Gelieve een meer recente versie van uw browser te installeren.
17 januari 2017
2 minuten leestijd
© Ans Brys
Anne Chapelle heeft als CEO van het Antwerpse modehuis BVBA 32 ronkende namen als Ann Demeulemeester en Haider Ackermann onder haar vleugels. Ze noemt zich een ‘geboren onderneemster’.
Anne Chapelle valt meteen met de deur in huis: “Mode is een heel dynamische, maar een bijzonder moeilijke industrie vol financiële valkuilen. Ik wou dat ik kon zeggen dat de Belgische mode in goede gezondheid verkeert, maar dat is niet zo. Vooral de retail beleeft moeilijke tijden als gevolg van het economische en politieke klimaat in België en het buitenland. Consumenten zijn momenteel niet zo positief ingesteld. En da’s te begrijpen. Als het koud is, houd je je jas goed toe zodat er geen wind door kan. Idem voor je portemonnee. Bovendien is zowat het hele productieaspect uit ons land verdwenen. Elke dag sluit er wel ergens een bedrijf zijn deuren. En er worden geen overnemers gevonden. Mensen ontwikkelen tegenwoordig liever apps dan een fabriek te runnen. Daar is moed voor nodig.”
Al wil ze daarmee niet gezegd hebben dat er geen plaats is voor nieuwkomers. Integendeel. “In deze business hangt alles af van hoe moedig je bent en hoeveel geduld je hebt. Jongeren zijn het vandaag gewoon om alles snel te verwerven. Maar mode is een vak van lange adem. Je moet een enorm goede visie hebben en die niet compromitteren. Anders ben je bij voorbaat verloren. Als je je eigenheid respecteert en je eigen verhaal wil vertellen, moet je sterk in je schoenen staan.”
“Wie een blijver wil zijn, heeft visie en heel veel passie nodig. Zonder liefde voor wat je doet, houdt het snel op.”
Anne Chapelle beweerde ooit dat ze niet met een pas afgestudeerde in zee wou gaan, omdat die eerst de modewereld, en dan vooral zijn valstrikken, moet leren kennen. “Mode vergt veel geld. Zeker als je hier in Europa produceert. Onze grootste vijand zijn de kostprijzen. Jonge ontwerpers moeten dat aspect heel goed leren beheersen. Anders gaan ze onvermijdelijk de dieperik in. Geld hangt nergens aan de bomen. Er is altijd iemand – ook de investeerder – die ervoor gewerkt heeft. Dat vergeten ze soms.”
“Voor elke euro is respect nodig. Dat leer je niet op school. Je moet minstens twee, drie collecties overleven voor er return is.”
Dat neemt niet weg dat de Belgische mode een huizenhoge en ijzersterke reputatie heeft in de wereld. “De appreciatie voor Belgische mode heeft vooral met perceptie te maken. We hebben de laatste twintig jaar een heel sterk eigen verhaal geschreven en iets gecreëerd dat zo visueel is, dat het als een Belgische wave ervaren wordt. Net als de renaissance of het minimalisme in de architectuur hebben wij ook een strekking neergezet. Het hangt allemaal samen met wie we zijn, hoe we opgevoed zijn en waar we leven. Belgen zijn perfectionisten. Of we nu een stoel, een tafel of een kledingstuk maken. We geloven in wat we doen. Ik denk dat daar onze authenticiteit schuilt.”
Cookies opgeslagen