Heb jij een kledingkast die uitpuilt, maar niks om aan te trekken? Dan ben je niet alleen. Uit onderzoek van het Duitse bedrijf Movinga bij 800 Belgische gezinnen bleek dat 88% van hun kast gedurende twaalf maanden onaangeroerd bleef. Dat dat allesbehalve duurzaam is, behoeft geen betoog. Een oplossing is investeren in enkele duurdere, maar duurzame stukken die je vaak draagt. Of je kleding huren, een concept dat de laatste jaren in opmars is. We spraken met Caroline Baeten van Dressr, een van de voorvechters en initiatiefnemers van rental in de modesector, en met Catherine Standaert van Kate & Jules, een modemerk dat als een van de eersten mee op de kar sprong.

Caroline Baeten van Dressr © Dirk Alexander

Caroline Baeten © Dirk Alexander

Catherine Standaert van Kate & Jules

Catherine Standaert

Caroline, wat is Dressr precies?

Caroline: Dressr is een online en offline platform voor het verhuren van mode-artikelen. We hebben intussen kledingstukken en accessoires van zo’n 55 vooral lokale merken in ons aanbod. Behalve op onze website kunnen klanten voor verhuur ook terecht in onze fysieke showroom in Mortsel én op de website van enkele van onze deelnemende merken. 

Hoe verloopt de dienstverlening op jouw website?

Caroline: Klanten kunnen kiezen tussen drie abonnementsformules, die hen toelaten om twee, drie of vier items te huren. Die items kunnen ze zo vaak wisselen als ze willen. De verzendkosten zijn inbegrepen. Daarnaast bieden we recenter ook eenmalige huur aan: je huurt een of meerdere stukken en bezorgt ze ons na tien dagen terug. Ideaal als je een speciaal stuk wil huren voor een feestje, bijvoorbeeld. Wanneer een klant verliefd is op een stuk, kan ze (hij/hun) het ook aankopen. De huurkost wordt dan afgetrokken van het verkoopbedrag. Wie graag de collectie past, kan na afspraak terecht in onze showroom. 

Verhuurplatform Dressr

Hoe kwam je op het idee om een verhuurdienst binnen de modesector op te richten en hoe ging je van start?

Caroline: Ik had altijd al interesse in sustainable development goals en als modeconsument wist ik het niet goed meer. Een tijdje droeg ik enkel tweedehands kleding, nadien kocht ik een periode niets meer – ik dook wel in de kledingkast van familieleden, zelfs van de grootouders van mijn man. Stilaan ging ik op onderzoek uit: wat is de impact van de mode-industrie en wat zijn de oplossingen? Het grote probleem is de productie en de afvalcreatie, dus de enige manier om daar iets aan te doen is om de items die er al zijn veel vaker te gebruiken. Zo kwam ik uit bij rental, een fenomeen dat nog weinig bekend was in Europa. Ik deed wat onderzoek en kwam terecht bij Flanders DC. Jullie introduceerden me bij enkele merken zoals Caroline Bosmans, go as u.r en JBC. Ik ging met hen in gesprek over hun uitdagingen en polste op het einde voorzichtig naar hoe ze tegenover rental zouden staan. De reacties waren heel positief, maar de merken gaven wel aan dat ze niets zelf zouden willen organiseren. Dat maakte het voor mij meteen duidelijk dat ik niet enkel een online platform zou moeten ontwikkelen, maar ook een operationele poot.

Voor modebedrijven is rental niet enkel een heel nieuw businessmodel, maar operationeel ook een volledig ander proces dan een lineair verkoopmodel.

Items komen terug, moeten gewassen en hersteld worden,... Na de ronde langs modemerken ben ik de markt gaan onderzoeken: ik bevroeg 100 vrouwen. Zij zagen drempels voor het huren van kleding, maar hadden zeker interesse. Dan was er de derde kwestie: de vraag of we rendabel konden worden, want enkel overleven dankzij subsidies is geen duurzaam model.

Dressr outfit © Laura Vanemelen

Dressr outfit © Laura Vanemelen

Dressr outfit © Laura Vanemelen

Dressr outfit © Laura Vanemelen

Er wordt soms aan getwijfeld of fashion rental wel rendabel kan zijn? Hoe zit het businessmodel van Dressr in elkaar?

Caroline: Op rendabiliteit hebben in het verleden zeker al verhuurbedrijven hun tanden stuk gebeten. Om de rendabiliteit te verhogen, hebben we twee belangrijke keuzes gemaakt. Ten eerste kopen we geen stukken aan, maar nemen we ze in bruikleen. Ten tweede betalen de klanten vooraleer we de operationele kosten maken. Eerst ontvangen we het huurgeld, nadien betalen we pas de waskosten, verzendkosten en eventuele herstellingskosten. Ons operationeel en logistiek proces loopt ook zo efficiënt mogelijk: alles is extreem gepland en loopt elke dag via hetzelfde stramien. De wasserij komt één keer per week kleding brengen en ophalen, de buurtwerking haalt kleding voor herstellingen op en medewerkers uit de sociale economie komen pakjes maken. Elk kledingstuk of accessoire dat voor 11u werd besteld, wordt de volgende dag geleverd. 

Het inkomstenmodel is uiteraard even belangrijk. Onze goedkoopste huurformule is momenteel 39 euro per maand. Dat bedrag hebben we nog nooit aangepast, terwijl de verzendkosten wel met anderhalf à twee euro zijn gestegen. Momenteel doet de Thomas More hogeschool onderzoek naar ons prijsmodel in het kader van het Infinitex project (Living Lab dat gedurende drie jaar (2023-2025) nieuwe businessmodellen onderzoekt voor de waardeketen van circulair consumententextiel met o.a. Flanders DC als partner, red.). Bedoeling is om niet gewoon de prijs op te trekken, maar om het hele model onder de loep te nemen. Zo zijn er verschillende combinatiemodellen mogelijk. Buitenlandse spelers zoals Rent the Runway experimenteren ook voortdurend met hun model.

Het blijft wel een uitdaging dat de perceptie is dat kleding huren duur is, terwijl wij de goedkoopste aanbieder zijn, als je vergelijkt met onze buurlanden.

Een grote kost is de ontwikkeling van ons online platform. Om de developmentkosten deels te dekken, hebben we sinds dit jaar ook een nieuw verdienmodel: de merken uit onze catalogus kunnen onze verhuurdienst nu ook integreren op hun eigen website. Dat is een win-winsituatie. De merken brengen nieuwe klanten aan, dus wij vermijden hoge marketingkosten en het merk krijgt een hogere incentive per verhuurd stuk.

Catherine, jij bent vanaf het begin met je merk Kate & Jules in het verhaal van Dressr gestapt, vertel?

Catherine: Kate & Jules is een Belgisch label dat sinds vijftien jaar organisch gegroeid is van een paar sjaaltjes en ceinturen naar een volledige collectie met productie in België en Italië. Sustainability staat bij ons op de eerste plaats. Ik was dan ook meteen gecharmeerd toen Caroline contact met me opnam. Mensen uit mijn omgeving vroegen me of ik dat wel zou doen, mijn kleding verhuren. Ze vreesden dat het een negatief effect zou hebben op mijn verkoop. Maar zo zie ik het niet. Voor mij is duurzaamheid de enige weg. We moeten af van fast fashion en ons duurzamer kleden. Natuurlijk willen mensen zich nog steeds mooi kleden, en dan is rental een hele mooie oplossing.

Zomercollectie Kate & Jules

Zomercollectie Kate & Jules

Zomercollectie Kate & Jules

Jullie stellen de stukken gratis ter beschikking aan Dressr. Welk voordeel halen jullie dan zelf uit de verhuur?

Catherine: We krijgen een incentive per stuk en huurders kunnen onze stukken ook aankopen, maar dat is voor ons niet het belangrijkste. Het aantal draagbeurten per stuk verhoogt en dat positief ecologisch effect past bij ons duurzame DNA. Verder is Dressr voor ons ook een marketingkanaal. Ons merk wordt zichtbaarder en we boren een nieuwe doelgroep aan. Onze klanten zijn meestal dames tussen 45 en 55 jaar, de vrouwen die onze kleding huren zijn jonger, tussen de 36 en 44 jaar. Caroline bezorgt ons om de drie maanden een rapport met welke stukken verhuurd werden en het profiel van de huurders, dat is interessant. Na de verhuurperiode komen de kledingstukken in perfecte staat terug, wat ons toelaat ze aan gereduceerd tarief op onze stocksales te verkopen.

Hoe zie je het verhuurverhaal voor jullie in de komende periode evolueren?

Catherine: Sinds Dressr niet enkel meer met abonnementen werkt, maar ook eenmalig verhuurt, zie ik een grotere rol weggelegd voor de opvallende stukken. Tot nu toe verhuurden we vooral basic knitwear, maar voor de zomercollectie voegen we wat speciale stukken zoals kimono’s toe. Het Dressr platform is nu ook geïntegreerd op onze eigen website, waardoor we een hogere fee krijgen als een klant rechtstreeks via onze website bij Dressr huurt. De verhuurinkomsten zijn momenteel nog laag, maar ik zie ze in de toekomst wel stijgen. Nu is rental nog niet zo gekend, maar binnen vijf à tien jaar zie ik het zeker belangrijker worden. Mensen gaan er altijd mooi willen uitzien, en het huren van kleding is een manier om dat met duurzaamheid én een toegankelijke prijs te rijmen.

Zomercollectie Kate & Jules

Caroline, heb je nog tips voor merken die rental overwegen?

Caroline: Kies voor kwaliteit. Dat is uiteraard altijd belangrijk, maar voor verhuur extra essentieel: hoe kwalitatiever, hoe vaker je kan verhuren. Voorzie ook een stock voor herstellingen. Vaak is er één reserveknop per item, maar bij verhuur kan je wat extra knopen nodig hebben. Of nog beter – al dring ik nu al wat verder binnen in het creatieve proces (lacht) – kies dezelfde knopen voor de hele collectie. Dan hoef je niet van elke knoop een voorraadje te voorzien. En bovenal: de stukken moeten gemakkelijk te onderhouden zijn. Een item dat moeilijk gereinigd kan worden, is een no go. Maar dat is het in mijn ogen ook zo in het geval van verkoop. Een item dat moeilijk te onderhouden is, zal niet vaak gedragen worden. En net om die draagbeurten draait het als we duurzaam willen zijn.


Meer weten over circulaire mode?

  • Wil je graag meer weten over het Living Lab rond nieuwe businessmodellen voor de waardeketen van circulair consumententextiel, bezoek dan de website van Infinitex.
  • Wie zelf aan de slag wil met circulaire businessmodellen in de modesector, kan voor inspiratie en praktische tips terecht op het platform Close The Loop.