Gelieve een meer recente versie van uw browser te installeren.
28 februari 2017
3 minuten leestijd
Letters. Iedereen gebruikt ze. Ze zijn zo geïntegreerd in ons dagelijks leven dat je bijna vergeet dat ze echt wel gecreëerd werden door iemand. Hoewel Antwerpen, dankzij de familie Plantin-Moretus, destijds de bakermat vormde van de boekdrukkunst, telt België vandaag slechts een handjevol letterontwerpers. Jo De Baerdemaeker is er daar één van.
Jo De Baerdemaeker
Letters zijn inderdaad vanzelfsprekende producten. Je ziet ze in je krant, op je tablet of je smartphone, maar niemand weet hoeveel werk er schuilt achter het vormgeven van een degelijk lettertype. Het gebruik van een font gaat gepaard met licenties, wat ook heel vaak vergeten wordt. Het is net als bij royalty’s van muziek, waarbij een deel van de verkoop terugvloeit naar de artiest. Al te vaak worden lettertypes gebruikt en uitgewisseld, zonder dat de maker er een cent aan verdient.
Dat klopt. Veel grafische ontwerpers maken een alfabet van alleen maar kapitalen of bepaalde letters, bijvoorbeeld voor een logo. Het gewone Latijnse schrift bestaat uit 26 kleine letters en 26 kapitalen, maar daar komen ook alle accenten, leestekens, ligaturen en symbolen bij. Een font bevat dus ook een hele resem aan andere tekens, afhankelijk van het gebruik. Want letters moeten bijvoorbeeld ook functioneel zijn op het toetsenbord en systeem van je computer. Bovendien zit er ook een hele technologie achter de leesbaarheid en het gebruik van letters in meerdere talen.
In de periode van Christoffel Plantijn waren Antwerpen en de Lage Landen, the place to be om letters te ontwerpen. Hendrik van den Keere (1540-1580) en Jacques-François Rosart (1714-1774) hebben hele mooie letters gemaakt. Maar dan spreek ik over lang lang geleden. Op dit moment steken Nederland en Groot-Brittannië er met kop en schouder bovenuit, omdat bijna elk merk er een eigen, customized lettertype heeft: van de loterij en de supermarkt, tot banken en musea. De reden is dat zij een langere geschiedenis van de evolutie van de typografie en vormgeving kennen. België liet zich de laatste decennia vooral beïnvloeden door Nederland en Frankrijk. Nu telt België slechts enkele letterontwerpers.
Mijn klanten zijn meestal software bedrijven, grafische of reclamebureaus. Eén van mijn eerste Belgische opdrachten kwam via Sara De Bondt, die voor kunstencentrum Wiels in Brussel een nieuwe identiteit had ontwikkeld. Ze wilde een eigen lettertype om alle communicatie rond het museum vorm te geven. Verder heb ik, naast de Flanders Art fontfamilie voor de Vlaamse overheid, onder andere het nieuwe lettertype voor de stad Antwerpen ontwikkeld. Naast de bestaande broodletter wilden ze een andere, meer grafische en experimentele letter, die mocht opvallen in het straatbeeld. In plaats van met lichte en vette letters te werken, kozen we een atypisch alternatief, en opteerden we voor een fontfamilie van letters in drie verschillende hoogtes, die verwijzen naar de skyline van de stad.
Naast Lungta Tibetaans, heb ik momenteel zelf nog maar weinig eigen nieuwe letters geïntroduceerd, omdat ik meer dan de handen vol had met opdrachten. Maar ik heb wel al verschillende originele letterontwerpen klaar, die nog niet helemaal gefinaliseerd zijn. Begin 2017 hoop ik wel een aantal nieuwe letterfamilies op de markt te kunnen brengen. Eén van mijn grotere opdrachtgevers is Microsoft. Voor Windows 8 heb ik Nirmala Bengali ontworpen. Telkens wanneer er een computer van Microsoft wordt verkocht, zit dit Bengaalse lettertype er dus standaard mee in. Daarnaast specialiseer ik me ook in andere niet-Latijnse letterontwerpen. Het lijkt vanzelfsprekend, maar ik ontwikkel schrifturen die compatibel zijn zowel voor drukwerk als voor digitaal en online gebruik.
Dit interview werd afgenomen naar aanleiding van Antwerp.Works, het festival rond creatief ondernemen dat plaatsvond eind september 2016. Foto's © Bart Kiggen
Cookies opgeslagen