De stijl van grafisch ontwerpster Stephanie Specht is intuïtief, abstract, typografisch en minimalistisch. Ze ontwikkelde haar eigen schriftuur en bouwde met Specht Studio haar eigen zaak uit. Ze werkt vanuit Antwerpen en woonde eerder in Kaapstad, Princeton en New York. Ervaringen die voortleven in haar werk. Ze kleurt al eens graag buiten de lijntjes. Een gesprek over de ervaringen die haar vormden als creatieve ondernemer.

Stephanie Specht © Jef Boes

© Jef Boes

Stephanie’s werk verraadt haar voorliefde voor letters en typografie. Het maakt haar Instagram verslavend. Illustratieliefhebbers zijn gewaarschuwd. Misschien ken je Specht Studio ook wel van de huisstijl voor All Eyes on Hip Hop, werk voor rapper Baloji en Half Hart.

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe artikels in dit magazine? Schrijf je in op onze nieuwsbrief!

Was zelfstandige worden een logische keuze?

Niet onmiddellijk. Het werd van thuis uit niet echt aangemoedigd. Ik stam ook niet uit een ondernemersfamilie. Op de academie werd ook meer benadrukt dat je na afloop in een bureau zou werken. Dat deed ik ook. Het werd echter snel duidelijk dat ik niet gemaakt was voor zo’n structuur. Even twijfelde ik of ik wel verder wou in grafische vormgeving. Freelance startte ik met illustratiejobs. De opdrachten in bijberoep groeiden, ik begon parttime te werken en werd vervolgens zelfstandige. Het ene vloeide gewoon voort uit het andere, heel organisch. Mensen kregen mijn werk in hun handen en ze werden klant.

Had ondernemerschap een luik binnen de opleiding moeten zijn?

Het had fijn geweest om een basis van de diverse opties mee te krijgen. Nu leerde ik het gaandeweg en al doende. Het voordeel van, ook al is het kort, even in een bureau te werken, is dat je leert hoe je met klanten omgaat. Ik deed de ervaring op, zonder echt te beseffen dat ik deze later zou gebruiken. Meetings, planningen, offertes, facturen,… het was een les in organisatievermogen.

Stephanie Specht © Jef Boes

© Jef Boes

Hoe verliep de opstart?

De eerste vier jaar heb ik amper geslapen. Ik werkte tot 2 à 3 uur ’s nachts om aan de vraag te voldoen. Het waren echter zeker niet altijd de meest creatieve opdrachten. Als starter sprak vooral de ongebondenheid mij aan.

Scherpt afwisseling jouw inspiratie aan?

Heel zeker, boeken en magazines vormgeven vraagt om een verhoogde focus, maar na afloop wil ik iets totaal anders. Bij zo'n opdrachten gaat het om net iets meer berekende ontwerpen, terwijl mijn illustraties heel intuïtief zijn. Afwisseling zorgt voor evenwicht in de hersenen. Dan begint mijn brein te dromen over andere dingen en stromen de ideeën. Een balans die noodzakelijk is om de creativiteit te voeden. Sommige klanten zijn inspirerend om mee te werken, begeesteren je en reiken je nieuwe inzichten aan.

Voedt interactie jou?

Ik hecht veel belang aan een goed gesprek met een klant. Wat willen ze?

Welke boodschap willen ze overbrengen? Ik denk dat die persoonlijke aanpak écht een verschil maakt. Ik hoef echt geen groot bureau, waarbij klanten niet weten wie er achter het werk zit.

Ik wil een goed beeld krijgen van de esthetische voorkeuren van een klant, waaraan die waarde hecht. Een kwartier is voldoende. Ik ontmoet ze niet allemaal hoor, mijn opdrachtgevers. Sommigen wonen in de VS.

Stephanie Specht © Jef Boes

© Jef Boes

Ontspint er zich dan onmiddellijk een idee?

Ja, toch alvast een richting en enkele beelden in mijn hoofd.

Verkies je veel input of carte blanche?

Vrijheid is heel inspirerend, maar ik vind het ook leuk dat in de tweede fase, na een eerste ontwerp, al feedback gegeven wordt. Samen finetunen als de basis er is. Carte blanche krijgen is ook fijn om vervolgens iets te maken dat de klant misschien niet verwacht van mij. Durven buiten de lijntjes te kleuren, mijn eigen vocabulaire even aan kant leggen.

De wereld vandaag is digitaal. Is dat een rivaal?

Tastbare publicaties blijven belangrijk. Iets in je handen hebben, geeft een zekere energie: niet op je iPad kijken, maar het papier voelen, de echte kleuren zien. Iets dat mooi en kwalitatief gedrukt is, biedt een totaal andere beleving. Gedrukte publicaties leiden tot meer sociale contacten.

Stephanie Specht © Jef Boes

© Jef Boes

Verkoop je jouw werk?

Ja. Tussen grote opdrachten maak ik dingen voor mezelf. Typografische illustraties meestal, met een nieuw lettertype bijvoorbeeld. Of om kleuren te testen. Vaak leidt dat tot voorstudies voor klanten. Met een nieuw lettertype maak ik eerst iets voor mezelf, om het aan te voelen. Soms komt het later terug in een project. Dat vrij werk deel ik op Instagram en verkoop ik ook. Anderhalf jaar geleden kocht ik een heel goede A3-printer, zodat ik die productie on demand in eigen beheer kan doen. Ook hier staat de ontmoeting voorop. 

Ik verstuur zelden prints omdat ik de mensen wil ontmoeten.

Ik vind het fijn om te weten bij wie het werk aan de muur komt te hangen.

Hoe cruciaal blijken jouw internationale ervaringen voor jouw ontwikkeling?

Misschien wel de allerbelangrijkste. Voor ik naar de Verenigde Staten trok, had ik amper een besef van mijn identiteit als vormgever. In Amerika is iedereen superfier. Heel confronterend vond ik dat aanvankelijk. Het deed me reflecteren. In New York gaat het zo hard. Je moet behoorlijk assertief zijn. Op jongere leeftijd gaf het mij veel energie.

Is het een andere manier van ondernemen?

In België waren mijn vaste opdrachtgevers een constante. In New York ben je always on the hunt for the next job. Ik behield mijn Belgische klanten en bouwde een lokaal cliënteel op. Maar deze konden dus van de ene dag op de andere beslissen om niet meer met mij samen te werken.

Zou je er kunnen aarden?

Neen, de stad is mij veel te intens om er fulltime te leven. Ik ben teveel een spons die alles opzuigt. Ik ben wel heel dankbaar dat ik het mocht ervaren. Het verruimde mijn zicht op de wereld, hoe mensen met elkaar omgaan. Ik hou van de transparantie die er leeft. Met bijvoorbeeld een platform voor grafisch ontwerpers, waar je uurtarieven kan raadplegen. In België zitten we meer op een eiland, in onze eigen cocon.

Stephanie Specht © Jef Boes

© Jef Boes

Het veranderde jouw visie en kijk op de dingen?

Voor mijn Amerikaans avontuur had ik het gevoel dat grafici heel competitief naar elkaar keken, zich afschermden en niets deelden. New York opende mijn ogen. Enerzijds is er veel concurrentie en anderzijds is er ook een hang naar samenwerking. Uit diverse takken van de grafische vormgeving zoekt men elkaar op en versterkt men elkaar. Al zie ik ook hier een kentering en ervaar ik een openheid om krachten te bundelen.

Jarenlang was je on the road, lig je nu vast voor anker in Antwerpen?

Wat vaste grond onder de voeten inderdaad.

Minder dan het type jobs, gaat het voor mij momenteel om nieuwe vormen van samenwerking: architectuur, interieur, kunst,…

Mijn grafisch werk aftoetsen aan andere disciplines, steeds met de esthetiek voor ogen, maar misschien een meer conceptuele richting uit.