Gelieve een meer recente versie van uw browser te installeren.
3 september 2019
5 minuten leestijd
Al bijna tien jaar ontwerpt de Brusselse Amira Daoudi affiches van fictiefilms, documentaires en kortfilms. Zo maakte ze onder andere het beeld voor Rundskop, Black en Home, om er maar enkele te noemen. Hoe begon het allemaal voor haar? Hoe gaat ze precies te werk en wat leerde de ervaring haar? Een boeiend gesprek met de leading lady van de Belgische filmaffiche.
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe artikels in dit magazine? Schrijf je in op onze nieuwsbrief!
Amira Daoudi © Gaetan Chekaiban
Ik ben er eigenlijk heel toevallig ingerold. In mijn laatste jaar grafisch ontwerp aan LUCA Brussel vroeg Gust Van den Berghe, een vriend van me, of ik de affiche voor zijn film Little Baby Jesus of Flandr wilde maken. Die bleek op het Internationaal Filmfestival van Cannes getoond te worden en dat heeft echt voor de start van mijn carrière gezorgd. Ik kreeg toen plots de vraag van verschillende regisseurs om de affiche van hun nieuwe film te ontwerpen. Na een aantal affiches gemaakt te hebben, besloot ik om me er helemaal in te gooien en toen heb ik mijn eigen bureau opgestart.
Ik was zeker een filmliefhebber. Ik was heel hard aangetrokken door mooie beelden, en die vond ik wel terug in films. Zo hing ik als puber in mijn slaapkamer geen posters van bands op, maar knipte filmstills, van onder meer In the Mood for Love of 2046, uit tijdschriften en plakte die op mijn deur.
Ik hou van affiches die eerder conceptueel zijn, die de kijker uitnodigen om na te denken over het verhaal en over verschillende narratieve lijnen van de film. Voor mij is een ontwerp sterk als het niet vanzelfsprekend is, zoals bijvoorbeeld In Another Life, Girlhood, Rabot, Home of Quality Time.
Ik bekijk de film waarna ik me een heleboel vragen stel: Wat is de essentie van de film? Wat zijn de gevoeligheden? Wat is de intentie van de regisseur?
Ik moet ook rekening houden met het type film, zodat de film ‘juist’ wordt verkocht.
Bij een comedy hoort eerder een ‘licht’ ontwerp. Eigenlijk komt het neer op het maken van een analyse van de film, die uiteindelijk leidt tot het ontwerp. Dat klinkt misschien heel eenvoudig, maar dat proces is een stevig onderzoek.
Er zijn inderdaad verschillende partijen bij betrokken, die het ontwerp elk vanuit hun visie bekijken. Per definitie moeten we dus argumenten uitwisselen en terugkoppelen. Maar dat hoort erbij. Ik werk in opdracht, dus moet ik soms water bij de wijn doen. Maar de kunst is ook om niet te snel toe te geven. Hoe minder compromissen, hoe sterker het beeld. Je moet toch een beetje strijden voor je visie. Klanten zeggen me soms dat ik niet de makkelijkste ben, maar ik beschouw dat als een compliment.
Ik probeer in het commerciële voor het meest esthetische te gaan. Als je je concept moet afzwakken omwille van commerciële redenen, dan blijft het concept vaak niet meer overeind. Dan heb ik liever dat we voor een volledig commercieel beeld gaan. Bij kortfilms en documentaires is dat veel minder aanwezig, die strijd. Daar kan ik wel heel vaak het artistieke laten domineren.
Ik kan me laten inspireren door alles, behalve filmposters van andere ontwerpers. Ik laat me inspireren door alles uit de film zelf, zoals bijvoorbeeld referenties naar andere kunstvormen. Ik heb ook heel wat boeken over fotografie en schilderkunst. Bijvoorbeeld in het werk van Caravaggio is het interessant om te kijken hoe je met extra licht in een beeld kan spelen. Japanse kunst vind ik ook heel boeiend. Maar ook muziek, als een echte mindset, kan me helpen. Zo heb ik tijdens het maken van de affiche voor Patser naar de muziek ervan geluisterd. Ik vind het super om bruggen te kunnen maken naar andere kunstvormen.
Ik maak de seizoensbrochures en affiches voor de KVS. Daarnaast ontwerp ik zo nu en dan ook voor muziekgroepen. Al zou ik dat laatste nog wel meer willen doen. Dus aan alle muzikanten… (lacht)
Ik ben gestart op mijn 23ste. Iedereen rondom mij raadde me toen echt af om een eigen zaak te starten.
Eigenlijk heeft niemand me toen gesteund, maar ik wilde het zo hard en ik had een toekomstbeeld van waar ik na tien jaar wilde staan: met een team aan grote projecten werken.
En daar sta ik nu. En dat is gelukt omdat ik me toen meteen in die structuur heb gegooid. Maar ik heb de eerste jaren enorm afgezien, ook op financieel vlak. Ik had enorm veel twijfels over hoe ik die administratie moest aanpakken. Ik was ook nog heel jong en onwetend. Ik heb heel veel geleerd van mijn boekhouder. Boekhouding en administratie zijn zo’n belangrijk onderdeel van een bedrijf.
Door mijn grote goesting om er te geraken is dat uiteindelijk wel gelukt. Elk jaar opnieuw verleg ik mijn grenzen. De eerste vijf jaren werkte ik alleen, nadien heb ik een assistente aangenomen en ik werk ook geregeld met freelancers en met stagiaires. Dat management moest ik ook echt leren.
Ik heb tot nu toe een 170-tal filmaffiches op mijn teller staan en in al die tijd heb ik toch wel een aantal dingen geleerd. Het belangrijkste voor mij is dat ik er nu — eigenlijk nog niet zo heel lang — in slaag om tijdens de weekends niet te werken. Je werk kunnen loslaten en een goede balans tussen werk en privé creëren, raad ik iedereen aan.
Ik geloof heel erg in de tienduizendurenregel van Malcolm Gladwell.
Als je tienduizend uren bent bezig geweest met een zelfde soort werk of opdrachten, dan begin je het echt onder de knie te krijgen. Je gaat dan meer vanuit je intuïtie werken. In die tien jaar heb ik toch ook wel gemerkt dat alles in de filmindustrie sneller gaat. Het tempo ligt echt wel hoog. Zo zijn er nu ook veel meer verschillende dragers, zoals digitale, bijgekomen. En is er ook meer werk voor series bijgekomen.
Absoluut. Vooral mijn drietaligheid is een grote troef voor mij. Ik voel me echt een kameleon. Als je veel talen spreekt, sta je automatisch open voor andere talen. Zo heb ik al op Italiaanse projecten gewerkt. Brussel als stad heeft een heel open geest, met goede invloeden. Het is ook echt een rijke stad met veel cultuur, heel eclectisch ook. Dat maakt je ook wel flexibeler.
Ik heb gewerkt aan een ontwerp van een heel interessante docu Martin Margiela In His Own Words, die binnenkort uitkomt. De film De Patrick is net uit en The Barefoot Emperor van regisseurs Jessica Woodworth en Peter Brosens is geselecteerd voor het Toronto International Film Festival.
Cookies opgeslagen