Gelieve een meer recente versie van uw browser te installeren.
16 november 2017
3 minuten leestijd
Gunther Broucke is sinds 2003 intendant van Brussels Philharmonic en het Vlaams Radio Koor. Alle muzikanten, freelancers, administratieve en logistieke medewerkers bij elkaar opgeteld, gaat het om zo’n 140 voltijdse equivalenten met 19 verschillende nationaliteiten. Onder de baseline ‘Je kan geen lid worden van Brussels Philharmonic, je bént Brussels Philharmonic’ schaart Gunther Broucke alle medewerkers achter dezelfde vlag.
Gunther Broucke heeft met Brussels Philharmonic een spectaculair parcours afgelegd. In 2003 had niemand binnen de organisatie kunnen dromen van het succes dat ze vandaag verworven hebben. Toch blijft Gunther voorzichtig: “Succes mag nooit normaal gevonden worden. Daar is het veel te breekbaar voor. Elke dag moet opnieuw keihard gewerkt worden om dat succes te stabiliseren. Je mag ook niet denken dat andere orkesten intussen niet mee evolueren.”
“Men vraagt mij of je creatieven anders moet managen dan ander personeel. Maar voor mij bestaat er helemaal geen onderscheid. Wat is dat eigenlijk, een creatief? Ieder met zijn talent schrijft mee aan het verhaal van Brussels Philharmonic”, legt Gunther Broucke uit. Het is wel zo dat de muzikanten in het orkest vaak hetzelfde profiel hebben. Ze zijn zonder uitzondering ontzettend getalenteerd en zeer hoog opgeleid. Sinds jonge leeftijd zijn ze intensief met een instrument aan het oefenen.
Dergelijk toptalent heeft honger en raakt snel verveeld.
"Het is dus noodzakelijk om deze honger steeds te blijven voeden”, beaamt Gunther.
Bovendien is de creativiteit ook ver te zoeken wanneer je jarenlang dezelfde positie in het orkest inneemt en je exact hetzelfde moet spelen als de muzikanten naast je. Hoe zorg je er dan toch voor dat iemand bereid is om al dat talent, al die opleiding, ter beschikking te stellen van een groter geheel?
“De magie die ontstaat wanneer iedereen zijn rol in het geheel naar perfectie vervult, zorgt er voor dat mensen boven zichzelf kunnen uitstijgen. Vergelijk het met een voetbalmatch waarbij alle spelers elkaar blindelings lijken te vinden en alle passen aankomen. Dat geeft vertrouwen om te scoren”, beweert Gunther Broucke.
Het is belangrijk om mensen duidelijk te maken hoe hard ze nodig zijn. Dat hun talent wel degelijk geapprecieerd en gebruikt wordt.
Routine is de doodsteek voor talent.
"Daarom is het ook mijn taak om er voor zorgen dat ik de groep nog steeds een uitdaging te bieden heb. Een haalbare uitdaging, weliswaar, die goesting geeft om dat tikkeltje extra te presteren”, benadrukt hij.
Mensen boven zichzelf laten uitstijgen, daar houdt Gunther Broucke ook rekening mee bij de aanwerving van nieuwe muzikanten. In plaats van enkele toptalenten aan te werven die ver boven het niveau van de groep uitsteken, hanteert hij wat hij zelf het ‘x+1’-principe noemt. Hierbij staat x voor het niveau van de beste muzikant in de groep op dat moment. Je neemt dus iemand aan die net een tikkeltje beter is. Op die manier ontstaat er ook geen wrevel tussen muzikanten die zich aan elkaar willen spiegelen, maar eerder een gezonde competitie. Door telkens een klein stapje verder te gaan, breng je op lange termijn de hele groep naar een hoger niveau.
“Als leider probeer ik oprecht naar de bekommernissen van ieder individu te luisteren. Dat wil echter niet zeggen dat ik aan al die grieven tegemoet wil komen. Ik moet namelijk beslissingen nemen in functie van het groter geheel”, vertelt Gunther. “Mensen hebben ook liever dat je consequente beslissingen neemt, dan dat je draait met de wind om iedereen te plezieren. Je kan toch nooit voor iedereen goed doen”, besluit hij. Daarom is het des te belangrijker om openlijk te communiceren over waarom je bepaalde beslissingen neemt.
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe artikels? Schrijf je dan in op onze nieuwsbrief!
Cookies opgeslagen