Auteursrecht en belastingen

voor

Ontwerp je kledingstukken, prints, schoenen of accessoires? Dan heb je automatisch auteursrecht op je creaties. Zolang er contractueel niets geregeld is, heb jij in principe als enige het recht om iemand jouw auteursrechtelijk beschermd werk (bijvoorbeeld een ontwerp) te laten gebruiken binnen de grenzen die jij bepaalt (we spreken dan van een ‘licentie’) of om al je rechten aan iemand over te dragen (dit is ‘overdracht’).

Vindt iemand jouw ‘auteursrechtelijk beschermd werk’ interessant, dan wil deze vast een vergoeding betalen om het te mogen gebruiken of om het auteursrecht te verkrijgen. Uiteraard moet je dan weten of en hoe dit ‘inkomen uit auteursrecht’ wordt belast.



Fiscaal gunstige regeling

De fiscale wetgeving voorziet dat wanneer een natuurlijke persoon (jij, bijvoorbeeld) een inkomen uit een auteursrecht geniet, dit binnen bepaalde grenzen een roerend inkomen is, zelfs wanneer het auteursrechtelijk werk is gecreëerd binnen het kader van je beroep. Binnen diezelfde grenzen voorziet de fiscale wet voor zo’n roerend inkomen uit auteursrecht een eigen belastingregeling.

Sinds 1 januari 2023 zijn er evenwel een aantal wijzigingen. Om van deze gunstige regeling te kunnen (blijven) genieten, dien je over een kunstwerkattest te beschikken of moet je kunnen aantonen dat je de auteursrechten of naburige rechten hebt overgedragen of in licentie hebt gegeven aan een derde voor (a) mededeling aan het publiek, (b) openbare uitvoering of opvoering of (c) voor reproductie, met het oog op exploitatie of daadwerkelijk gebruik van deze rechten. Het begrip ‘publiek’ impliceert een voldoende groot aantal personen.

Enkel de inkomsten uit de overdracht of licentie van auteursrechten en naburige rechten op originele werken van ‘letterkunde of kunst’ of ‘prestaties van uitvoerende kunstenaars’ komen in aanmerking voor de specifieke belastingregeling.

In het webinar ‘Auteursrechten en de hervormde fiscale regeling’ wordt in detail ingegaan op deze hervorming. 

Hoe werkt het?

  1. Een auteur kan voor maximum 70.220* euro inkomen uit auteursrechten van de gunstige regeling genieten. Van dit inkomen mag je een forfaitaire kost aftrekken. Deze forfaitaire kost wordt als volgt bepaald:
    • Voor de eerste schijf van 0 euro tot en met 18.720* euro is dat 50%;
    • Voor de tweede schijf van 18.720* euro tot en met 37.450* euro is dat 25%;
    • Boven de 37.450* euro kunnen er geen forfaitaire kosten meer afgetrokken worden.
  2. Het netto inkomen uit auteursrecht - d.w.z. het bruto inkomen verminderd met de forfaitaire kost - wordt belast aan 15% roerende voorheffing (hetzij personenbelasting).

LET OP: Er is onder het nieuwe regime een extra regel. Je dient ook rekening te houden met de gemiddelde inkomsten uit auteursrechten die je in de 4 voorafgaande belastbare jaren hebt ontvangen. Als dat gemiddelde het maximum plafond van 70.220* euro heeft overschreden, dan worden je auteursrechten van het lopend jaar niet beschouwd als roerende inkomsten (maar normaliter als ‘gewoon’ beroepsinkomen). Als je totale inkomen uit auteursrechten nooit de maximale grens heeft overschreden, dan hoef je je geen zorgen te maken (dan zal deze regel geen impact hebben).

Concreet wil deze specifieke belastingregeling zeggen dat als je bijv. per jaar voor 10.000 euro inkomsten uit auteursrechten hebt, je slechts 750 euro belasting (7,5%) op die som betaalt**. Bij een inkomen uit auteursrecht van bijv. 40.000 euro, zakt de werkelijke belastingdruk tot ongeveer 3.895 euro of 9,74% (dit is hoger dan 7,5% omwille van minder forfaitaire kosten). Dit is een heuse belastingbesparing tegenover de belasting die je verschuldigd zou zijn indien de progressieve tarieven van de personenbelasting (tussen 25% en 50%**) van toepassing zouden zijn (zoals voor ‘normaal’ beroepsinkomen). Kortom: een zeer interessant regime.

* De vermelde bedragen zijn deze die gelden voor het inkomstenjaar 2023 (aanslagjaar 2024). Deze bedragen worden elk jaar geïndexeerd. 
** (10.000 euro - 50% x 10.000 euro) x 15% = 750 euro. Hierbij moet je dan wel nog de gemeentebelasting - d.w.z. gemeentelijke opcentiemen - tellen.

Hoeveel kan je voor je auteursrecht vragen?

Welk bedrag mag je voor jouw auteursrechten verkrijgen, om in aanmerking te komen voor de fiscaal gunstige regeling?

Het antwoord op deze vraag hangt er in eerste instantie van af of jouw creatie van auteursrechten en de overdracht of het verlenen van een licentie op jouw auteursrechten, al dan niet gepaard gaat met het leveren van een prestatie.

Situatie 1: prestatie + auteursrecht

In de meeste gevallen zal dat ook zo zijn als je in opdracht werkt voor jouw opdrachtgever. Jouw vergoeding is dan - net zoals onder het oude regime trouwens - niet zomaar voor 100% een inkomen uit auteursrecht: als je een opdracht uitvoert, lever je immers ook een prestatie. In het specifieke geval van een auteur, mondt die opdracht uit in een auteursrechtelijk beschermd werk, dat de opdrachtgever mag gebruiken of hebben. De vergoeding die je krijgt, dekt dan zowel de geleverde prestatie als de ‘licentie’ of ‘overdracht’ van het auteursrecht.

Wanneer je auteursrecht voortvloeit uit een opdracht, dien je je offerte of factuur daarom op te splitsen in een deel ‘prestatievergoeding’ die overeenkomt met de prijs voor je geleverde diensten (deze wordt belast als een beroepsinkomen) en een deel ‘auteursrechtenvergoeding’. (dat is de prijs voor de licentie of overdracht van je auteursrechten).

De verhouding tussen beide vergoedingen mag (althans fiscaal) maximaal 30% zijn. Je mag dus maximaal 30% van jouw (totale) vergoeding aanrekenen als auteursrechtenvergoeding*. De vergoeding voor je prestatie dient bovendien marktconform te zijn.

Door de hervorming is er wel nog een overgangsregeling voor de inkomsten van 2023 (50%) en 2024 (40%). Zo kan voor inkomstenjaar 2024 (aanslagjaar 2025) nog tot maximaal 40% van de totale vergoeding aangemerkt worden als auteursrechtenvergoeding. De 30%-grens geldt m.a.w. pas echt vanaf inkomstenjaar 2025 (aanslagjaar 2026). Let wel: indien je voorheen reeds een lager % hanteerde, dien je dat zo in principe echter te behouden. 

De ervaring leert ons dat iedere situatie uniek is en maatwerk vraagt. Alvorens dit te implementeren, vraag je best raad aan je boekhouder of een fiscaal specialist.

* Als je deze relatieve grens overschrijdt, zal het overmatige bedrag worden belast als beroepsinkomen tegen de ‘normale’ progressieve tarieven van de personenbelasting

Situatie 2: auteursrecht niet gepaard met een prestatie

Wanneer jouw overdracht of licentie van auteursrechten niet gepaard gaat met een prestatie (bijvoorbeeld: een bestelling van een tweede druk, iemand die jouw stockfoto in licentie wenst te verkrijgen, enz...) dan geldt deze relatieve grens van 30% niet en kan jouw vergoeding fiscaal nog steeds uit 100% auteursrechten bestaan.

Blijvend belang rulingpraktijk

In het verleden hebben heel wat auteurs een zogenaamde ‘voorafgaande beslissing’ of ‘ruling’ aangevraagd bij de FOD Financiën en gekregen. Zo een ruling bood rechtszekerheid in hun concrete situatie, zowel wat betreft de toepassing van het belastingregime als het bedrag van de vergoeding. 

Ook onder het nieuwe regime, blijft een ‘ruling’ zeker relevant. Zowel wat betreft de oude rulingpraktijk, die als basis dient voor de maximale percentages in de praktijk. De nieuwe rulingpraktijk voegt daar nog aan toe dat men ook duidelijkheid kan verkrijgen of men (voortaan) al dan niet onder het nieuwe regime valt én of jouw overdracht/licentie van auteursrechten al dan niet gepaard gaat met een prestatie. Ook over de andere nieuwe bijkomende voorwaarden kan men uitsluitsel krijgen bij de Rulingcommissie. Zo kan je op beide oren slapen.

Enkele belangrijke vuistregels

Als je de (gunstige) belastingregeling met de nodige gemoedsrust wil toepassen, houd je je best aan volgende regels:

  • De overdracht/licentie van het auteursrecht regel je schriftelijk. Je hoeft niet per se een aparte overeenkomst te maken tussen jezelf en de opdrachtgever: je kan de overdracht/licentie ook in je algemene voorwaarden en op je factuur vermelden.
  • Onder het nieuwe regime is het alvast aangewezen om jouw overeenkomst in lijn te brengen met de voorwaarden van dit nieuwe regime, bijvoorbeeld dat de overdracht of licentie van jouw auteursrecht gedaan wordt met het oog op exploitatie of daadwerkelijk gebruik. Ook verwijzingen naar de concrete mededeling aan het publiek kunnen jouw argumentatie (dat je voldoet aan alle voorwaarden) alleen maar versterken.
  • Werk je met een managementvennootschap, dan vraagt de Rulingcommissie dat minstens 50% van de gefactureerde auteursrechten behouden blijven in de managementvennootschap. Dit deel van de auteursrechtenvergoeding mag dus niet weder uitgekeerd worden aan de auteur-natuurlijke persoon. De overige 50% kan wel aan deze auteur uitgekeerd worden, als aan een aantal voorwaarden is voldaan. De belangrijkste voorwaarde is wel dat de bedrijfsleider/auteur een minimum bedrijfsleidersbezoldiging van 45.000 euro moet genieten. Is dit niet zo, dan is het maximum aan de auteur uit te keren bedrag een stuk lager. En ook hier geldt dat je dit alles moet vastleggen in een overeenkomst tussen jezelf, als auteur, en je managementvennootschap. 
  • Ook belangrijk om weten: in hoofde van de vennootschap die aan een klant een vergoeding factureert voor auteursrechten, wordt die vergoeding in regel beschouwd als gewone winst, belastbaar tegen het toepasselijke vennootschapsbelastingtarief - voor aanslagjaar 2024 is dat tussen de 20% en 25%. De fiscale gunstmaatregel is immers enkel van toepassing voor natuurlijke personen (onderworpen aan de personenbelasting) en vzw’s (onderworpen aan de rechtspersonenbelasting).

Formaliteiten voor je opdrachtgever of vennootschap

Als je een vergoeding voor jouw overdracht of licentie van auteursrecht factureert aan je opdrachtgever, dan moet hij een aantal formaliteiten vervullen:

  • Voor de betaalde auteursrechten is de opdrachtgever verplicht om een fiscale fiche 281.45 op te maken. Dat kan eenvoudig online via MyMinfin.
  • Voor elke betaling moet de opdrachtgever tevens de roerende voorheffing berekenen en op de rekening van de Staat storten. Dit moet in principe binnen de 15 dagen na de betaling of toekenning van de auteursrechtenvergoeding.
  • Binnen diezelfde periode van 15 dagen moet de opdrachtgever een aangifte in de roerende voorheffing indienen. Ook dit kan elektronisch via het portaal MyMinfin.

Formaliteiten voor jou als ontvanger (natuurlijke persoon)

Ook al wordt op jouw auteursrechtenvergoeding die je (als natuurlijke persoon) ontvangt, normaliter reeds roerende voorheffing ingehouden aan de bron, ben je nog steeds verplicht om (a) het brutobedrag van de toegekende auteursrechten vergoedingen, (b) de toegepaste forfaitaire kostenaftrek en (c) de ingehouden roerende voorheffing aan te geven in jouw aangifte personenbelasting.

Wat als je meer inkomsten hebt uit auteursrecht dan 70.220* euro?

Het deel van je auteursrechtenvergoeding boven 70.220 euro (inkomstenjaar 2023), zal principieel kwalificeren als een beroepsinkomen.

Het is duidelijk dat de belastingregeling voor inkomen uit auteursrechten best aantrekkelijk is. In deze bijdrage werden echter niet alle voorwaarden, die in de fiscale wetgeving vooropgesteld worden en in de (ruling)praktijk zijn gegroeid, in detail toegelicht. Daarom is het steeds aangeraden om je boekhouder of een (fiscaal) specialist terzake te raadplegen.

Praktische richtlijnen voor eenmanszaken

Je offerte

Maak op je offerte een opsplitsing tussen het bedrag dat de klant zal moeten betalen voor:

  • je prestaties (indien van toepassing); en
  • de licentie of overdracht van jouw auteursrechten naar de klant.

Tip: Specificeer de omvang van deze overgedragen rechten: zijn ze exclusief of niet-exclusief? Wat is de geografische reikwijdte? (België, Europa, wereldwijd,...) Wat is de duur van het recht? (voor één jaar, voor vijf jaar, onbeperkt in de tijd,...) Voor welke toepassingen of dragers geldt het recht? (voor druk in folders, voor offline gebruik, voor online gebruik,...)

Vermeld in je algemene voorwaarden (bijgevoegd bij je offerte) ook dat bij betaling van de factuur, er auteursrechten worden overgedragen, zoals afgesproken in de offerte.

Je factuur

  • Splits het factuurbedrag op in het bedrag dat (a) moet betaald worden voor prestaties en (b) het bedrag dat verschuldigd is voor de licentie of overdracht van auteursrechten.
  • In principe, als btw-plichtige, reken je op prestaties 21% btw en op een vergoeding voor de overdracht of het verlenen van een licentie op auteursrechten (alsook naburige rechten) 6% btw. In de praktijk, o.a. overeenkomstig rulingpraktijk en de btw-bestuurspraktijk (d.w.z. de btw-administratie), wordt voor overeenkomsten die voorzien in een opsplitsing evenwel een alles-of-niets benadering gehanteerd, d.w.z. dat één btw-tarief toegepast wordt waarbij de vergoeding die je ontvangt op het moment van de overdracht of licentieverlening van jouw auteursrecht (voor btw-doeleinden) in haar geheel als een auteursrechtenvergoeding beschouwd wordt (d.w.z. 6%-tarief)*.
  • Bereken daarnaast best meteen ook zelf hoeveel roerende voorheffing je klant op de auteursrechten zal moeten inhouden. Kijk hierboven voor de berekeningswijze.
  • Vermeld het totaalbedrag van je factuur (incl. btw) en het bedrag van de roerende voorheffing afzonderlijk op je factuur. Het verschil tussen beide is het bedrag dat jouw klant aan jou moet overmaken. De roerende voorheffing moet jouw klant zelf rechtstreeks doorstorten naar de Belgische Schatkist.

(*) In dit verband kan het aangeraden zijn om in de offerte of overeenkomst te vermelden dat die (voor btw-doeleinden) exclusief uitgaat van de overdracht van auteursrechten en dat in de offerte of de overeenkomst een 30/70-verhouding (hetzij enige andere verhouding) opgenomen is voor doeleinden van de inkomstenbelasting waarbij dat 30% van de globale prijs of vergoeding (hetzij het eventueel lager overeengekomen percentage) geldt als een auteursrechtenvergoeding conform artikel 17, §1, 5° WIB92.

 

Voorbeeld:

Totale vergoeding (excl btw): 2.000 euro

Prestaties (70%): 1.400 euro +  btw 6% (84 euro)

Overdracht of licentie auteursrechten (30%): 600 euro + btw 6% (36 euro)

Totaal (excl. btw): 2.000 euro

Btw: 120 euro

Totaal (incl. btw): 2.210 euro

In te houden roerende voorheffing (*): 45 euro

Te betalen bedrag: 2.075 euro

Geef onderaan de pagina volgende boodschap mee en stop onderstaand stappenplan in bijlage:

Op de verschuldigde auteursrechten dient u x euro (in het voorbeeld 45 euro) als roerende voorheffing in te houden en door te storten aan de Belgische Schatkist. In bijlage vindt u een stappenplan dat dit verder toelicht.

(*) Voor de berekening van de roerende voorheffing in dit voorbeeld werd rekening gehouden met een forfaitaire kost van 50% (eerste schijf). Dus 600 euro - 50% = 300 euro x 15% = 45 euro. 

Bijlage bij je factuur

Aangifte auteursrechten : hoe werkt het?

De roerende voorheffing moet ten laatste op de 15de dag volgend op de dag waarop de auteursrechten werden betaald aan de Belgische Schatkist zijn doorgestort.
Om nalatigheidsinteresten en eventuele boetes te vermijden, is het belangrijk dat u deze termijn naleeft.

Om de betaling uit te kunnen voeren, hebt u de volgende gegevens nodig:

  • Het bedrag dat u moet doorstorten (staat aangegeven op de factuur).
  • De gestructureerde mededeling die verstrekt werd door de fiscale administratie.
    • Deze gestructureerde mededeling ontvangt u door via deze site het aangifteformulier 'Roerende inkomsten uit auteursrechten en naburige rechten' (formulier 273S) in te vullen en in te dienen.
    • U kan dit zelf doen, of aan uw boekhouder, accountant of belastingadviseur vragen deze aangifte voor u in te dienen.
  • De volgende betalingsgegevens: BE79 6792 0022 1033 (PCHQ BE BB), Inningscentrum - Sectie roerende voorheffing, Koning Albert II-laan 33 bus 42, 1030 Brussel.

Dit hoofdstuk kwam tot stand met dank aan Hendrik Putman en Kevin Hellinckx van KPMG.

Lees in deze pdf alles over 'Administratie en team' in mode.

Download de pdf

Events en workshops

De creatieve sector lééft. Dankzij deze events en workshops hou je de vinger aan de pols.