Gelieve een meer recente versie van uw browser te installeren.
12 september 2022
10 minuten leestijd
In juni nam de wereldberoemde Antwerpse Academie voor Schone Kunsten afscheid van haar legendarische hoofd van de modeafdeling, Walter Van Beirendonck. Na veel speculatie werd Brandon Wen aangesteld als nieuw creatief directeur, een duidelijke keuze van de academie voor frisse ideeën en een nieuwe wind voor de afdeling. We gingen met Brandon Wen praten, amper twee weken nadat het nieuws bekend was gemaakt. We waren nieuwsgierig om deze creatieve vrije geest te ontmoeten en zijn ambities te leren kennen.
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe artikels in dit magazine? Schrijf je in op onze nieuwsbrief!
Voor ik naar Antwerpen kwam, groeide ik op in Los Angeles, in een heel academische omgeving. Mijn opleiding, mijn opvoeding, de middelbare school en de universiteit: het was allemaal heel rechtlijnig. Tegelijkertijd was mijn familie ook heel open en begripvol. Kunst was nooit veraf, maar het was niet zo dat er in huis een hippiesfeer hing. Mijn vader, bijvoorbeeld, is architect, maar doet vooral ziekenhuizen. Al op de middelbare school was ik in zekere zin een beetje een eenzaat, altijd bezig met dingen verkennen. Maar pas toen ik naar Antwerpen kwam, ging er een wereld van kunst en design voor mij open.
Ja, het was iets heel voorstedelijk-homoseksueels. Toen ik op de middelbare school zat, had ik een zwak voor Project Runway en Lady Gaga. Dat soort ontdekkingen waren voor mij een echte revelatie. Ik raakte erg geïnteresseerd in mode en vond het leuk om dingen te doen die voor mij tot dan toe ongewoon of nieuw waren. In het weekend volgde ik een modeopleiding op de middelbare school die heel nuttig was omdat ik er ook andere mensen ontmoette. De leraar was meer een illustrator en had ook een bredere kijk op kunst.
De zomer voordat ik senior werd op de middelbare school, volgde ik een korte zomercursus bij Arts of Fashion in Parijs. We kwamen een dag naar Antwerpen en op de benedenverdieping van het MoMu was er een tentoonstelling van een van de masterstudenten, Mariel Manuel. Ik weet nog dat ik dacht: wat is dit? Het was zo anders dan alles wat ik had gezien op de middelbare school, zelfs in Los Angeles. Het was daar en dan dat de obsessie begon.
Er was geen Instagram, alleen Facebook. Er was maar heel weinig over het onderwerp te vinden op het internet. Ik herinner me dat ik de hele tijd dingen opzocht en meer informatie probeerde te vinden. En toen wist ik het: mode, dat is wat ik wilde doen.
Ja, ik studeerde aan de Cornell University, dus ik zat niet in New York City maar in Upstate New York, meer in het noorden. De sfeer is er superacademisch en ze zijn erg goed in techniek, architectuur, diergeneeskunde en horeca. Het programma dat ik volgde, was sterk gericht op textielonderzoek en kledingontwerp. Naast textielonderzoek hadden we ook management en ontwerp. Het was geweldig, want het programma was vrij open en je kon doen wat je wilde. Er kwam veel onderzoek bij kijken, een beetje zoals bij scheikunde, waarbij je dingen bestudeert onder een microscoop, afweegt of verbrandt. Maar wat mij het meest boeide, waren de ontwerplessen. We waren met niet veel, maar we waren allemaal geïnteresseerd in modeontwerp en wilden niet de hele tijd wetenschap en management studeren, ook al was het interessant en zou het natuurlijk wel helpen.
Het mooie aan Cornell is dat het een enorme campus is vol studenten in een verlaten gat in New York, net naast Ithaca, een stadje kleiner dan de universiteit. Je was heel vrij om te doen wat je wilde en te zijn wie je was. Dat was heel verrijkend.
Ja, die was ik de hele tijd blijven volgen. Tijdens mijn tijd aan Cornell werkte ik hier in Antwerpen een hele zomer bij Romain Brau, die de winkel Ra had in de Kloosterstraat. Echt leuk en enorm stimulerend. Ik dacht: dit moet ik in de gaten houden. Toen ik klaar was aan Cornell dacht ik: nu ga ik aan het werk. Ik ging voor een maand naar Parijs. Ik verbleef bij een vriend en zocht een job, maar ik kreeg niet veel reacties. Toen vroeg een vriendin van me waarom ik niet overwoog om verder te studeren. Ze had een contact van iemand in Parijs. Het was eind juni, dus het toelatingsexamen was al een week later. Maar ik had alles klaar, ik had mijn portfolio en zelfs een lijstje met vragen die ik zou stellen tijdens interviews. Ik waagde mijn kans.
In het begin wist ik niet zeker of ik echt weer naar school wou, maar toen ik aanvaard werd aan de academie was ik in de wolken. Mijn vrienden zeiden: “Als je daar bent toegelaten, dan moet je gewoon gaan. Je kan het niet maken om zo’n kans te laten schieten.” En ook mijn ouders gaven me hun volle steun. Vandaag is het blijkbaar de beste beslissing die ik ooit heb genomen.
Wat ik waardeer aan deze school, en dat is altijd al zo geweest, is de absolute focus op creativiteit. Ik denk dat andere scholen ook wel creativiteit nastreven, maar die tegelijk ook altijd onderwaarderen. Hier ligt de focus op vooruitdenken en innovatief design. Dat is bijzonder waardevol. Het is iets wat ik enorm waardeer en waarmee ik veel voordeel heb gedaan. Ik vind het heel spannend dat ik dat nu kan begeleiden en dat ik kan bijdragen aan de manier waarop dat zich in de toekomst zal manifesteren voor ontwerpers en jongeren.
Ik vind het dubbel. Ik zal twee dingen zeggen. Ik denk dat de intensiteit nodig is, dat hoort er gewoon bij. Maar ik denk ook dat creativiteit op zich al een extreem intens proces is. Van buitenaf bekeken zie je soms alleen de intensiteit.
Mensen denken soms dat creativiteit vanzelf opborrelt, maar om zo ver te komen, is een flinke dosis zelfreflectie en zelfkennis vereist. Dat betekent dat je jezelf en je emoties moet uitknijpen. Echt persoonlijk en sterk werk maken vergt zoveel van je op emotioneel vlak dat een deel van de intensiteit aan het creatieproces te wijten is, naast natuurlijk al het vereiste werk. Het is niet eenvoudig en het is goed dat een school creativiteit voorop plaatst en het proces van zelfexploratie en creatie zo serieus neemt.
Ik denk dat ik hier nu een zevental jaar woon. Ik belandde hier in de zomer van 2015. Ik heb extreem, extreem veel geluk gehad. In Antwerpen en België vond ik de beste mensen, mensen die me me echt thuis deden voelen en me ondersteunden. Dat is ook waarom ik hier bleef plakken. Zelfs toen ik in Parijs werkte, kwam ik terug omdat ik de mensen hier miste. Ze geven me de soort steun die ik nodig heb, niet alleen letterlijk, maar ook emotioneel. Dat is iets heel bijzonders.
Antwerpen is ook een geweldige plek voor een kunstenaar, vooral als je aan het begin van je carrière staat, jong bent en op zoek bent naar begeleiding en ondersteuning. Het is een grote stad, maar tegelijk ook een kleine gemeenschap. De mensen zijn er ruimdenkend.
Ik denk het wel. Dat is een vraag die ik ook veel krijg vanuit Japan: “Vertel me eens wat meer over de Belgische mode.” Bestaat er zoiets als Belgische mode? Om de Belgische mode te begrijpen, moet je ook België begrijpen. Wanneer je hier hebt gewoond, weet je hoe dit land werkt. Samengevat zou ik zeggen dat het een land is met een rijke geschiedenis, goede smaak en een grote openheid tegenover andere invloeden en plaatsen. De Belgische mode is een fusie van al die factoren. De ontwerpers en de mensen aan wie België zijn faam in de modewereld te danken heeft, slaagden erin dat sterke Belgische gevoel voor esthetiek met andere culturen en invloeden te vermengen.
Inderdaad, en dat is zeker iets wat ik wil blijven doen. Wat ik altijd zo leuk vond aan mode is het showaspect. Je creëert werk en dan mag je het ook nog eens op een grandioze en feestelijke manier presenteren. In Parijs, met Michèle Lamy, was de performance echt een samenspel van mode en muziek. Ik vond het heerlijk om te doen. Het sprak me erg aan en ik had al snel het gevoel van “dit smaakt naar meer”. Dus het is zeker een weg die ik verder wil verkennen.
Het performanceaspect is meer iets waar ik zelf rond werk, maar ik wil wel die attitude meegeven om te zoeken naar wat mode kan zijn bovenop hetgeen we in de strikte zin als mode definiëren. Daar ben ik zelf ook erg mee bezig geweest na mijn eerste verblijf in Antwerpen. We zullen uitzoeken hoe we dat het best in de opleiding kunnen integreren, maar ik zie het meer naar het einde van het studietraject. We kunnen bijvoorbeeld mensen introduceren die zich bezighouden met andere soorten mode of presentaties.
Ik ga ook lesgeven, ja. Afgelopen zomer heb ik een zomercursus mode gegeven in Parijs. Het was een heel verrijkende, betekenisvolle ervaring met een kleine groep van een zevental studenten. Het was fantastisch om met hen samen te werken. We inspireerden elkaar wederzijds. Die stroom van energie… Ik vond het jammer toen de cursus voorbij was, want het was echt een heel mooie ervaring. Dus ja, ik kijk ernaar uit om les te geven.
Ik heb veel energie en wanneer ik iets wil doen, dan ga ik ervoor. Tot twee weken geleden was ik nog op zoek naar een ruimte waar ik op bestelling kon werken. Ik werkte met klanten en vrienden en creëerde gewoon dingen die ik cool vind. Maar nu wil ik me aanpassen en kijken wat ik nog kan doen. Op creatief gebied wil ik op mijn eentje werken, ik hoef geen afgelijnd modebusinessplan te volgen. Ik wil een bedrijf creëren rond wie ik ben en wat ik doe.
Het was een doordachte beslissing. Ik heb er heel weinig over gepraat. De meeste mensen wisten niet eens dat ik solliciteerde. Ik ben heel ambitieus. Al van de eerste keer dat ik in deze ruimte kwam, zag ik mezelf als directeur en docent, als een soort Walter/Perkamentus, schoolhoofd/praktiserend modetovenaar. Het was dus steeds een stille droom van mij, want in deze school draait alles echt om creativiteit en dat is voor mij bijzonder waardevol.
Toen de vacature open kwam te staan, begon het al snel te gonzen van de geruchten. Ik was natuurlijk geïnteresseerd en polste bij een kennis. Die zei: “Weet je wat? Doe het gewoon!” Ik wist niet wie er nog solliciteerde, maar dacht: oké, we wagen onze kans en we zien wel wat er gebeurt. En dus solliciteerde ik.
Wel, het gesprek ging goed, maar je weet het nooit natuurlijk. Ik voelde een goede vibe en er werd best wat gelachen. Maar ik had geen idee hoe goed de andere kandidaten het hadden gedaan. Ik wist niet wat de commissie dacht. Uit hun pokerface was in elk geval niets af te leiden.
Dus… had ik het verwacht? Ik had gesolliciteerd dus natuurlijk hoopte ik dat het zou lukken. Maar eerlijk gezegd, ik was in shock. Ik zat op de trein toen ze me belden. Op dat moment verwachtte ik zelfs nog geen nieuws. Ik begon te schreeuwen, de hele wagon kwam op me af en ik vluchtte naar het toilet. Daar bleef ik 30 minuten zitten, tot ik besefte dat er in de volgende wagon een bar was. Daar ging ik heen en zat ik dan op mijn eentje, te staren, te huilen, met een flesje witte wijn. Toen ik aankwam, kon ik geen woord uitbrengen en mocht ik het nieuws aan niemand vertellen. Ik zat met een enorm ei; ik kon het gewoon niet geloven.
Dat gevoel heeft ondertussen plaatsgemaakt voor laaiend enthousiasme, zelfs voor de verantwoordelijkheden en de beslissingen. Weet je, er zijn dingen waarvan je hoopt of verwacht dat de industrie ze ooit zal doen. Nu zijn die mogelijk, we kunnen die beslissingen nemen.
Ik wil eerst en vooral iedereen ontmoeten. Ik wil weten wat de afdeling en de mensen verwachten en hun ideeën horen. Daarna zal ik een globaal beeld proberen te maken van wat er moet gebeuren. Zoals ik al zei, ik wil creativiteit centraal stellen en mensen de instrumenten aanreiken om ook buiten school creatief te zijn. Want het is niet de bedoeling een bubbel te creëren en buiten die bubbel jezelf niet te mogen zijn. Daarom is het belangrijk dat we echt samen aan de slag gaan met die creativiteit en de instrumenten. In de business wordt je creativiteit gekneed in functie van het bedrijf of wordt het bedrijf aangepast aan je creativiteit. Door studenten te laten kennismaken met andere professionals en andere coole dingen, verruimen we de wereld buiten de academie en zetten we hem in een breder perspectief. Dat is wat ik wil proberen te doen. Er zijn enkele nieuwe functies in te vullen, voor workshops en dergelijke, en ik wil ook mensen van buiten Europa binnenbrengen. Als ik hiermee een start kan maken, zou ik heel blij zijn. De focus voor mij ligt op creativiteit en het internationaliseringsperspectief.
Hij was erg lief. Ik ben heel dankbaar voor zijn zegen. Hij heeft me op het hart gedrukt dat ik altijd bij hem terechtkan als ik vragen heb. Hij zei dat het een zware klus zal worden, maar dat hij weet dat ik er de energie voor heb en de job zal aankunnen. Ik voel me erg gesteund.
We kunnen een fijne energie van creativiteit en authenticiteit scheppen. Ik ben dol op mode, maar zou graag ook weer wat meer fantasie zien. Ik hoop dat de mensen die zich een weg proberen te banen naar de school en de sector, grote dromen hebben en niet alleen maar zin om te werken.
Cookies opgeslagen