Als Head of Emerging Talent van de prestigieuze Franse Fédération de la Haute Couture heeft Serge Carreira als geen ander de vinger aan de pols van wat er beweegt in het modelandschap. In die hoedanigheid is de Fransman een vaste waarde in de jury van de Belgian Fashion Awards, georganiseerd door Flanders DC, MAD Brussels, WBDM, Knack Weekend en Le Vif Weekend. Serge gelooft rotsvast in opkomend talent en hun potentieel: “De beste manier om het systeem te veranderen, is van binnenin.”

Serge Carreira © Stephane Kossmann

Je zetelde al in verscheidene jury’s voor de Belgian Fashion Awards. Hoe verliep deze editie?

Elk jaar is anders, maar België brengt steevast een groep getalenteerde ontwerpers voort met het potentieel om de modewereld te transformeren. Wat me opviel, is de groeiende aandacht voor hoe elk talent de industrie kan vormgeven en hoe dat aantoont dat ontwerpers reflecteren over een veranderende wereld.

Welke kernbegrippen en thema’s keren terug binnen je gesprekken en resoneren in die zin op grotere schaal?

Duurzaamheid maakt al langer deel uit van het gesprek, maar tegenwoordig is die denkreflex bijna vanzelfsprekend. Als hedendaagse ontwerper kun je het je niet veroorloven om daar onzorgvuldig mee om te springen in het creatieve proces.

Er is goesting om met respect andere manieren van produceren te vinden.

De sociale dimensie van modeprojecten wint sterk aan belang: er is veel aandacht voor community, er is goesting om met respect andere manieren van produceren te vinden. Met ‘anders’ bedoel ik niet dat jonge talenten zich volledig buiten het bestaande systeem plaatsen, dat ze – ik zeg maar wat – nu een modelabel zonder fotografie of zonder modellen willen, maar eerder dat ze zoeken naar hun eigen manieren om binnen het kader te werken. En dat terwijl ze het menselijk willen houden. Kleding produceren kan ook met respect voor de gemeenschap waarmee je werkt – hetzelfde zie ik gebeuren in publiciteit, in communicatie en in casting waar inclusie steeds meer ruimte krijgt.

Is dat de sterkte van winnaar REantwerp? De ateliers van het duurzame Antwerpse modelabel bieden tezelfdertijd een zachtere landing aan gevluchte artisans van over de hele wereld.

REantwerp is inderdaad méér dan gewoon een sustainable label. Diepgeworteld in het DNA zit de wil om een gemeenschap positief te beïnvloeden. Duurzame mode is mode die toelaat dat mensen kunnen groeien en dat alle stakeholders erop vooruitgaan – niet óf de aandeelhouders, óf de designers óf de consumenten.

REantwerp

REantwerp

REantwerp

Je bent in je dagelijkse professionele leven steeds in de weer met het ondersteunen van opkomend talent. Door de band genomen: wat is vandaag hun grootste nood?

Elke ontwerper klopt natuurlijk aan met een totaal ander verhaal, maar de beste ondersteuning die je kunt bieden, is hen helpen zichzelf uit te drukken. De belangrijkste vraag is: hoe help je opkomende ontwerpers met het creëren van een ecosysteem dat hen toelaat om authentiek te zijn en niet van hun koers af te wijken? Dat hen helpt bij hun échte verhaal te blijven. Helaas kijken ontwerpers soms te veel naar wat anderen doen, waardoor ze het risico lopen zichzelf kwijt te raken.

Voor mij is het meest succesvolle model steeds datgene waarin een ontwerper alle bouwstenen zodanig kan leggen zodat het volledig past bij hoe ze zichzelf willen uitdrukken. Het grootste verschil maak je door hen te helpen zichzelf te blijven en samen op zoek te gaan naar een businessmodel dat daarbij past.

Helaas kijken ontwerpers soms te veel naar wat anderen doen, waardoor ze het risico lopen zichzelf kwijt te raken.

Mode is magisch omdat het een creatieve discipline én een economische realiteit is, en beide kanten kunnen slagen als je het goed aanpakt. Al heb ik nog geen vast recept gevonden. (lacht) Maar wat telkens helpt, is helder weten wat je wilt uitdragen: alleen mooie kleren maken, is niet genoeg. Een sterk merk heeft iets te vertellen. Als projecten ondanks een getalenteerd team falen, ligt dat vaak aan een gebrek aan duidelijke boodschap of een verhaal dat niet resoneert met het publiek.

Waaraan kun jij voelen dat een opkomend modemerk de x-factor heeft, dat ze alles in huis hebben om het te maken?

Wanneer een label authentiek is, en daardoor consistent is en vervolgens kleding maakt die dat communiceert. Uitzonderlijke ontwerpers zijn degenen die te midden van deze overvolle, drukke industrie toch de aandacht weten te trekken door iets uit te drukken dat onmiddellijk aanspreekt.

Van opkomende en jonge talenten wordt vaak gedacht dat ze met dezelfde middelen aan de race beginnen. Nochtans draait de mode-industrie op grote financiële investeringen. Kan mode democratisch zijn? Of kun je het ook zonder fors startbudget ver schoppen?

Daar ben ik zeker van overtuigd. Uiteraard is er een minimale financiële basis nodig, want de mode-industrie is er een van veel cashflow. Maar desondanks dat minimum is het een zeer open sector waarin mensen met de meest uiteenlopende achtergronden een plek kunnen vinden. Ik zeg altijd: wie een eigen merk wil opstarten, moet niet te bewust bezig zijn met alles wat er kan gebeuren en wat je nodig hebt, maar je moet ook niet naïef zijn. (lacht)

Een van de grootste vergissingen die ik veel designers zie maken, is meteen investeren in shows omdat ze willen uitstralen dat ze een onderdeel zijn van de industrie die ze imiteren, terwijl zo’n show niet per se de beste manier is om zichzelf te presenteren. Er zijn altijd alternatieven, en die hoeven bijna niets te kosten. Denk aan alles wat er tijdens de lockdowns met video gebeurde, of aan modelabel KidSuper dat met amper budget in New York filmde.

Mode is niet makkelijk zonder financiële middelen, maar het is wél mogelijk als je een sterke boodschap hebt en je je goed omringt.

Je hoort me niet zeggen dat het makkelijk is zonder financiële middelen, maar het is wél mogelijk als je een sterke boodschap hebt en je je goed omringt. En daarmee bedoel ik niet: je omringen door supersterren. Dat is nog zo’n valstrik waar te veel ontwerpers in trappen.

Er zijn er die onmiddellijk én een sales director én een pr-agentschap én een runwayshow willen, maar dat is niet nodig om van start te gaan. Frankrijk ging in de seventies gebukt onder de eerste oliecrisis, weet je wat het motto was? ‘We hebben geen olie, maar wél ideeën.’

Het doet me denken aan een jonge Jacquemus die modellen met ‘Jacquemus en grève’ liet manifesteren en in 2011 viraal ging tijdens Paris Fashion Week.

Exact, dat was de perfect match. Zijn modellen, échte vriendinnen van hem, belichaamden zijn attitude volledig. Hij bracht freshness op dat moment.

Stephanie D'heygere © Spela Kasal

Het huidige modesysteem biedt ruimte voor authenticiteit, ontwerpers met een boodschap en mode die mensen raakt. Tegelijkertijd is fast fashion groter en sneller dan ooit. Lopen we het risico een dinosaurus te worden, vastgeroest in een ander tijdperk?

Ja en nee. (denkt lang na) Ik denk dat beide systemen naast elkaar kunnen bestaan, en ik hoop echt dat fast fashion nooit volledig de overhand zal krijgen. In de jaren twintig van de vorige eeuw stond couture ook al tegenover confectie, de goedkopere collecties die couture imiteerden. Verschillen in de markt zijn er dus altijd geweest. Maar het is wel zorgwekkend dat consumenten door ultra fast fashion meer dan ooit geobsedeerd lijken door het kopen van kleding, zonder stil te staan bij de processen die daarachter schuilgaan.

Kunnen we dat proces nog vertragen?

Weet je nog dat tijdens de lockdowns iedereen het steeds had over vertragen? Toen geloofde ik er al geen snars van, en ook nu ben ik er niet van overtuigd dat we het wereldwijde systeem op korte termijn kunnen vertragen. Maar ik geloof wél dat mensen steeds meer op zoek zijn naar authentieke, kwalitatieve en respectvolle praktijken. Dus laten we hopen op het beste.

Ik geloof dat mensen steeds meer op zoek zijn naar authentieke, kwalitatieve en respectvolle praktijken.

In plaats van te geloven in een radicale revolutie die binnen twee jaar plaatsvindt, geloof ik eerder in momenten en mogelijkheden waarbij ontwerpers verandering kunnen teweegbrengen. Vooral opkomend talent kan dat, omdat zij vaak resoneren bij een groot publiek.

Kim Jones weg bij Fendi, Peter Do weg bij Helmut Lang, Hedi Slimane weg bij Celine. De stoelendans gaat lustig door, alleen lijkt hier stilaan minder aandacht voor. Klopt dat? En maakt dat meer plaats aan de top voor jongere, onbekendere ontwerpers?

Het voortdurend wisselen van designers weerspiegelt de snelle strategieveranderingen van modehuizen. Bedrijven die dit soort veranderingen (mis)bruiken, zijn vaak zelf op zoek naar hun identiteit. Tegelijkertijd verwachten ze – in hun zoektocht naar de beste en snelste return on investment – vaak veel te veel van creatieve directeurs. Maar als we erin slagen dat systeem weer te vertragen, kunnen deze wissels juist fantastische kansen bieden aan jonge, onbekende designers. Denk bijvoorbeeld aan Demna Gvasalia, die vanuit een niche via Balenciaga een enorm platform kreeg.

Wat zijn voor jou de kenmerken die alle winnaars van de Belgian Fashion Awards van dit jaar met elkaar verbinden?

Ik vind ze enorm authentiek en toegewijd. Samen geven ze een krachtig beeld van wat er speelt in de samenleving: ze zoeken nieuwe antwoorden op uitdagingen, brengen menselijkheid in de mode en tonen een sterke toewijding en betrokkenheid.

Marie Adam-Leenaerdt © Alessandro Garofalo

Marie Adam-Leenaerdt © Alessandro Garofalo

Célestin Verheyden © Jorre Janssens

Célestin Verheyden © Jorre Janssens

Het doet me denken aan It’s Not About Yout(h), een publicatie van het online modeblad 1 Granary, waarin een lange lijst van soms dystopische getuigenissen uit de modewereld werd verzameld. Meer menselijkheid lijkt meer dan welkom.

De beste manier om een systeem aan te passen, is van binnenin.

De beste manier om een systeem aan te passen, is van binnenin.

1 Granary toonde inderdaad dat vandaag een tijd van transparantie aanbreekt. Zeker jongere merken hebben hierin mogelijkheden.

Is transparantie dan ook iets wat je hen aanraadt?

Zeker. Op het moment dat je nog klein bent, is het veel makkelijker om van volledige transparantie en overzichtelijke controle een gewoonte te maken zodat het een wezenlijk onderdeel van je onderneming wordt.

Bestellingen laat terugsturen, grote kortingen verwachten... Consumenten realiseren zich vaak niet dat een opkomend merk niet te vergelijken is met een groot modelabel. Vanuit jouw ervaring met jonge merken: welk advies zou je consumenten willen meegeven?

Shop met je hoofd.

Daniel Henry © Victor Pattyn

Daniel Henry © Victor Pattyn

Meryll Rogge © Nathan Yamniak

Meryll Rogge © Nathan Yamniak

Zo eenvoudig je mantra, zo uitdagend de uitvoering. Mode leeft op dat gevoelige kruispunt tussen creativiteit, de industrie én de individuele verlangens die haar consumenten erin lezen.

Aha, daarom zeg ik dat je moet shoppen met je hoofd, niet met je rationaliteit. (lacht) Ook emoties zitten in je hoofd. Als je winkelt, koop dan iets waarvan je weet dat het je raakt, koop merken waarvan je voelt dat ze écht met je resoneren, koop merken die je wil steunen. Maar koop evengoed een stuk omdat je weet dat het je mooie herinneringen zal brengen.

Onlineretailer Matches Fashion bestaat niet meer en de Net-A-Portergroep werd integraal door MyTheresa overgekocht. Ook de wereld van e-commerce wankelt. Wat adviseer jij opkomend talent als het op online shops aankomt?

Aanvankelijk was e-commerce een ongeregeld Wilde Westen en tegelijk een Eldorado vol gigantische investeringen. Maar recente gebeurtenissen hebben de bubbel doorgeprikt van massieve investeringen, consumenten die alleen tegen grote kortingen kochten en designers die tot het uiterste werden gedreven. 

Het is hoog tijd dat e-commerce afscheid neemt van onrealistische verwachtingen.

Dat die bubbel plots barstte, was hard, maar hopelijk luidt het een periode in met meer ruimte voor duurzaam beleid. Een tijd waarin e-retailers bewijzen dat ze ook goede partners voor opkomend talent kunnen zijn. Het is hoog tijd dat e-commerce afscheid neemt van onrealistische verwachtingen: van altijd iets nieuws willen, dat onmiddellijk eisen, en van labels dwingen te produceren op niveaus waar ze nog niet klaar voor zijn.

Waar staan we vandaag in het verhaal van ons modelandschap?

Hopelijk aan de vooravond van morgen. (lacht) Ik merk een interessante verschuiving in de markt. Door de opkomst van digitale tools raakte een belangrijk bewustzijn de laatste jaren naar de achtergrond: mode is in essentie een economie gebaseerd op creatief aanbod, niet op de push van vraag. Die grens werd de afgelopen jaren te ver opgerekt, waardoor we de focus verloren. Maar nu lijkt het erop dat we die langzaam terugvinden: de praktijken achter de schermen verbeteren, er is meer transparantie, en authenticiteit neemt toe.

Mode is in essentie een economie gebaseerd op creatief aanbod, niet op de push van vraag.

We zitten ongetwijfeld in een crisis, en ik zal zeker niet zeggen dat de wereld er vandaag fantastisch aan toe is. Maar ik geloof wel dat dit hét moment is om nieuwe ideeën en mogelijkheden aan de gesprekstafel te brengen. Die vooruitgang – ik heb een enorme hekel aan nostalgie – voel ik duidelijk wanneer ik naar de finalisten van de Belgian Fashion Awards kijk.

Four Roses © Studio Nunu

Four Roses © Studio Nunu

Marina Yee © Klaartje Lambrechts

Marina Yee © Klaartje Lambrechts


Ontdek hier alle winnaars van de Belgian Fashion Awards 2024

  • Changemaker of the Year: REantwerp 
  • Emerging Talent of the Year: Marie Adam-Leenaerdt  
  • Professional of the Year: Daniel Henry 
  • Accessory Designer of the Year: Stephanie D'heygere
  • Most Promising Graduate: Célestin Verheyden (La Cambre)
  • Designer of the Year: Meryll Rogge
  • Jury Prize: Marina Yee 
  • Brand of the Year: Four Roses

Meer info over de Belgian Fashion Awards vind je op de website.