Gelieve een meer recente versie van uw browser te installeren.
22 november 2019
8 minuten leestijd
Dirk Van Saene mocht de Jury Prize van de Belgian Fashion Awards 2019 in ontvangst nemen vanwege zijn ‘persoonlijke en eigenzinnige manier van werken in een snel veranderende sector’. Ook zijn kruisbestuiving met andere sectoren zoals beeldende kunst en keramiek kon de jury bekoren. De manier waarop bij Dirk creativiteit centraal staat in alles wat hij doet, ziet de jury als een inspiratie voor de toekomst van de modesector.
Dirk Van Saene © Fille Roelants
Ik had meteen het gevoel van: oh tiens, ze zijn mij niet vergeten! Ongelofelijk dat dat nog gebeurt. Het geeft me een heel fijn gevoel. Ik ben zeer vereerd.
Mijn pad kent ups en downs, zoals bij iedereen, denk ik. Ik ben meteen na de academie begonnen met een eigen winkeltje, wat moeilijk te combineren viel met het ontwerpen zelf, dus dat heb ik na enkele jaren al opgegeven. In 1983 won ik de Gouden Spoel. Het is trouwens de tweede keer dat ik iets win in mijn leven, bedenk ik net (lacht). Die overwinning heeft me echt geholpen: er kwam een aanbod van Jean Paul Gaultier die in de jury zat, maar dat ik heb afgewezen. Soms vraag ik me af hoe het zou zijn gelopen als ik toegezegd had. Het zou een heel ander leven geweest zijn en ik weet niet of dat beter zou geweest zijn.
Ik ben een romanticus, geen zakenman. Als ik dat laatste meer was geweest, had ik financieel misschien verder gestaan, maar geld is niet mijn eerste en grootste drijfveer. Er is momenteel opnieuw een groei aan de gang. Mensen zoeken iets anders, dat voel je. Ik vind dat buyers meer collecties moeten aankopen die niet via het internet verkocht worden, zoals bijvoorbeeld mijn collectie. Ik heb het werk voor mijn eigen collecties altijd gecombineerd met commerciële jobs zoals voor Scapa en Veronique Branquinho.
Een tiental jaar geleden ben ik dan begonnen met iets totaal anders: keramiek. Ik volgde daarvoor les aan de avondschool. Nu wisselen mode en keramiek elkaar af. Als ik met het ene bezig ben, dan ligt het andere stil. Momenteel staat mode weer meer op de voorgrond. Ik hoop binnenkort voor het eerst een tentoonstelling te maken die beide combineert. Daarnaast geef ik al tien jaar les aan de masters van de Antwerpse Modeacademie. Ik begeleid hen in hun afstudeercollectie. Het is heel tof om met jonge mensen te werken en te zien waar ze mee bezig zijn. Bij elke collectie groei en evolueer ik nog altijd. Zolang dat gevoel blijft, doe ik met plezier verder.
Wij zijn op persoonlijk vlak natuurlijk met elkaar verbonden, maar onze collecties staan volledig los van elkaar. We inspireren elkaar, geven advies en kunnen ons in elkaars wereld verplaatsen. We hebben heel veel aan elkaar, maar het is een totaal andere stijl en aanpak. Ik zou absoluut niet kunnen zeggen hoe mijn leven er zonder Walter zou uitzien. Het is zo naturel. Ik ben hem heel dankbaar, hij pusht mij verder en ik hem ook. Het is een mooi gegeven om elkaar zo te voeden en verder te drijven.
Wintercollectie 19-20
Mode zat er al van jongs af aan in. Ik was altijd met kleding bezig. Ik heb bij het ingangsexamen nog getwijfeld tussen beeldende kunst en mode, maar ik ben toch voor mode gegaan en heb daar nooit spijt van gehad. Toen ik die keuze maakte, was het een andere wereld dan die van nu. Er was nog helemaal niks in de jaren 70, het prêt-à-porter begon maar net, alles viel nog te ontdekken.
Ik vind dat ik nog altijd iets te vertellen hebben met wat ik doe en dat ik iets kan bijdragen aan de sector.
Wat ik niet kan uitdrukken in mode, doe ik met keramiek. Daarnaast heb ik een passie voor design, meer bepaald meubels. Daar hoop ik nog iets mee te doen.
Ik zie mezelf niet echt als een ondernemer. Het businessgedeelte is absoluut een noodzakelijk kwaad. Ik doe alles zelf, ook omdat ik niemand kan betalen om voor mij te werken. Ik pak zelfs alles nog zelf in. Ik doe dat ook wel graag, omdat ik dan zie dat alles tot in de laatste details af is. Ik schrijf nog alle facturen zelf met de hand. Je krijgt daar erkenning voor van klanten. Maar ik ben dus een slechte ondernemer. Ik slaag er wel in mijn business draaiende te houden, maar vooral op het vlak van aantallen in productie zou ik graag een stap verder willen zetten. Nieuwe winkels vinden is echt heel moeilijk.
Zomercollectie 20
Zomercollectie 20
Ik ben absoluut niet bezig met ‘het internet’. Ik heb nog altijd een iPhone 4. Iedereen zit mij te pushen om een Instagram-account aan te maken. Het is bijna een luxe om daar vandaag de dag niet mee bezig te hoeven zijn.
Mijn clientèle van verkooppunten is inderdaad trouw. Ze verkopen mijn collectie heel goed, dat is belangrijk tegenwoordig. De winkels appreciëren dat de stuks bijna exclusief zijn. Amerika is de grootste markt en Japan is nog altijd relevant, al was daar vroeger een grotere markt.
We proberen hen vooral te helpen om hun eigen identiteit te ontwikkelen. Ze moeten die goed kennen voor ze in de sector stappen. Ze moeten sterk staan in hun ‘ik’ voor ze bij een ander modehuis gaan werken om ervaring op te doen. Er zijn maar weinig afstuderende studenten die klaar zijn om meteen hun eigen collectie te lanceren. Je hebt er vandaag ontzettend veel geld voor nodig. De academie is een bubbel en je wordt heel goed begeleid, wat ervoor zorgt dat je hoge verwachtingen hebt als je afgestudeerd bent. Ik denk dat deelnemen aan wedstrijden ook heel belangrijk is om je carrière een duw te geven. Tegenwoordig is het niet meer mogelijk om zo naïef op te starten zoals wij met ‘De Zes’ gedaan hebben. Het is dus belangrijk dat studenten veel moed hebben en in zichzelf geloven. Voor iemand met talent komt er vanzelfsprekend iets uit de bus. Ik raad hen ook aan om niet meteen het hoogste na te streven. Het modehuis waar je voor gaat werken hoeft niet per se aan te sluiten bij je eigen stijl. Als je creatief kunt zijn voor jezelf, kun je dat ook voor een ander.
Zomercollectie 20
Er moet een tegenreactie komen vanuit de sector. Die voel je al een beetje, hoewel ik niet hou van de schijnheiligheid rond duurzaamheid vanuit de grote ketens zoals bijvoorbeeld H&M. Het zijn de aantallen, de hoeveelheid mode die moet veranderen.
Kleinschaligheid is de toekomst en mensen moeten hun kleren weer langer leren dragen en er zorg voor dragen.
De kwantiteit van kleding die momenteel in de wereld wordt gesmeten, maakt me beschaamd om in de mode te werken. Dat kan zo niet verder gaan. Ik weet dat het utopisch is, want geld speelt nog altijd de belangrijkste rol en dat gaat meestal over steeds meer en meer.
Als creatieveling moet je de keuze maken. Waar ga je voor? Kies je voor een groot modehuis en de bijbehorende bekendheid en druk of werk je aan je eigen collectie en doe je het dus met wat minder? Je moet bepalen wat je waardevol vindt. Als je het met weinig kunt redden, waarom niet? Wil je bekend zijn of een ster? Of wil je het plezant houden en een goed leven hebben met wat minder? Dat wordt te weinig gewaardeerd. Ik vind dat heel puur.
Ik ben algemeen wel eerder optimistisch over de toekomst, dat ligt in mijn aard. Ik denk dat jonge mensen zich veel bewuster zijn van de wereld.
Zomercollectie 20
Ik wil niet te voor de hand liggend Walter kiezen, maar toch doe ik het, omdat ik vind dat hij enorm veel gedaan heeft en doet, voor de Belgische én internationale mode! Niet alleen heeft hij door les te geven aan de Modeacademie ontelbare ontwerpers gevormd, met zijn collecties inspireert hij ook vele anderen. Daarnaast heb ik veel respect voor Kaat Debo, hoofd van het MoMu. Zij is zo'n gedreven, intelligente vrouw die, als ze er de kans en de middelen voor krijgt, nog belangrijke zaken zal verwezenlijken.
Cookies opgeslagen