het restaurant mogen uitbaten.

Als eerste wereldwijd forum post-corona betekent de expo voor ondernemers meer dan exclusief toerisme.

Zij azen op contacten én contracten. Andere bezoekers komen België proeven, zowel hoogtechnologisch als culinair. De bezoekers staan in de rij voor het wafel- en frietkraam en hangen aan de toog van het Belgisch biercafé.

Belgisch paviljoen, Dubai World Expo

Belgisch paviljoen, Dubai World Expo

Julie trokken met dit project duidelijk de groene kaart.

Zeer zeker. In meerdere betekenissen van het woord is The Green Arch een duurzaam totaalconcept en ecologisch hoogstandje dat perfect past binnen het expothema Connecting minds, creating the future. De aandacht voor duurzaamheid is groot. Zo wordt het gebouw bekleed met 10.000 lokale planten die CO2 opslaan en de binnentemperatuur 3 tot 5 graden verlagen. Het paviljoen is energiepositief en zal dus meer energie produceren dan het verbruikt. Het ontwerp stoelt op de principes van circulair bouwen: er worden alleen gerecycleerde materialen gebruikt en de houten structuur is demonteerbaar en dus geschikt voor hergebruik.

Belgisch paviljoen, Dubai World Expo

Belgisch paviljoen, Dubai World Expo

En er zijn verschillende Belgische bedrijven die eraan meewerkten.

Er worden inderdaad grote en kleinere bedrijven bij betrokken. Voor ons voelt dit als een thuiswedstrijd. Voor diverse toeleveranciers is het een opportuniteit en voor België is het één groot uithangbord. Zes maanden lang is ons paviljoen dé netwerkplek par excellence. Het is voor alle betrokken partijen een niet te missen kans om zich te profileren. Onze culinaire poot maakt The Green Arch bovendien tot een extra aantrekkingspool.

Belgisch paviljoen, Dubai World Expo

Belgisch paviljoen, Dubai World Expo

Belgisch paviljoen, Dubai World Expo

Wanneer en hoe startte jullie internationale parcours?

Wij startten meer dan dertig jaar geleden met een focus op totaalconcepten en gericht op retailers. Wij richtten winkels en flagshipstores in voor onder meer Pepe Jeans, Levi’s en G-star. Die merken openden vestigingen over heel Europa en wij volgden hun internationaal parcours met merkpositionering en interieurontwerp. Wij surften mee op die golf en zo kwamen we op radar van andere klanten met internationale plannen. AB Inbev vroeg ons om een conceptidee om Belgisch bier in het buitenland te promoten. Dat werd het Belgian Beer Café, een typisch bruin café met een Leuvense stoof en kaders met koningin Fabiola en Koning Boudewijn. Wereldwijd zouden we meer dan 100 cafés inrichten. Allen werden ze in België geprefabriceerd. De decoratie kochten we op rommelmarkten en werd via containers de hele wereld rond gestuurd. Je bouwt immers geen Belgisch café met Chinese bouwmaterialen. Zo werden wij wereldwijd actief.

Belgian Beer Café, New York

Belgian Beer Café, New York

Belgian Beer Café, New York

Wat bepaalde jullie verdere sprong?

De keuze die we maakten toen het minder goed ging. Stelselmatig richtten we ons meer op hospitality en horeca-inrichting. Onze in Hasselt bedachte concepten werden wereldwijd uitgerold. Zo belandden we in 2006 ook in Dubai, dat toen een enorme bouwwerf was. Circa 30% van alle bouwkranen ter wereld stond er destijds. Onze betrachting was er een commerciële hub te vestigen, maar al gauw stelden we er ook ontwerpers en architecten te werk. Toen kwam de crisis van 2008 en viel alles van de ene op de andere dag stil. Dat was een mokerslag, maar we beslisten om te blijven en onze de horecazaken niet enkel te ontwerpen, maar ook operationeel te leiden.

Hoe krabbelden jullie overeind na die crisis?

Door ons creatief ondernemerschap aan te wenden. Wij geloofden dat we de door ons ingerichte Belgian Beer Cafés zelf konden uitbaten.

De crisis verplichtte ons om een probleem als een kans te zien en deze succesvol uit te bouwen.

Het liep goed en onze winst investeerden we in een tweede, derde en vierde zaak. Intussen baten we in Dubai negen restaurants uit. Waar velen zich in onze sector beperken tot het ontwerpen van iets moois, willen wij ook iets succesvols concipiëren. Onze operationele kennis wenden we aan voor efficiëntere ontwerpen en voor het genereren van een grotere omzet. Dat maakt ons behoorlijk uniek en trekt ook andere horecaondernemers aan. Wij denken verder dan het esthetische en richtten ons de voorbije jaren steeds meer op het ontwikkelen van horecaconcepten.

Maison Mathis, Hasselt

Maison Mathis, Hasselt

Wat kenmerkt ondernemen in Dubai?

Dubai kent een bijzonder gunstig ondernemersklimaat met weinig belastingen en een goede bescherming voor de werkgever. De keerzijde van de medaille is de torenhoge concurrentie. De competitie wordt hard gespeeld. Je moet erbovenuit steken.

Er zit veel geld in Dubai, maar dat wil niet zeggen dat het gemakkelijk wordt uitgegeven.

Fundamenteel is de keuze van de verplichte lokale partner. Inzicht in de lokale bedrijfscultuur is heel belangrijk. Je moet de juiste lokale vennoot vinden om omzet te realiseren en een netwerk te genereren dat klanten aanreikt. Elk land vraagt om een andere aanpak. Dat leer je, maar dat vraagt wel tijd. Vooral de eerste jaren verloren we behoorlijk wat geld.

Blijft verder internationaliseren behapbaar vanuit Hasselt?

Limburg is onze solide thuisbasis. We hebben lokaal een capabel managementteam dat onafhankelijk werkt. En digitaal is vandaag veel mogelijk, van rapportering tot strategisch overleg. Er zijn voldoende tools om kantoren in het buitenland te managen. Elkaar echter geregeld fysiek zien blijft noodzakelijk. En soms moet je keuzes maken. We hadden ook een tijdlang een kantoor in New York, maar dat sloten we. We focussen ons momenteel op Europa en het Midden-Oosten. Bereiken we daar ons plafond, dan kijken we misschien opnieuw naar de Verenigde Staten. Te veel spreiding bleek geen goed idee.

Wat raad je andere bedrijven aan die internationalisering overwegen?

Met open ogen en geesten kom je al ver. Maar bovenal moet je durven springen. We mogen best wat sterker in onze schoenen staan. Internationaal ondernemen kan een mijnenveld lijken, maar er liggen vooral opportuniteiten. België wordt immers snel te klein als afzetmarkt. Onze economie is sterk afhankelijk van de export. De blik op het buitenland moet er ingebakken zitten. Elke ondernemer zou dat moeten overwegen. Samenwerking bepaalt mijns inziens minstens een deel van het succes, want het zorgt voor een draagvlak en schaalvergroting.