In 2001 startte Kaat Debo als curator in het Antwerpse ModeMuseum waar ze verantwoordelijk was voor het tentoonstellingsbeleid. Sinds 2008 is er ook directeur. Ze realiseerde de afgelopen jaren meer dan dertig tentoonstellingen, over grote namen zoals Martin Margiela, Dries Van Noten en Walter Van Beirendonck.

Ik heb mooie herinneringen aan de meer dan 35 tentoonstellingen die we met MoMu brachten sinds 2002. Maar vraag me niet te kiezen, want dat zou zijn als moeten kiezen tussen mijn kinderen. Ik ben sinds 2008 directeur van MoMu en terugblikkend op die vijftien jaar ben ik misschien wel het meest trots op het team dat ik bijeengebracht heb. Ik vind dat het belang van het menselijke kapitaal in een organisatie vaak wordt onderschat. Ik mag als directeur zoveel visie hebben als ik wil, zonder een toegewijd en getalenteerd team sta ik nergens. Mensen stimuleren en coachen in hun talenten en zich laten ontplooien in een veilige en inspirerende omgeving, is een werk van lange adem. Een team loyaal laten samenwerken en groeien op een manier dat ze elkaar versterken, is evenzeer een uitdaging. Maar als die puzzelstukjes samenvallen, geeft dat ontzettend veel voldoening. Ik geloof echt dat het team het kloppende hart van het museum is en aan de basis ligt van ons succes. 

Ik heb vier intense jaren achter de rug. Na een driejarige, complexe renovatie, te midden van de coronacrisis, openden we het museum opnieuw in niet evidente omstandigheden. Na zes maanden moesten we opnieuw sluiten wegens problemen met de klimaatinstallatie. Dat was een zware dobber. Tegelijkertijd moesten we door een moeilijke transitie, aangezien we als provinciale instelling dienden in te kantelen in de Stad Antwerpen. Ik ben mezelf in die periode meerdere keren tegengekomen. In 2022 besloot ik om een sabbatical van tien maanden te nemen. Ik was mijn energie, mijn drive en inspiratie wat kwijt. Ik had het nodig om vanop een afstand naar het museum te kunnen kijken en om na te denken over waar ik het verschil kan of wil maken voor MoMu.

Ik wil de komende jaren heel graag inzetten op het verlagen van de drempels naar het museum en op het bereiken van doelgroepen die momenteel de weg naar ons niet vinden. Als je kijkt naar hoeveel jongeren er in Antwerpen vandaag uit de boot vallen en hoe we er niet in slagen om jongeren hun talenten te laten ontdekken en ontwikkelen, dan denk ik dat daar een belangrijke opdracht voor het museum ligt. Maar we moeten dat vooral niet alleen proberen te realiseren. Samenwerking zal een essentiële sleutel zijn.