Gelieve een meer recente versie van uw browser te installeren.
22 maart 2021
4 minuten leestijd
Na twee jaar onderzoek en testen in laboratoria heeft Circular Matters haar eerste biogebaseerde, circulaire plaatmaterialen op de markt gebracht. Die moeten de verdere groei van de start-up mee mogelijk maken. Een gesprek met Pieter Dondeyne over de opstart van het bedrijf en de financiering die hij daarvoor gebruikte.
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe artikels in dit magazine? Schrijf je in op onze nieuwsbrief!
Al tijdens zijn studies industrieel ingenieur koesterde Pieter Dondeyne een fascinatie voor materialen. Toen hij de kans kreeg die verder uit te diepen tijdens MAAKBAAR, een project van BOS+, AIDER Peru, OVAM, Design Museum Gent en Flanders DC, greep hij die met beide handen. Hoewel dat begeleidingstraject uiteindelijk geen concreet product opleverde, legde het wel de kiem voor Circular Matters. “Ik kwam tot de vaststelling dat we nu vaak toxische harsen of synthetische plastics gebruiken en dat we dringend op zoek moeten naar natuurlijke alternatieven. Aangezien grote chemiereuzen er weinig belang bij hebben om hun eigen businessmodel in vraag te stellen, moeten de kleine spelers innoveren. Zo zijn traditionele kunststoffabrieken tot nu toe vaak geconcipieerd als plekken waar op grote schaal één monogrondstof, namelijk aardolie, wordt verwerkt tot producten die vervolgens naar de hele wereld worden geëxporteerd. Die efficiënte productie houdt de prijs laag. Het werken met nevenstromen vraagt andere technieken en modellen, met een meer lokale, kleinere en daardoor ook transparantere productie”, vertelt Dondeyne.
Intussen bestaat zijn team uit vier mensen, die allemaal een andere achtergrond als ingenieur hebben. “Tijdens ons eerste jaar huurden we een labo aan de KU Leuven, waardoor we makkelijk contact konden leggen met andere onderzoekers. Want wij zijn eerder generalisten terwijl we soms mensen met zeer gespecialiseerde kennis nodig hebben. Voor dat onderzoek naar innovatieve materialen en technieken konden we rekenen op steun van VLAIO. Niet alleen de financiële steun, maar ook de tips van bedrijfsadviseur Elke De Rijck hebben ons enorm goed vooruitgeholpen”, vertelt Dondeyne. “Ook via het Climate-KIC-initiatief van de Europese Unie, een accelerator voor innovatieve technologieën met impact, kregen we zowel financieel als qua coaching een duwtje in de rug. Bovendien vereiste deze seed funding geen aandelen in retour. Tenslotte wonnen we ook de Bizidee Award, wat niet alleen een eer was, maar met 20.000 euro ook een financieel duwtje in de rug.”
In zijn zoektocht naar een natuurlijk alternatief voor kunststoffen richtte Dondeyne zijn pijlen op de wereld van nevenstromen.
Doordat Circular Matters grondstoffen redt van compostering, geeft het afval een tweede leven en bezit het materiaal een lagere CO2-uitstoot. “Momenteel combineren we vezelrijke nevenstromen zoals tomaten, riet of gras met nevenstromen uit de voedingssector zoals bierborstel. Als je weet dat er per vat bier zo’n tien kilogram vaste graanresten overblijven, is het niet moeilijk om te beseffen dat het over enorm grote volumes gaat. Samen vormen die twee soorten nevenstromen de functionele basis van ons biogebaseerd materiaal. Hoewel het technisch gezien om één materiaal gaat, kan het er afhankelijk van de grondstoffen en verwerkingsmethoden anders uitzien of andere eigenschappen hebben”, vertelt Dondeyne.
“Van bij de start hebben we het technische en esthetische aspect aan elkaar gekoppeld, terwijl die in de traditionele industrie vaak ontkoppeld worden. Zo wordt er bijvoorbeeld een laagje fineer of papier op een plaatmateriaal verlijmd of worden natuurlijke vezels voor 3D-producten vermengd met plastic. Hoewel zo’n materiaal er ecologisch uitziet, valt het niet meer te recycleren, waardoor de negatieve impact alleen maar groter is geworden”, vertelt Dondeyne.
“Hoewel het niet makkelijk was om ons door en door duurzaam product op punt te stellen, biedt het naar verwerking toe voordelen. Aangezien het materiaal er tot in de kern hetzelfde uitziet, zijn eventuele krassen minder zichtbaar of kan je makkelijker een stuk wegfrezen”, vertelt Dondeyne. “Daarnaast is ons plaatmateriaal erg sterk. Terwijl in de meubel-, interieur- en bouwwereld nu vaak met diktes van achttien millimeter wordt gewerkt, biedt ons materiaal dezelfde sterkte in uitvoeringen vanaf zes millimeter. Dat er minder materiaal nodig is, heeft een significante invloed op de CO2-uitstoot.”
Hoewel het materiaal nog in de kinderschoenen staat, brengt Circular Matters met haar platen doelbewust een eerste product op de markt.
“We wilden zo snel mogelijk een minimal viable product op de markt brengen. Die eerste klanten, zoals Bioplanet of de Kringwinkel, helpen ons aan inkomsten, waarmee we ons onderzoek verder kunnen zetten. Bovendien zorgen ze voor directe feedback uit de markt. Daarnaast werken we verder aan de schaalbaarheid, en zo een toegankelijkere prijs. Hoewel we daar van bij de start bewust mee bezig zijn, hebben we onderschat hoe pittig dat zou zijn. Van het labo zijn we al geëvolueerd naar een pilootfabriekje, en we zetten elke dag stappen vooruit, maar we blijven op zoek naar betere machines en werkprocessen. Voor de opschaling kijken we naar investeerders in cleantech of impactgerichte fondsen. Niet alleen het begeleidingstraject van Impact Shakers, maar ook dat van Start it @KBC heeft ons daar goed bij geholpen. Daarnaast zijn we op zoek naar bedrijven die over interessante nevenstromen beschikken en die willen investeren in ons onderzoek om daar een duurzame oplossing voor te bedenken.”
Met Circular Matters reikt Dondeyne graag de hand naar de designwereld. “Ontwerpers als Christien Meindertsma of Thomas Vailly, die ons gebruik van grondstoffen en de achterliggende ketens in vraag stellen, inspireren me. Tegelijk willen we met Circular Matters een stap verderzetten, door een materiaal op grote schaal in de markt te introduceren. Aangezien we beseffen dat een puur technologische vernieuwing niet volstaat om impact te genereren, werken we graag samen met ontwerpers als Filip Janssens en Sep Verboom, die we leerden kennen tijdens MAAKBAAR, om er ook echte producten mee te maken. Zo maakte Filip met zijn schaal Booowls de driedimensionale vormbaarheid zichtbaar. En werken we met Sep en zijn platform Livable aan ONTketen. Binnen dat project, dat subsidies kreeg via het luik Innovatieve partnerprojecten binnen het departement Cultuur van de Vlaamse Overheid, onderzoeken we hoe we aan de slag kunnen gaan met de reststromen van Pro Natura, en hoe we hun werknemers, en zo de sociale economie, kunnen betrekken in ons verhaal. Momenteel zijn we op zoek naar bedrijven en ontwerpers die mee in dit verhaal willen stappen. Een van de partners die al hebben toegezegd, is Van Hoecke uit Sint-Niklaas, marktleider in functioneel meubelbeslag. Aangezien CEO Peter Van Hoecke duurzaamheid hoog in het vaandel draagt, wil hij het gamma vanuit die insteek innoveren. We lanceren nu ook een open call naar ontwerpers, die in eerste instantie zal leiden tot de matchmaking en op lange termijn tot nieuwe producten gemaakt uit betere materialen.”
Op 29 april vindt er in het kader van het project WOOD-DESIGN een webinar plaats, waarop Pieter Dondeyne en Sep Verboom zullen spreken over hun samenwerking.
Cookies opgeslagen