Ondanks de toenemende subsidiedruk en de economische realiteit blijft de nood om roerend en onroerend erfgoed op een duurzame manier te bewaren voor toekomstige generaties. Via gespecialiseerde restauratie- en conservatietechnieken speelt het International Platform for Art Research and Conservation (IPARC) hierop in. Peter Taeymans en Lina Temmink over hun constante zoektocht naar wat wel en niet werkt. 

Wat zijn, naast ouderdom en noodweer, de grootste boosdoeners die een restauratie nodig maken?

Linda: Er zijn heel veel menselijke factoren die een rol spelen. Alles wat binnen handbereik is van de mens en dus kan worden aangeraakt of kan worden gevandaliseerd, ziet af. Zo kunnen zelfs ademhalen, niezen en zweten op termijn een impact hebben.

Peter: Daarnaast heb je ook de omstandigheden waarin iets bewaard wordt. België telt veel cultureel erfgoed van uitzonderlijke kwaliteit en er heerst een restauratiecultuur. Toch wordt niet alles op de juiste manier bewaard. Of er wordt te weinig aandacht aan besteed, of er zijn geen middelen om kleine werken, zoals het lekken van een dak, uit te voeren. Zo kan een eeuwenoud monument op korte tijd volledig degraderen.

Linda: Ook de betrokkenheid van het bestuur speelt een rol. Er zijn heel wat besturen die hard vechten om een bepaald monument te restaureren, maar tegen een gebrek aan middelen aanlopen. Wanneer uiteindelijk de subsidies verzameld zijn, is het kwaad soms al geschied. Naast kerken en musea zijn het vooral kunstenaars en privéverzamelaars die beroep op ons doen.

Peter Taeymans

Peter Taeymans

Linda Temmink

Linda Temmink

Hoe zit het met slechte restauraties?

Peter: Te veel objecten en interieurs worden te snel gerestaureerd met te weinig budget, en de kwaliteit is dan ook navenant. Zeker wanneer er materialen worden gebruikt die snel degraderen of zelfs schade toebrengen.

Linda: Een gebrek aan kennis speelt ook mee, vooral wanneer er kant-en-klare standaardoplossingen worden toegepast.

IPARC

Waarin ligt jullie grootste uitdaging?

Peter: Elke dag is anders, geen enkele restauratie en handeling is gelijk. In de Sint-Carolus Borromeuskerk bijvoorbeeld gingen de eerste paar meters van het verwijderen van de afwerkingslaag goed, maar dan doken er onvermijdelijk problemen op. We moeten continu op zoek naar nieuwe oplossingen.

Linda: Onze job is een constante speurtocht naar wat wel en wat niet werkt. Het is net die inventiviteit die wij het boeiendste vinden aan wat we doen. Er is geen handboek dat zegt hoe het werkt.

Peter: Oh jawel, maar dat stemt niet altijd overeen met de praktijk.

IPARC

Sinds 2012 hebben jullie de krachten gebundeld onder de vennootschap IPARC. Vanwaar de beslissing om samen te werken?

Peter: Als zelfstandig restaurateur kom je amper aan de bak. Bovendien wordt de vraag naar een multidisciplinaire aanpak steeds groter en kunnen we binnen IPARC kennis uitwisselen en samenwerken.

Linda: Als je werk vindt, word je ondanks je masterdiploma dikwijls betaald als handarbeider. De meesten doen het puur uit liefde voor het vak. Maar vergis je niet: restaureren is hard werken en een combinatie van onderzoek, analyse, chemie, vakkennis, artistieke feeling en handenarbeid.

Peter: Als je bent afgestudeerd, ga je vaak in dienst bij een grote aannemer of werk je in het depot van een museum. Of je gaat als zelfstandige aan de slag en dan is het vaak een kwestie van overleven.

Linda: IPARC telt vijf vennoten. Ons team is gespecialiseerd in moderne materialen, hedendaagse kunst, oude en moderne meesters, hout, polychromie, textiel en steen.

Peter: Om continuïteit te kunnen waarborgen voor alle medewerkers en zo een duurzaam bedrijf uit te bouwen, wordt de administratie, het commerciële beleid, marketing en communicatie en het financiële aspect gebundeld. Samen sta je sterker en we zoeken ook steeds collega’s die onze drive delen. Zo kunnen we als onderneming nog meer specialismen aanbieden en ons blijvend onderscheiden van andere spelers.

IPARC

Dit interview werd afgenomen naar aanleiding van Antwerp.Works, het festival rond creatief ondernemen dat plaatsvond eind september 2016. Foto's © Bart Kiggen