Dat ontwerpen met mooie materialen ook duurzaam kan zijn, bewijzen Knifeforging en Studio Swelvet. Antoine Van Loocke creëert aardappelmesjes met een verhaal, Michael Bonne en Kevin Brondel maken er een punt van om houten creaties te maken waarvan de impact op de natuur minimaal is.

“Je kunt nog heel wat doen met overschotten”, zo stelt Michael Bonne. Met Studio Swelvet tracht hij in de eerste plaats afval te vermijden in de ontwerpfase, maar overschot van materiaal kan altijd gerecupereerd worden in nieuwe designs. Antoine Van Loocke vertrekt zelfs van recuperatiemateriaal, dat hij met liefde en vakmanschap bewerkt tot de befaamde ‘patattenschellers’ van Knifeforging

Afval van afval, dat is voor mij goud waard.

Antoine Van Loocke,

Knifeforging

In het begin maakte Van Loocke nog zelf zijn lemmeten. Als een echte smid vervaardigde hij damasten platen, een tijds- en arbeidsintensief proces dat hij bovendien als milieuvervuilend zag. Nu herslijpt hij lemmeten van oude serviezen voor zijn unieke aardappelmesjes. Zowel Michael Bonne als Antoine Van Loocke hebben een voorliefde voor natuurlijk hout en kiezen ook hier bewust voor hergebruik door te werken met hout van zieke of dode bomen.

Antoine Van Loocke, Knifeforging

Antoine Van Loocke, Knifeforging

Knifeforging mes

Anderen inspireren, dat is eveneens een gedeelde drijfveer. Antoine Van Loocke hecht veel belang aan het doorgeven van zijn kennis en ambacht en maakt van het opleiden van zijn stagiairs een prioriteit. Studio Swelvet hoopt, door de juiste producten neer te zetten, mensen te laten inzien dat het ook anders kan. “Als het aantal mensen dat daar ook voor wil betalen eenmaal begint te groeien, dan is er plaats voor meer duurzaam maatwerk. En dan hopen we dat ook meer ondernemers op die manier gaan werken.”

Michael Bonne, Studio Swelvet

Michael Bonne, Studio Swelvet

Interieur le bal infernal Studio Swelvet


Meer weten over de ondernemers achter Studio Swelvet en Knifeforging? Lees de volledige interviews op Ondernemers ondernemen voor iedereen, een campagne van de Vlaamse Overheid en het Agentschap Innoveren en Ondernemen, met steun van Flanders DC, Unizo en Voka.