In een chaotisch jaar als 2020 ontsnapt ook de mode-industrie niet aan het globale vergrootglas. Schoonheid, waarde en succes werden lang bepaald door een handvol knoppendraaiers die vooral wit, cisgender en mager prefereerden. Maar hoe zit dat vandaag de dag? En wie bepaalt dat? Kan je als beginner je eigen weg banen? Creative Joppe De Campeneere, visual artist Kofi Von Ohene en beautypionier Inge Grognard spreken zich uit over de schoonheidsrevoluties die zij elk op hun manier aanvoelen en aansturen.

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe artikels in dit magazine? Schrijf je in op onze nieuwsbrief!

Joppe De Campeneere: wat je van kleren (ont)leren kan

Joppe De Campeneere (@joppe_dc) startte als tiener een blog en maakte sindsdien naam als kritische en vooruitstrevende stem voor queer en non-binaire representatie én gelijkheid binnen, onder andere, mode en beauty. Hun (Joppe is non-binair en gebruikt de voornaamwoorden hun/hen, nvdr) platform is een plek voor zelfuitdrukking, community en gesprekken over persoonlijke vrijheid.

Joppe De Campeneere

Joppe De Campeneere

Waarom zette je de stap om online over mode te schrijven, was er iets wat je miste?

Terwijl ik vroeger zei dat ik vooral een plek zocht om mezelf uit te drukken, zie ik nu dat er een wisselwerking is geweest. Bloggen heeft mij uitgedaagd om te onderzoeken wie ik ben, waar ik voor sta, wat ik wil dragen en wat ik wil presenteren aan de wereld en mezelf. Ik was erg geboeid door editorials in magazines, door de dramatische silhouetten en jurken die doorgaans niet door mannen werden gedragen. En dat laatste irriteerde mij een beetje. Ik heb van in het begin gezegd dat de hokjes van de mannelijke kledij te nauw waren voor mij.

Wanneer kon jij dan voor het eerst je eigen schoonheid erkennen en herkennen?

Niet heel lang geleden. Dat klinkt misschien vreemd omdat bloggen grotendeels draait rond zelfportretten maken en beelden van jezelf bekijken. Ik herinner me de eerste keer dat ik nagellak aanbracht op één nagel en dat echt weerzinwekkend aanvoelde. Gewoon door de gedachte: dat past niet bij mij, dat is te vrouwelijk, dat mag niet. Dan merk je heel hard met welke ideeën je bent opgegroeid. Toen ik mijn kledij opnieuw claimde en ik niet langer ‘mezelf in een vrouwenjurk’ zag, maar ‘mezelf in een jurk’, zat het goed. Het moment dat ik naar mijn spiegelbeeld kon kijken en gewoon Joppe zag – niet in kleren van iemand anders – was het ogenblik waarop ik schoonheid in mezelf kon erkennen.

Hoe verliep het proces om die verankerde idealen te ontleren?

Iemand zei me ooit: “Er zijn twee gedachten bij alles wat je tegenkomt. De eerste is de gedachte die voortkomt uit wat je hebt aangeleerd gekregen en de tweede is hoe je zelf over de dingen denkt.” Vanaf dan besefte ik dat het normaal is dat je bepaalde dingen hebt geïnternaliseerd, maar dat die tweede gedachte ook je eerste gedachte kan worden. Dat was het startpunt, maar het blijft een actieve bezigheid. Ik beweeg me sinds de middelbare school in grootsteden en in vriendengroepen die diverser zijn. Het zijn niet altijd de grote theorieën geweest die me hielpen, soms kwam inzicht vooral vanuit ervaring.

Joppe De Campeneere

Joppe De Campeneere

Joppe De Campeneer

De laatste jaren vielen er vele verschuivingen op te merken in wat magazines en campagnes als ‘alternatieve schoonheid’ laten zien. Is dat alleen een trend volgens jou of is er echt iets aan het veranderen binnen mode en beauty?

Ik denk dat we kunnen stellen dat het trendy, of op zijn minst lucratief, is om inclusief en divers te zijn. De reden waarom veel brands daarmee uitpakken is omdat ze weten dat ze er een bepaalde winst uit kunnen halen. Maar ik denk ook wel dat er echt dingen aan het veranderen zijn. Dat merk ik vooral bij de TikTok-generatie. Het is verbazend te zien hoe kort en krachtig zij systemische problemen kunnen benoemen en analyseren. Wat me wel bang maakt, is dat die veranderingen nog altijd moeten passen binnen de krijtlijnen van het kapitalisme. Feminisme moet vandaag de dag vooral verkopen, net zoals body positivity. Die ideeën bereiken ook steeds meer mensen, die moeilijker kunnen inschatten wat hen daarvan eigenlijk ten goede komt en wat niet. Maar ik besef uiteraard dat niet iedereen die kan doorprikken.

Welke invloed denk je dat de media hebben op positieve veranderingen? Kijk bijvoorbeeld naar de impact van tv-shows zoals RuPaul’s Drag Race en de populariteit van de dragqueenesthetiek in de mainstreamcultuur.

We kunnen het uitgebreid hebben over hoe elke beautytrend die de afgelopen jaren groot geworden is zijn roots heeft in de dragcultuur.

Heel veel van wat nu mainstream is, komt gewoon uit wat vroeger gemarginaliseerd werd.

En de invloed van drag- en queerexpressie kan je volgens mij niet onderschatten. Het grote publiek dat zich begint te spiegelen aan een ideaal mist soms het originele referentiekader. Het idee dat een bepaalde look de standaard wordt, terwijl die oorspronkelijk nooit bedoeld was om een standaard te zijn, vind ik lastig.

Hoe vind jij zelf schoonheid in het alledaagse?

In mijn vrienden die afwijken van de norm. Ik vind alles wat atypisch is mooi, die dingen waar je twee keer naar moet kijken of over moet nadenken. Het idee dat iemand oprecht gelukkig is en dat deelt met de wereld, daar zie ik ook een grote schoonheid in. Alles wat een oprechte queerness heeft, daar ben ik voor te vinden, en dat is heel breed. Dat gaat verder dan alleen genderexpressie, het gaat ook over een gemeenschap opbouwen. Zelf het heft in handen nemen, samenkomen, jezelf zijn én jezelf in twijfel trekken.

Ben je hoopvol over de toekomst van mode en beauty?

Ja, maar dan eerder uit koppigheid dan uit echte hoop. Ik blijf hardnekkig geloven dat het beter moet, kan en zal zijn. Een beetje naïviteit is nodig om te overleven, ik wil niet verbitteren. Er zal altijd iets in mij hoopvol en verbindend blijven. Wat is het alternatief? Je kan niet anders dan uit bed stappen en elke dag hopen dat de dingen beter zullen worden, of bijdragen aan wat beter kan.


Kofi Von Ohene: de designer, herontworpen

Visual artist, model en designer Kofi Von Ohene laat zich niet beteugelen door traditionele waarden binnen mode en design. Via zijn gelijknamige modelijn is hij een legende geworden binnen zijn generatie en breidt hij nu met zijn vaste collaborators een esthetisch universum uit volgens een zelf gedefinieerd ritme.

Kofi Von Ohene

Kofi Von Ohene

Welke impact heeft deze turbulente periode gehad op je creativiteit?

De quarantaine heeft nieuwe dingen in mij geprikkeld, op een positieve manier. Ik ben blijven werken en kreeg de ruimte om na te denken over alle nieuwe projecten die ik ga uitbrengen. Wat ik wil tonen aan de wereld is op dit moment aan het veranderen. Eerst presenteerde ik alleen kledij. Nu maak ik onder de naam Hood Psycho ook art pieces die niet draagbaar zijn. Het zijn kunstvoorwerpen gemaakt uit objecten die ooit bruikbaar zijn geweest en die ik verander in iets abstracts.

Heb je het tijdens deze periode, van pandemie tot wereldwijde Black Lives Matterprotesten, ook moeilijk gehad? Welke gesprekken heb je daarover gevoerd?

Als iemand vraagt waarom ik niet vaak post over politiegeweld of racisme is het antwoord dat dat voor sommigen onder ons al een heel leven lang een realiteit is.

Binnen de modewereld denk ik dat passief-agressief racisme nog altijd het grootste pijnpunt is.

Maar ik kan het voorlopig niet toelaten om die topics te integreren in mijn werk, mijn kunst of de manier waarop ik communiceer. Ze beroven me alleen van energie. Ik voel zulke dingen te diep als ik ze toelaat.

Kofi Von Ohene

Kofi Von Ohene

Kofi Von Ohene

Je bent ook model en gewoon door jezelf aan een project te linken, verander je hoe mode traditioneel gezien zichzelf presenteert. Was het voor jou van jongs af duidelijk dat je een plaats had binnen die modesegmenten?

Ik hoorde wel vaker van mensen dat modellenwerk iets voor mij zou zijn en ik begon professioneel toen Flag Models contact met me opnam via Instagram. Tegenwoordig ben ik heel selectief in de opdrachten die ik aanvaard, mijn agency weet dat ze me niet hoeven te bellen voor supercommerciële opdrachten. Wat mijn uiterlijk betreft: het is een ongeschreven regel dat je voor elke grote verandering toestemming moet krijgen. Maar ik vraag die zelfs niet aan mijn moeder (lacht). Ik klaag niet, hoor. Ik ben in het modellenwerk gerold en heb er niets bij te verliezen, ik vind het gewoon leuk om te doen.

Je hebt een goede band opgebouwd met fotograaf Mous Lamrabat, die naam maakt in het buitenland. Waarom werken jullie zo goed samen, denk je?

Toen ik het werk van Mous te zien kreeg, wilde ik meteen met hem samenwerken. Ik baseerde die beslissing puur op energie. Die eerste shoot ging echt goed, dus hebben we er meteen meerdere gedaan. En als hij opdrachten krijgt waar ik als model binnen pas, dan denkt hij gewoon aan mij. Dat kan gaan van een campagne voor Amnesty International tot poseren voor Burberry.

De shoots van Mous zijn zelden standaardwerk, je moet wel wat vertrouwen hebben en veel van jezelf tonen. Hoe voelt dat?

Shooten met hem voelt niet als een job, de atmosfeer is er een onder vrienden. Mous combineert vibes vanuit zowel zijn Belgische als zijn Marokkaanse roots. Hij heeft zo veel referenties waaruit hij kan putten en daarom is zijn werk ook zo sterk, denk ik. En als je mij daar nog eens bij zet, dan werkt dat.

Hoe denk je dat jij bijdraagt aan verandering binnen de mode- en designwereld?

Ik ben simpelweg aanwezig en dat is mijn ‘kunst’. Je kan me bekijken, je kan me dragen, de rest moet je zelf invullen.


Inge Grognard: beauty zonder compromis

Antwerpse beautypionier Inge Grognard legt conventionele schoonheidsidealen naast zich neer, van de begindagen toen ze alle beautylooks verzorgde voor de Antwerpse Zes, tot haar meest recente werk voor titanen zoals Walter Van Beirendonck, Balenciaga en Dries Van Noten. Haar carrière omvat decennia van non-conformisme en grensverleggende make-upkunst.

Inge Grognard © Ronald Stoops

Inge Grognard © Ronald Stoops

We hopen dat Dries Van Noten ons dit niet kwalijk neemt, maar het was meteen duidelijk dat jij de make-up had gedaan voor zijn Herfst-Winter 2020-show. Er was opnieuw een soort edge in alle looks.

Dat is exact wat ik wilde! Ik ben blij dat jullie dat gezien hebben. We kregen bij het creëren van de show als inspiratie de naam Serge Lutens mee. Toen Dries zijn naam als inspiratie naar voren schoof, dacht ik: dat is mij op het lijf geschreven. Maar hoe dan ook wilde ik die mood iets meer punk en jonger maken en mijn stempel daarop drukken.

Hoe zag het commerciële beautylandschap eruit toen je opkwam in de jaren tachtig?

Ik begon in het midden van de jaren tachtig te werken op zelfstandige basis. Toen domineerde vooral het beeld van de Japanners. Zelfs voor commerciële opdrachten keken wij naar Japan, dat was hét voorbeeld. Yohji Yamamoto liet erg dik aangezette wenkbrauwen zien, dus toen ik voor Flair werkte, bracht ik dat mee als invloed. Ik keek niet naar wat in het straatbeeld in België gebeurde en ging toen ook nog niet naar Londen. Waar ik me vooral door liet inspireren, waren tijdschriften als i-D, The Face of Blitz.

Inge Grognard voor Dries Van Noten, AW 2020

Inge Grognard voor Dries Van Noten, AW 2020

Inge Grognard voor Dries Van Noten, AW 2020

Je werkt al heel je carrière graag en vaak met onafhankelijke designers. Is die keuze altijd bewust geweest? Liep je daardoor af en toe goedbetaalde jobs mis?

Dat was absoluut een bewuste keuze. De enige optie om op die manier te kunnen werken was om uit België te vertrekken en een agent te strikken in het buitenland. Maar daarvoor moest ik eerst naam maken. Ik kan zonder probleem naturelle make-uplooks creëren, maar er is ook altijd een rauw kantje aan mijn werk geweest.

Mensen hebben mij altijd in een hokje proberen te plaatsen.

Ik hoorde soms dat ik bij de ‘zwarte bende van Antwerpen’ hoorde, of iemand was die alleen rode lippen kon doen. Altijd probeerden mensen mij in een vakje te duwen. Ik heb geweigerd en bleef koppig mijn ding doen. Daardoor heb ik jobs verloren of waren er mensen die mij niet wilden boeken, omdat ik te eigenzinnig was. Maar uiteindelijk kwam ik altijd op mijn poten terecht. Achteraf bleek dat de tegendraadse weg die ik heb afgelegd voor mij perfect was.

Hoe heb je tijdens die drie decennia de schoonheidsnormen binnen de mode zien evolueren?

Ik ben mijn carrière begonnen bij Martin Margiela, waar we sowieso niet met de typische topmodellen werkten. Martin verkoos streetcastinggezichten, nog altijd lang en dun, maar wel vrouwen en meisjes met bijzondere looks. Walter Van Beirendonck cast al sinds zijn eerste runways zwarte en Aziatische modellen. Hij deed shoots en shows met modellen die geen maatje nul of twee hebben. En zelf heb ik ook altijd met interessante gezichten gewerkt. De belangrijkste evolutie van de laatste jaren is sowieso de grotere diversiteit. Op het gebrek aan modellen met kleur kwam terecht veel kritiek. Maar de grote agencies castten vroeger geen diverse modellen, het leek alsof er niet naar gezocht werd. Toen ik begon, vond ik ook bijna geen make-upproducten voor een donkere huid, de foundationkleuren waren bijna altijd fout. Merken zoals M.A.C zijn zich daar op beginnen te focussen. Nu is er een redelijk uitgebreide keuze – al is die nog lang niet perfect.

Inge Grognard voor Emilio Pucci, AW 2019 © Arnaud Lajeunie

Inge Grognard voor Emilio Pucci, AW 2019 © Arnaud Lajeunie

Inge Grognard voor Nina Ricci, AW 2020

Inge Grognard voor Nina Ricci, AW 2020

Denk je dat het diversere beeld dat we nu te zien krijgen in mode en beauty van voorbijgaande aard is?

Ik denk niet dat het dit keer om een trend gaat, het is een noodzakelijke shift die eindelijk plaatsvindt. Door social media en het internet in het algemeen hebben bepaalde ondervertegenwoordigde groepen een grotere stem gekregen en de modewereld wakker geschud. Dat is goed. Zwarte designers zijn er nog altijd te weinig en krijgen nog te weinig mogelijkheden of middelen, vind ik. De grote switch zal niet in één jaar gebeuren, maar veranderen zal het, dat geloof ik oprecht.