Nog voor een kledingstuk geproduceerd wordt en er stiksters en naaisters aan te pas komen, heeft het vaak al een hele weg achter de rug. Van het eerste zaadje van bevlogen inspiratie, over de sourcing van stoffen tot het maken van technische tekeningen voor de prototypes. Hoe gaat dat proces in die allereerste fases in zijn werk? Drie Belgische labels – van gevestigd tot net gestart – geven een inkijk in hun aanpak.

Terre Bleue-ontwerper Gert Motmans: “Alle beperkingen dagen me net uit en houden het boeiend”

Terre Bleue

Terre Bleue

Het Belgische premiummerk Terre Bleue, dat vorig jaar hun twintigste verjaardag vierde, brengt twee keer per jaar een vrouwen- en mannencollectie uit. Lang was de link tussen beide niet zo duidelijk, maar steeds meer leunen hun look en feel dichter bij elkaar aan. Voor elke collectie is er een designer en een productmanager die een tandem vormen en heel nauw samenwerken. Bovendien toetsen ze als ‘team of four’ ook voortdurend zaken af met elkaar. Gert Motmans is al zes jaar designer voor Terre Bleue Woman en sinds januari ook hoofdontwerper. Christa Geeroms is productmanager voor Terre Bleue Men (en Zilton, het broekenmerk uit dezelfde groep). De productmanagers starten het hele designproces met het opmaken van een raamwerk – een theoretische analyse van welke artikelen er moeten zijn, in welke productgroepen en hoeveel. Geeroms: “Daarvoor baseren we ons enerzijds op de input van de styling, en anderzijds maken we de synthese van de doorverkoopresultaten in ons eigen retailnetwerk en bij onze wholesale klanten. Wij zijn dus een beetje de buffer tussen de ontwerpers en de retail, en soms ook de schietschijf (lacht). Ook de prijs bepalen we. Vaak ligt de focus van ontwerpers op esthetiek en als premiummerk staan we voor duurzame kwaliteit en tijdloos design, maar ook een commerciële pricing is heel belangrijk. In een markt met veel prijsstijgingen is dit vandaag best een uitdaging.”

“Vaak ligt de focus van ontwerpers op esthetiek en als premiummerk staan we voor duurzame kwaliteit en tijdloos design, maar ook een commerciële pricing is heel belangrijk. In een markt met veel prijsstijgingen is dit vandaag best een uitdaging.”

Christa Geeroms,

Terre Bleue

De bedoeling is dat het raamwerk zo goed mogelijk gerespecteerd wordt door het ontwerpteam. Dat heeft soms al eens zijn uitdagingen, maar voor ontwerper Gert Motmans heeft het zeker zijn nut. “Als designer is het ergens makkelijk om toch een begrenzing te hebben. Anders is the sky the limit. Elk seizoen opnieuw moet ik oplossingen zoeken voor uitdagingen en dat houdt het zelfs na zoveel jaren in het vak boeiend. Ontwerpen gaat niet alleen om fantaseren en dromen neerzetten. Daarom is die tandem tussen de productmanagers en de designers zo belangrijk. We brengen elkaar in evenwicht.”

Ondanks alle beperkingen kan hij zijn creativiteit helemaal kwijt in de eerste fase van het ontwerpproces. Terwijl de productmanagers het raamwerk maken, is het stylingteam druk bezig met inspiratie op te doen. “We absorberen constant dingen en op het juiste moment komen die dan naar de oppervlakte. We werken natuurlijk ook met trendboeken die heel concrete info aanreiken, doen shopping- en inspiratiereizen of gaan naar lezingen. De kunst is dan om dat allemaal te vertalen naar het DNA van Terre Bleue.”

Terre Bleue

Terre Bleue

Terre Bleue

Terre Bleue

Meer en meer is de filosofie van Terre Bleue doordrongen van een ecologisch besef. Naast productmanager is Geeroms ook de sustainability manager van Terre Bleue en dat oefent een invloed uit op het ontwerpproces. “Wij maken nu bewust een deel van onze collectie tijdlozer. We springen voorzichtiger om met prints en denken op voorhand veel doordachter na over de stukken en wat we laten maken. We hebben nu ook beslist dat we 20 procent minder referenties zullen maken.”

"Ontwerpen gaat niet alleen om fantaseren en dromen neerzetten. Daarom is die tandem tussen de productmanagers en de designers zo belangrijk. We brengen elkaar in evenwicht.”

Gert Motmans,

Terre Bleue

De materialen vinden de productmanager en de designer meestal samen op stoffenbeurzen, die ze exclusief mogen gebruiken voor de Benelux. De prints laten ze ontwikkelen door Italiaanse en Franse ateliers met jarenlange knowhow. Regelmatig laat Terre Bleue omkleuringen doen zodat de prints en stoffen binnen een bepaalde kleurengroep passen. En heel af en toe brengen ze kleine designwijzigingen aan. Motmans: “Maar een print of stof van nul ontwerpen doen we niet. Daarvoor zien we te veel mooie dingen op de stoffenbeurzen die heel mooi fitten in ons verhaal. Het gebeurt zelfs dat ze mij inspireren voor nieuwe thema’s.”

Essentieel in het ontwerpproces zijn de modelisten. De designers kunnen wel iets op papier zetten, maar vooraleer er een technisch bestand wordt doorgestuurd naar de ateliers bespreken ze met de modelisten de fit en de pasvorm. Geeroms: “Zij hebben die technische ervaring en zetten er de maten op zodat alles duidelijk is voor het atelier en er een prototype kan gemaakt worden. Als de modelisten niet doordrongen zijn van de visie van de designer, zal het prototype er absoluut niet juist uitkomen.” Gert vertrouwt blindelings op hun kennis. “Ik hou van hun feedback en de dialoog. Dat is net zo met het team of four. Ik leg de bouwstenen, maar de onderlinge communicatie maakt ook veel dingen los en zorgt ervoor dat mijn ideeën gechallenged worden. Ik zie dat als een verrijking.”


Nadav Perlman: “Ik maak geen compromissen op artistiek vlak, want het artistieke drijft net de verkoop”

Ofir en Nadav Perlman

Ofir en Nadav Perlman

Performance MoMu, Nadav Perlman © Oikkonen

Performance MoMu, Nadav Perlman © Oikkonen

Voor Nadav Perlman moet alles nog beginnen. De Israëlische designer studeerde in 2021 af aan de Antwerpse modeacademie en lanceerde deze maand zijn gelijknamige merk Nadav Perlman met een performance in het MoMu en een daarbij horende capsulecollectie. In september volgt een ruimere collectie. “We hebben alle extremen al overwogen: van 100% pret-à-porter tot 100% maatwerk. Het definitieve resultaat zal waarschijnlijk ergens in het midden liggen.” Een echte template volgt Perlman niet bij het ontwerpen. “Alles hangt af van het project waar ik aan werk. Ik doe het op verschillende manieren, afhankelijk van het idee en wat elk stuk specifiek vraagt.”

Alles vertrekt vanuit Perlmans designesthetiek. Tijdens de jaren op de modeacademie ontwikkelde de designer zijn idiosyncratische smaak. “Mijn werk is heel sterk verbonden met mijn kindertijd, mijn familie en het landschap en het verhaal van het land waar ik ben geboren. Ik ben Israëlisch en Joods van Europese afkomst. Ik ben opgegroeid in de bergen van Galilea, in het noorden van het heilige land. Een gebied waar veel culturen en religies samenkomen: moslims, druzen, christenen, joden. Die omgeving is heel boeiend en mooi, maar de situatie daar kan ook heel triest zijn. Er hangt veel spanning rond dat bestaan, en er rijzen duidelijk veel politieke, morele en humanitaire vragen over die plaats en de mensen die er wonen. Daar ben ik in mijn werk heel hard mee bezig.” Ook Antwerpen, waar hij al zes jaar woont, inspireert hem. “Het is een levendige stad met rijke contrasten en veel verschillende culturen die samenleven. Die mengelmoes is een sterke motivatie voor veel van de onderwerpen die ik interessant vind om over te praten.”

MA collection, Nadav Perlman

MA collection, Nadav Perlman

MA collection, Nadav Perlman

MA collection, Nadav Perlman

In zijn creaties spelen religieuze symbolen een grote rol. Van sluiers en mijters tot zware damast stoffen. Een link naar die mix van culturen, maar ook een afspiegeling van zijn persoonlijke leven. “Spiritualiteit en religie zijn gewoon heel boeiende onderwerpen. Ik vind het vooral interessant om erover te praten via een medium als mode dat zo sterk verbonden is met het kapitalisme, wat de religie is van onze moderne tijd. Door het nu en de lessen uit het verleden samen te brengen, kunnen we krachtige, betekenisvolle tools of afbeeldingen creëren zoals christelijke iconen.”

Die brug tussen het heden en verleden komt ook terug in zijn keuze voor de stoffen en prints die hij overal vandaan haalt. “Ik ben vooral geïnteresseerd in bestaand antiek en traditioneel textiel. Aan zulke stoffen geen gebrek in Europa. Ik werk bijvoorbeeld vaak met tapijtmotieven. Of het nu gaat om borduurwerk of jacquard, ik wil de ambachten niet louter behouden. Ik wil ze delen zoals ik ze zie – modern en relevant.”

"Het vinden van je eigen balans is absoluut de sleutel. Persoonlijk hou ik ervan dat mode je creatieve deadlines geeft. Ik geniet van dat moment waarop je zegt: oké, genoeg nu, we laten het los en wij zijn ervan bevrijd."

Nadav Perlman

En wat met het dilemma waar elke ontwerper mee worstelt: de afweging tussen het artistieke en het commerciële? “Grappig, voor ik dit avontuur aanging, dacht ik ook zo. Maar nu besef ik dat het net andersom is. Het artistieke deel en het commerciële deel gaan hand in hand en dienen elkaar. Ik hoef geen compromissen te sluiten op artistiek vlak, want het artistieke drijft net de verkoop.

Dat is net het mooie van mode als medium: het is een creatieve industrie. Wanneer je de creativiteit eruit haalt, haal je er ook de waarde uit. Ik weet ook dat de realiteit me genoeg zal beperken, dus waarom zou ik dat zelf doen?”

Nadav kan altijd rekenen op zijn businesspartner Ofir die hem helpt met haar strategische en creatieve inzicht. Legt zij hem dan geen beperkingen op? “Wij zitten heus niet samen om een soort raamwerk of systeem te bepalen. Het is eerder een gesprek tussen de artistieke visie en hoe die visie vervolgens gecommuniceerd kan worden op een manier die steek houdt voor de business. Misschien dat dat in de toekomst wel verandert.”

Datzelfde pragmatisme geldt ook voor hun technische tekeningen. “Ook hier hangt alles af van het stuk zelf en wat er het meest logisch voor is. Tot nu toe hebben we het patroon altijd hier in de studio gemaakt of met freelancers. We hebben nog nooit een technische tekening naar een fabrikant gestuurd. Misschien kan dat later wel interessant zijn.”

Het ritme van de mode is voor veel designers een pittige aangelegenheid. Daar is ook Perlman zich erg van bewust. “Het vinden van je eigen balans is absoluut de sleutel. Persoonlijk hou ik ervan dat mode je creatieve deadlines geeft. Ik denk dat dat heel gezond is voor de creativiteit. Ik geniet van dat moment waarop je zegt: oké, genoeg nu, we laten het los en wij zijn ervan bevrijd.”


Souâd Feriani: “Ik ben tijdens het ontwerpen heel gefixeerd op de cijfers. Wat niet verkoopt, gaat er onverbiddelijk uit”

Souâd Feriani © Hendrik Smeyers

Souâd Feriani © Hendrik Smeyers

Souâd Feriani © Hendrik Smeyers

Souâd Feriani © Hendrik Smeyers

Al dertig jaar zit de Genkse Souâd Feriani in het vak, eerst als freelancer voor verschillende Belgische merken en sinds 2014 als oprichtster van haar eigen luxemerk. Wat begon met hemden uit de beste materialen en de perfecte pasvorm, geïnspireerd op de hemden van haar vader, is uitgegroeid tot een volwaardig label dat duurzaamheid hoog in het vaandel draagt. “Toen ik freelancete, moest ik heel veel thema’s maken voor twee collecties per jaar en dat vond ik een spijtige zaak. Tijdloze bestsellers dumpten we gewoon na vier of vijf maanden. Ik werd daar ziek van. Mijn collectie loopt het hele jaar door. Jaar in, jaar uit. We hebben stuks die zo al tien jaar meegaan. Af en toe krijgen ze een update en finetunen we de pasvorm.” Als Souâd ontwerpt, doet ze dat ondertussen met haar klanten in gedachten. Waar hebben vrouwen nood aan? Waar zijn ze mee bezig?

“Ik sta ook regelmatig in mijn winkels in Hasselt en Antwerpen en voel dus meteen aan waar de behoeftes liggen. Dat is mijn beste zet ooit geweest en kan ik elke ontwerper alleen maar aanraden: een eigen winkel. Dat is mijn laboratorium waar ik van alles kan uittesten.”

Het schetsen zelf doet ze liefst in absolute stilte. “Mensen denken vaak dat ik dan in mijn atelier zit, en dat was misschien vroeger zo, maar we zijn een tamelijk klein bedrijf en ik zit nog mee in het beleid. Dat neemt spijtig genoeg een hele grote brok van mijn tijd en energie. Binnenkort komt er wel een CEO die dat deel meer van mij overneemt zodat ik me weer kan concentreren op ontwerpen. Nu gebeurt dat vooral op de momenten tussendoor – in het vliegtuig, in de wachtzaal van de dokter… Soms ga ik er drie dagen op uit om me daaraan te wijden.”

Souâd Feriani © Hendrik Smeyers

Souâd Feriani © Hendrik Smeyers

Souâd Feriani © Hendrik Smeyers

Souâd Feriani © Hendrik Smeyers

Ontwerpen is constant keuzes maken, soms tot vervelens toe. Souâd heeft haar job op dat vlak een stuk makkelijker gemaakt. “Wij werken altijd met kleurblokken in de winkels. Grijs, blauw, zwart, rood. Die geven de klanten en mij veel rust. Een fantastisch systeem, want ik moet niet elke keer een nieuw thema bedenken. Ik kan meteen naar de essentie gaan. Ik heb dezelfde kleurblokken in mijn atelier hangen en kan gewoon zien wat er nog ontbreekt of wat er te veel is. Met prints werk ik zelden of nooit, behalve voor mijn Art Shirt-collectie, die ik beschilder, vaak op vraag.”

Souâd werkt vaak met dezelfde materialen omdat dat ook rust geeft en ze daar op verder kan bouwen. Een rok in zijde krijgt het volgende seizoen bijvoorbeeld een bijbehorende bloes in dezelfde stof. “De meeste stoffen zijn heel eenvoudig en koop ik generiek aan, maar twee stoffen laat ik speciaal ontwikkelen. Je ziet het er niet aan, maar de ene heeft een satijnbinding die als een tweede huid aanvoelt en ze zijn allebei reactief geverfd. Die details vind ik belangrijk.”

"Een collectie die blijft hangen, is geld dat dood is. Dat is iets wat je met vallen en opstaan en met veel pijn leert als ontwerper."

Souâd Feriani

“De pasvorm is het allermoeilijkste van een collectie. Veel mensen hebben goede smaak, maar zorgen dat alles ook past, is een ander paar mouwen. Daarmee maak je als designer het verschil. Voor de fit grijp ik bijna altijd terug naar basissen die we al gebruikt hebben. Dat is heel belangrijk voor later in het proces. Wanneer het eerste prototype binnenkomt, zit de fitting dan al op een of andere manier goed en kan ik me meer concentreren op het ontwerp. Vaak laat ik het model eerst maken door de fabrikant, tot zelfs drie keer toe. Dat is een hoge ontwikkelingskost, maar dat verdien je later terug in de verkoop. Pas dan worden de tech packs met alle maatvoeringen gemaakt. Ook de afwerking van de kledingstukken bepaal ik mee, omdat dat een enorme invloed heeft op de prijs. Ik ontwerp altijd vanuit mijn emotie en prijs is altijd een issue achteraf. Een voering van satijnbinding of extra geverfd, daar betaal je allemaal extra voor. Dat doe je alleen als er toegevoegde waarde tegenover staat.”

“In het designproces ben ik ook heel gefixeerd op de cijfers. Als iets niet verkoopt, gaat het er onverbiddelijk uit. Een collectie die blijft hangen, is geld dat dood is. Dat is iets wat je met vallen en opstaan en met veel pijn leert als ontwerper. Ik kijk niet altijd naar de lijsten met de verkopen, maar ik loop vaak door onze stock en dan weet je ook wel wat aanslaat en wat niet. Ik heb twee financiële adviseurs waar ik heel goed naar luister. Omdat ik weet dat dat de enige manier is om de volgende vijftien, twintig jaar verder te doen en de firma eventueel door te geven aan mijn kinderen.”