Zorgen data ook in de modewereld voor een grote toegevoegde waarde? Of staan ze de creativiteit van de designers en hun ondernemingen in de weg? We vroegen het aan data-experts Philippe Baecke en Michael Lemner. Ze zien nog heel wat braakliggend terrein voor modebedrijven, ver voorbij marketing. “Maar in het creatieproces zal het altijd balanceren blijven tussen data en buikgevoel.”

© Paulien Verheyen

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe artikels in dit magazine? Schrijf je in op onze nieuwsbrief!

Philippe Baecke: "Data maken ondernemen voorspelbaarder, maar mode is bij uitstek onvoorspelbaar"

Philippe Baecke is Full Professor Business Analytics & AI aan Vlerick Business School. In vergelijking met andere sectoren is de modesector nog niet geweldig matuur op dat domein, stelt hij vast. “De focus in de modewereld ligt heel sterk op creativiteit en buikgevoel. Dat zorgt voor terughoudendheid. Die terughoudendheid is ergens ook logisch. Data gebruik je om patronen te herkennen, om jouw onderneming voorspelbaarder te maken. Maar mode is bij uitstek onvoorspelbaar: trends komen en gaan, samen met de seizoenen.”
 
“Wil dat zeggen dat data waardeloos zijn in de modewereld? Uiteraard niet. Modeondernemers maken al volop gebruik van data voor marketingdoeleinden, maar er is elders nog braakliggend terrein. Ik denk bijvoorbeeld aan demand forecasting, een van de grootste uitdagingen voor de modesector. Met collecties die vier keer per jaar wisselen, zijn data van vorig jaar dan nog relevant om de vraag voor dit jaar te voorspellen? Ik denk van wel. Je kan met beeldherkenning op basis van AI een similarity score toekennen tussen producten over verschillende seizoenen heen. Zo kan je de vraag beter voorspellen, de stock efficiënter beheren, en het risico op tekorten of grote overstock verkleinen.”

De opmars van AI

Philippe Baecke denkt niet dat grote modebedrijven met veel financiële en technologische mogelijkheden een voetje voor hebben als het over data gaat. Integendeel zelfs. “Er is onderzoek gedaan naar de factoren die datamaturiteit bepalen. De grootte van een onderneming bleek maar een beperkte rol te spelen, C-level support en bedrijfscultuur waren veel bepalender.”

“Vijftien jaar geleden hadden kleine ondernemingen met beperkte middelen een IT handicap, vandaag zijn er ontelbare cloud- en SaaS-oplossingen die het verzamelen en analyseren van data veel toegankelijker en laagdrempeliger maken. Je kan daarbij natuurlijk niet om de opmars van Artificiële Intelligentie heen. AI kan niet zonder data, maar maakt het ook mogelijk om veel meer met die data te doen.”

“Ik onderscheid verschillende fases van AI- en datamaturiteit. In de laatste, meest mature fase gaan bedrijven helemaal van nul zelf AI-oplossingen ontwikkelen. Ik denk eerlijk gezegd niet dat één Belgisch modebedrijf dat vandaag doet, dat is echt next level. In de eerste fase kan je gewoon gebruiken wat beschikbaar is op de markt. Tools als ChatGPT en Midjourney zijn getraind op miljoenen databronnen, die leveren al heel waardevolle info en inzichten op waar bedrijven mee aan de slag kunnen.”

“In een tussenfase kan je ook bestaande AI-oplossingen aanpassen aan jouw bedrijf. Je zou bijvoorbeeld aan de hand van klantencontacten, via e-mail of andere kanalen, kunnen nagaan hoe tevreden jouw klanten zijn. Er bestaan modellen voor die tekstconversaties ontleden en er sentimenten uit halen. Die modellen kan je dan finetunen op maat van taalgebruik specifiek voor de mode-industrie.”

"Als je focust op de databronnen die écht nuttig zijn, dan kan je door 20 procent samen te brengen in één database al snel 80 procent van je use cases realiseren."

Philippe Baecke,

Data-expert

Welk advies geeft Baecke aan mode-ondernemers die op datagebied nog achterop hinken? “Start met het uitwerken van een datastrategie. Dat klinkt bombastisch, maar het betekent: kijk rond in je organisatie, map x-aantal use cases waar data een meerwaarde kunnen zijn. Kijk voorbij de korte termijn, zet de horizon op één tot drie jaar. Of zelfs vijf jaar. Je zal zien dat die use cases elkaar ook overlappen met betrekking tot data en analytische vereisten.”

“De grootste uitdaging is niet het verzamelen van data, maar het samenbrengen van data uit verschillende bronnen. Data zitten vandaag vaak versnipperd over CRM-systemen, ERP-systemen, de Excel-files van salesteams, sociale media,… Dat lijkt een echte berg waar je over moet, maar lang niet alle data zijn even relevant. Als je focust op de databronnen die écht nuttig zijn, dan kan je door 20 procent samen te brengen in één database al snel 80 procent van je use cases realiseren.”

Michael Lemner: "Mode-ondernemers zullen altijd balanceren tussen data en buikgevoel"

Michael Lemner is een echte modeveteraan. Hij lanceerde H&M in Frankrijk en in België, hij leidde LolaLiza en was actief in verschillende andere bedrijven. Met Tim-Tam Consulting focust hij vandaag op het belang van data voor de retailwereld, waaronder opkomende fashion tech start-ups.
 
“De uitdaging voor modebedrijven is radicaal veranderd”, zegt Lemner. “Vroeger vroegen ze zich af waar ze die data in godsnaam moesten vinden. Vandaag, in het digitale tijdperk van online shoppen en sociale media, is de vraag vooral hoe je kwalitatieve en relevante data selecteert uit de lawine aan informatie waar je over beschikt. En in een tweede fase, hoe je uit die relevante data de juiste inzichten en acties haalt.”

"Kleine en middelgrote spelers staren zich nog te vaak blind op marketing, terwijl data bijvoorbeeld ook logistieke problemen kan helpen oplossen."

Michael Lemner,

Data-expert

“Je hebt grosso modo twee soorten data: productdata en consumentendata. De productdata kennen de modebedrijven, die staan gewoon in het etiket en op het prijskaartje van elk stuk. Waar is het gemaakt? Van wat is het gemaakt? Hoeveel kost het? Modebedrijven beschikken vandaag ook al over een schat aan consumentendata. Zeker online hebben ze een heel goed zicht op wié een stuk heeft gekocht en hoe consumenten er toe zijn gekomen om dat stuk te kopen. Maar ook offline geven klantenkaarten, getrouwheidsprogramma’s en kortingcodes al een behoorlijk onthullende inkijk in wie die consument precies is.”
 
“Alleen doén modebedrijven soms nog te weinig met data. Ik kom vaak in winkels en dan vraag ik bijvoorbeeld welke kleur het best verkoopt. “Euh, geen idee”, luidt het antwoord dan geregeld, “dat zouden we eens moeten nakijken”. Zeker de kleine en de middelgrote spelers hebben nog wel een weg af te leggen. Ze staren zich nog te vaak blind op marketing, terwijl data bijvoorbeeld ook logistieke problemen kan helpen oplossen.”

Klanten en buitenwandelaars

Een doeltreffende datastrategie vraagt volgens Lemner een heldere focus. “Ik kijk vanuit mijn eigen achtergrond en ervaring met een retailbril naar data. De essentie van retail is niet veranderd en zal ook niet veranderen: buying and selling. Zeker voor modebedrijven die geen tijd, mensen en middelen op overschot hebben, is het cruciaal om dat altijd in het achterhoofd te houden wanneer ze data verzamelen. Wie zijn je leveranciers? Wie zijn je klanten? Wat willen ze, vandaag en morgen? Focus op die data die je daar relevante inzichten over geven, vergeet de rest.”

“Er zijn vandaag heel wat doeltreffende, betaalbare tools beschikbaar om data te verzamelen en te analyseren. Maak het niet te ingewikkeld, investeer geen geld in dure en complexe technologie als de basis niet goed zit.”

Lemner heeft nog een opvallende raad voor modebedrijven: verzamel niet alleen relevante data over je klanten, maar ook over de mensen die rondkijken maar weer vertrekken zonder iets te kopen. “Hun data zijn niet alleen even waardevol als die van je klanten, ze zijn ook met veel meer. We weten uit onderzoek dat de gemiddelde conversieratio zo ergens tussen de 15 en 20 procent ligt. Dat wil zeggen dat vijf op zes mensen die in je winkel komen weer buitenwandelen of uitchecken zonder aankopen. Vonden ze hun maat niet? Was dat ene stuk dat ze zochten er niet in de juiste kleur? Je weet het niet.”
 
“Ik ben zelf actief in een start-up, LiveCrew, die in kaart brengt wie de ‘buitenwandelaars’ zijn. De verkopers praten meestal wel met die klanten en weten vaak waarom ze uiteindelijk toch niets kopen. We maken het voor die verkopers heel eenvoudig om dat snel en efficiënt te registreren. Kleinere en middelgrote merken hebben hier trouwens een troefkaart in handen, ze hebben veel meer contact met (potentiële) klanten dan de grote ketens.”

Door de datajungle

Ziet Lemner ook een rol weggelegd voor data in het creatieproces? “Call me old fashioned, maar ik geloof nog altijd dat het in de mode uiteindelijk om de kleding draait. Product is king, ondanks alle marketing errond. Ontwerpers zullen bij het creëren van dat product nooit op data alleen afgaan. Ze reizen, ze gaan naar shows, ze lezen magazines, ze houden hun ogen open op straat. Data kunnen designers helpen om door het bos – de jungle aan data, zeg maar – toch de bomen te blijven zien. Het zal altijd balanceren blijven tussen data en buikgevoel."