RFID (Radio Frequency Identification), het elektronische systeem waarmee gegevens op etiketten of tags kunnen worden gelezen, leek eindeloos veel mogelijkheden te bieden. De verwachtingen waren dan ook hooggespannen. Maar heeft de technologie die ook ingelost? Vonden de intelligente labels hun weg naar de modewereld? En wat heeft de toekomst nog in petto?

Wie wil weten hoe snel de tijd vliegt, hoeft zich maar te bedenken dat het al bijna twintig jaar geleden is dat het buzzword ‘RFID’ voor het eerst viel. Wat begon als een rasechte hype is intussen volledig ingeburgerd in de kledingwereld – al heeft de consument daar wellicht weinig van gemerkt. RFID is vandaag de dag zowat overal aanwezig. Slimme kassa’s helpen Decathlon-klanten aan een sneltempo door alle producten tegelijk in te lezen. Verder vertelt RFID de winkeldames van Zara en GIKS Mode (een Vlaamse multibrand retailer) meteen waar ze verloren gelegde kledingstukken kunnen terugvinden en hoe het op elk moment met de voorraad is gesteld. JBC gebruikt de technologie dan weer om haar klanten doorheen de verschillende kanalen beter te kunnen bedienen. We zouden nog veel meer voorbeelden kunnen geven van retailers en producenten die een beroep doen op RFID. Of liever: ‘RAIN’, want zo werd de technologie herdoopt om beter herkend te worden in de draadloze speeltuin waar ook Wifi, Bluetooth en NFC ronddolen. Een goed moment om terug te blikken – én om vooruit te kijken. 

Terug naar ‘74 en hoe het allemaal begon

26 juni 1974: een legendarische retaildatum.

Toen werd namelijk voor het allereerst een barcode gescand aan de kassa van een winkel.

Initiatiefnemers P&G, Walmart, Metro en Gillette hadden hun schouders onder dit project gezet om productidentificatie te vergemakkelijken, de foutenmarge bij kassawerk terug te dringen en het afrekenen een pak sneller te doen gaan. Na 25 jaar vonden diezelfde giganten het tijd voor iets nieuws. Ze gingen op zoek naar de opvolger van de barcode en kregen meteen steun van andere sectoren. Leden van de MIT Universiteit, die ook de barcode ter wereld hielpen brengen, werden opnieuw gevraagd om een concept uit te werken. Hun paper, Towards the five-cent tag, werd de nieuwe bijbel (hoewel de ‘tag’ op dat moment nog 40 cent kostte) en de RFID-hype was geboren. De verwachtingen waren hoog – onrealistisch hoog soms. Intussen is de technologie algemeen ingeburgerd in de meest uiteenlopende sectoren van het bedrijfsleven. En zijn rijk is nog niet ten einde. 

De modesector niet meteen overstag

Het was dankzij de mode-industrie dat het gebruik van RFID in een stroomversnelling terechtkwam. Toch reageerde de modesector aanvankelijk relatief lauw op het idee: de interesse was beperkt tot enkele voortrekkers, zoals Marks & Spencer in het Verenigd Koninkrijk en Gerry Weber in Duitsland. Sommige bedrijven gingen er wél volop voor: ze zetten de technologie niet enkel in voor hun voorraadbeheer, maar ook voor de klantbeleving. Levi Strauss spande wellicht de kroon, getuige de Magic Mirrors die het label in sommige van haar Mexicaanse filialen installeerde. De rest van de sector ging echter pas overstag toen duidelijk werd dat RFID dé oplossing bood om voorraden in kledingwinkels snel te controleren (continu, zelfs). Voorraadnauwkeurigheid was namelijk een oud zeer. Zo raakte stilaan de hele mode-industrie doordrongen van het besef dat een investering in de technologie zichzelf terugbetaalde. Dat het verdwijnen van kledij in één klap aan banden gelegd kon worden, was natuurlijk mooi meegenomen. Kortom: het duurde niet lang voordat het potentieel van RFID algemeen bekend was.  

RFID-scanners

De omnichannel-uitdaging het hoofd bieden

Anno 2017 is RFID nog lang niet uitgezongen – integendeel.

Er zit een nieuwe golf van implementaties aan te komen, onder impuls van de omnichannel-aanpak.

E-commerce zit ontegensprekelijk in de lift: terwijl bedrijven het vroeger van hun fysieke winkels moesten hebben, stijgt het aandeel van de verkoop die ze uit hun webshops halen. Een betere integratie van online- en offlinekanalen is dan ook een must, zodat de klant slechts één voorraad te zien krijgt. De voordelen van het systeem spreken voor zich. P2LU of ‘Pick to the last unit’ is perfect mogelijk, terwijl extra veiligheidsvoorraden overbodig worden (waarmee bedrijven op slag komaf maken met een zware investering en een groter risico op niet-verkoop). Retailers zoals Macy’s, die al geruime tijd met RFID experimenteren en er binnen enkele maanden zelfs al hun producten mee zullen uitrusten, hebben geen veiligheidsvoorraad meer nodig om te compenseren voor onnauwkeurigheden – zowel online als offline. 

De RFID-tag wordt geïntegreerd in het label

Bedrijven die de handen in elkaar slaan

Hoewel veel bedrijven hun krachten wel willen bundelen en samenwerkingen een grote meerwaarde hebben, blijken zo’n initiatieven in de praktijk nog altijd moeilijk te realiseren. In de VS liet het EPC Item Level Tagging Initiative zien dat het ook anders kan. Geïnspireerd door dit goede voorbeeld bracht het VIL in samenwerking met GS1 bedrijven uit de modesector samen om een gelijkaardig leerproces op gang te trekken in België. Dit initiatief 'In-store-improvement' kon in 2014 rekenen op enthousiaste deelnemers als Bel&Bo, Bleckmann, Caroline Biss, GIKS Mode, Scapa en Van de Velde. Deze bedrijven bogen zich over de succesverhalen uit de rest van de wereld en namen de terugverdienmodellen van die voorbeelden onder de loep. Bij een goede match kregen de deelnemers zicht op de concrete implementatie ervan en de eventuele hindernissen die ze daarbij zouden moeten overwinnen. Gedurende het hele traject lag er een grote nadruk op technologie en wat die vandaag allemaal mogelijk maakt. 

Labels worden met het RFID-toestel gescand

Proeven van technologie

Nadat de modebedrijven de koppen bij elkaar staken, werden drie proefprojecten op poten gezet, telkens rond een ander type van voorraadcontrole.

De projecten leerden ons dat volautomatische systemen, ondanks hun kinderziektes, een veelbelovende toekomst tegemoet gaan. 

Scapa besloot om alle artikelen in haar Antwerpse flagship store uit te rusten met een extra RFID-label en om meerdere keren per week de voorraad op te meten, terwijl Van de Velde haar store-in-store in Galeries Lafayette bij het experiment betrok. Beide merken lieten hun personeel de stock inventariseren met snelle scanners – online bij Van de Velde, en offline bij Scapa. Zo kregen de bedrijven niet alleen zicht op hoe snel het proces verliep en hoe het personeel ermee omging, maar ook of er nog technische problemen mee gepaard gingen. Bel&Bo in Deerlijk probeerde tot slot de nieuwste real-time technologie uit. Met behulp van antennes die vakkundig in het plafond waren weggewerkt, controleerde dit merk voortdurend of de artikelen in de winkel bleven liggen, verplaatst werden of de winkel verlieten. Daarbij kon het personeel zelfs zien welke items de deur uitgingen met of zonder betaling.

RFID verenigt mode-ondernemingen

Naast het initiatief uit 2014, toverde GS1 in 2016 nog een project uit haar hoed. Namelijk: een expertgroep voor bedrijven die in België of Nederland met RFID aan de slag gaan, zoals onder meer DobotexFoot Locker, G-Star, KomonoSuit SupplyWolky en de meeste deelnemers uit het eerdere traject met VIL. Deze groep zet zich vier keer per jaar rond de tafel om ervaringen uit te wisselen, successen te delen en moeilijkheden samen te overwinnen. Verder verkennen ze het stijgend aantal hulpmiddelen dat voor de sector ontwikkelend wordt. Zo was het vroeger bijvoorbeeld moeilijk om een RFID-label te selecteren wanneer verschillende bedrijven op verschillende plaatsen in de keten het moesten hanteren. De recent uitgewerkte ‘Tagged Item Performance Protocol’ biedt op dit vlak alvast soelaas. Dankzij dit handige systeem kan een retailer makkelijk communiceren met zijn producenten over de nodige labels, afhankelijk van het type kledij en hoe moeilijk het is om de voorraad te controleren in heel het distributieproces. De ‘EPC-Enabled RFID Serialization Management’-richtlijn verduidelijkt dan weer waar en hoe je RFID-tags moet aanbrengen en welke productcodes erop horen. En omdat privacy tot slot een heikel punt is, werd het PIA of ‘Privacy Impact Assessment Tool’ in het leven geroepen: deze tool vertelt je stap voor stap hoe je moet omgaan met de persoonsgegevens van klanten. 

De toekomst: afrekenen aan het pashokje?

Er ligt een mooie toekomst in het verschiet voor RFID. Eenmaal je dankzij het systeem een accuraat beeld hebt van de voorraden, kan je verder denken aan toepassingen die dichter bij de klant staan. Waarom zou je klanten bijvoorbeeld nog aan de kassa laten aanschuiven en betalen als de winkelbediende de verkoop op eender welke plaats in de winkel kan afhandelen? Eén ding is zeker: al was het dan zonder de toeters en bellen van zijn beginjaren, RFID-technologie heeft wel degelijk zijn weg gevonden naar het bedrijfsleven. 


Jan Merckx,

project manager VIL

Jan Merckx is al meer dan 20 jaar actief in de logistiek in verschillende sectoren. Hij heeft zich gaandeweg gespecialiseerd in de technologische aspecten en meer bepaald in de auto-ID technologie. Vandaag is hij voornamelijk actief in het begeleiden van innovatieve trajecten voor het VIL waaronder de Benelux RFID-expertgroep voor de kledingsector.