Gelieve een meer recente versie van uw browser te installeren.
28 maart 2018
7 minuten leestijd
Hoek af. Balls & brains is het laatste in een reeks van drie boeken van Eric Kenis, met verhalen van ondernemers die mee onze Vlaamse economie vormen. Naast 21 andere ondernemers in het boek vertelt Jeroen Lemaire van digital product studio In The Pocket zijn ondernemersverhaal, dat we hier publiceren. Meer info over het boek vind je onderaan.
In 2010, toen slechts een klein deel van de Belgen over een smartphone beschikte, wist Jeroen Lemaire al dat het apparaat in de toekomst niet meer weg te denken zou zijn uit onze leefwereld. Samen met Pieter-Jan Bouten en Louis Jonckheere startte hij een mobile agency, dat de eerste maanden geleid werd van aan een keukentafel. Bouten en Jonckheere kozen voor een toekomst met Showpad, het zusterbedrijf van In The Pocket. Lemaire bleef aan het roer van In The Pocket zelf. Hij gooide dat roer trouwens drastisch om, want vandaag profileert het bedrijf zich als digital product studio.
Zoals zovele goede verhalen begon ook dit verhaal op café. Op een gegeven avond, na enkele glazen, raakte ik met Pieter-Jan, een jeugdvriend van me, en Louis, die Pieter-Jan kende van bij Netlog, aan het filosoferen over recente evoluties en het digitale tijdperk. We zagen dat daar heel veel bewoog, maar niemand leek echt belang te hechten aan mobile. Full-service of 360° agency’s, wat dat ook moge betekenen, schreven daarover wel iets op hun website, maar geen van hen leek er ook daadwerkelijk iets mee te doen. Ze zagen niet in dat er best wel munt uit te slaan viel. Online marketing en advertising stonden toen nog in hun kinderschoenen, en daar lag voor de meeste bedrijven de focus op dat moment.
Wij zagen het anders. Mobile was geen leuk extraatje, maar een ware wervelwind die alles op zijn pad zou opzwelgen. We geloofden toen al dat onze smartphone het primaire en allesoverheersende scherm zou worden, en dat ze zelfs voor een groot deel onze computers zouden vervangen. Voor de buitenwereld leek het een ware gok, voor ons was het een bewuste keuze. Steve Jobs was daarin onze grote inspiratie. Toen we zagen wat hij gerealiseerd had met het lanceren van de iPhone enkele jaren eerder, wisten we: dit verhaal is nog maar goed en wel begonnen.
We hadden sneller klanten dan we ontwikkelaars konden vinden.
We hebben beslist om ons te concentreren op het bouwen van mobiele applicaties. De lancering van In The Pocket ging zonder veel toeters en bellen, om niet te zeggen per ongeluk. We stuurden onze website naar een kennis met de vraag om een objectieve mening. Die persoon tweette de link, en het ging meteen heel hard. In de eerste week zaten we al aan tafel met merken als Samsonite, MTV, Carlsberg – met de grote jongens kortom. We hadden sneller klanten dan we ontwikkelaars konden vinden. Het was dus fake it till you make it, al hadden we uiteraard wel onze research gedaan. We kenden mobile door en door en zo slaagden we erin om onze eerste klanten te helpen om waarde te genereren met de hulp van de nieuwe technologie.
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe artikels in dit magazine? Schrijf je in op onze nieuwsbrief!
Niet veel later zijn we ook aan een bescheiden nevenprojectje begonnen binnen In The Pocket, een product dat Showpad heette. We kregen verschillende keren de vraag naar tablet apps voor verkopers en besloten om daarvoor een oplossing te bouwen. Zowel Showpad als onze app-projecten hadden heel wat business-tractie en na een tweetal jaren moesten we keuzes maken om vooruit te blijven gaan. Beide initiatieven hadden nog enorm veel potentieel in het verschiet, maar Showpad was een product en had een kapitaalinjectie nodig om het te maken op de internationale markt. We creëerden twee vennootschappen en gingen uit elkaar als founders. Dat is een geweldige beslissing geweest, omdat zowel Showpad als In The Pocket founder-led companies zijn, en de groei van beide bedrijven is erg versterkt nadat we elk onze eigen focus hebben gekozen.
Na twee jaar kleine apps bouwen, werden we alsmaar vaker betrokken bij de business-critical processen van onze klanten. Op dat moment beseften we dat we wel degelijk de juiste weg waren ingeslagen. Mobile was overal aanwezig, en wij hadden daar met enorme precisie op ingepikt. Eigenlijk hebben we toen niet alleen getoond dat we goed waren in mobile, maar dat we de capaciteit hadden om in te schatten wat de markt nodig had op vlak van nieuwe technologieën. We zien vandaag hetzelfde gebeuren met artificiële intelligentie en mixed reality en ik kan je zeggen: wat er nu zit aan te komen, zal een nog grotere impact hebben dan de smartphone.
We hebben in het verleden veel business laten liggen, niet omdat er geen geld in zit maar omdat het niet past bij wie we zijn.
Wat ons onderscheidt van andere bedrijven, is dat we het ons eigen hebben gemaakt om als eerste te ontdekken wat de waarde is van een nieuwe technologie. We hebben in het verleden veel business laten liggen, niet omdat er geen geld in zit maar omdat het niet past bij wie we zijn. Met onze ervaring zouden we gerust kunnen pitchen voor grote legacy-projecten. Daarmee kan je miljoenen aanboren, maar je zit wel verwikkeld in een eindeloze rit aan onderhoud en updates. Of je kan aan bodyshopping doen, en je personeel tewerkstellen bij andere bedrijven. Heel wat van onze collega’s doen het en putten daar zelfs de helft van hun omzet uit. Daar doen we niet aan mee.
Bij In The Pocket werken we met zes multidisciplinaire teams. Zij volgen projecten op van A tot Z, beginnende bij de briefing van de klant en het probleem waar ze mee komen aanzetten. Ze zorgen autonoom voor een strategische roadmap, het productdesign, ontwikkeling, solution architecture, testen en gebruikersvalidatie. Zo’n team bestaat uit 7 à 11 mensen. Onze producten worden niet gemaakt door mensen die zich een klein tandwieltje in een grote machine voelen. We zetten hen zelf in de cockpit. Dat is de enige manier om echte toppers aan te trekken en behouden.
Onze producten worden niet gemaakt door mensen die zich een klein tandwieltje in een grote machine voelen.
Onze mensen werken dus zelf erg nauw samen met de klant. Met de vinger aan de pols ondervind je veel beter hoe je maximale waarde biedt en dat komt de langetermijnrelatie met de klant alleen maar ten goede. Grote bedrijven geven ons de ruimte om te experimenteren omdat ze ons vertrouwen. Dergelijk vertrouwen bouw je niet puur op reputatie, daar gaat een waardevolle samenwerking aan vooraf.
Wij zijn ook erg selectief in het aangaan van dergelijke projecten. Ik vind niet dat elk bedrijf voor elke klant moet werken. De omstandigheden moeten juist zijn. Zelf hanteer ik daarvoor vier vuistregels. Allereerst moet er een nood zijn. We zullen geen app bouwen die niets meer is dan een leuke gimmick om gebruikers te lokken. Ten tweede willen we kunnen meten. Groei is belangrijk, en we willen die op voorhand kunnen inschatten. Je moet de voorwaarden voor succes in meetbare KPI’s gieten. Waarom begin je er anders aan? Daarnaast hanteren we het ‘deploy or die’-principe: blijf niet jarenlang hangen aan één grote release maar kom regelmatig met iets nieuws. Als laatste moet je je team een mandaat geven. Niet om boven de klant te staan – het blijft uiteraard een samenwerking – maar je moet tonen dat je je team vertrouwt en hen de kans geven om hun beste werk en advies naar voor te schuiven.
Onze teams weten ook wat er speelt. Zij mogen 24% van hun tijd spenderen aan het onderzoeken van nieuwe technologieën. Dat is broodnodig in België, want we zijn een erg traag land. Bedrijven hebben de kracht van mobiele technologie enorm onderschat, waardoor we daarin erg lang de rode lantaarn zijn geweest. Nu zien we exact hetzelfde probleem met het Internet of Things, met virtual en augmented reality. We zien het als onze taak om bedrijven daarin mee te trekken.
Die nieuwe technologieën zijn ingrediënten voor de digitale ervaringen van morgen. Daarin heb je de mensen en de technologie. Historisch gezien is dat gegroeid van logge main frame computers naar beige pc’s en vervolgens verder naar laptops en smartphones. Die smartphone is nu onze belangrijkste interface. Het is de manier waarop we vandaag met technologie interageren, maar daar komt binnenkort verandering in. Die smartphone zal niet vervangen worden door the next big thing, maar door een veelheid aan digitale ervaringen die voortkomt uit een mix van technologieën.
Een hightech omgeving die je een lowtech ervaring biedt, dat is volgens mij de toekomst.
Een goed voorbeeld daarvan is Amazon Go: een fysieke winkel van Amazon waar je enkel nog een smartphone gebruikt om in te checken. Daarna zorgt een combinatie van IoT, mobile, cloud en artificiële intelligentie ervoor dat je achteraf gewoon kan buitenwandelen met je spullen. Aanschuiven aan de kassa, producten scannen en betalen met cash of kaart zijn daarmee verleden tijd. Een hightech omgeving die je een lowtech ervaring biedt, dat is volgens mij de toekomst.
Het boek Hoek af. Balls & brains is het laatste in een reeks van drie boeken waarin ondernemers voorgesteld worden die mee onze Vlaamse economie vormen. Zij delen hun ervaringen en geven advies aan alle ondernemers die de ambitie hebben om te innoveren en te groeien. Deze 22 ondernemers met een hoek af hebben brains en werken met topbreinen, maar de balls komen eerst. Het boek is online te koop. Komen onder meer ook aan bod in het boek: Jasna Rokegem (Jasna Rok), Felix Van de Maele (Collibra), Jonathan Berte (Robovision), Katya Vladislavlev (DataStories), Gijs Hoppenbrouwers en Martijn Joris (Twikit), Danaë Delbeke (Indigo),...
Auteur Eric Kenis is in België bekend als de 'jeugdtrainer' van topondernemers en als ambassadeur van België’s ondernemend toptalent. Door zich jarenlang midden tussen ‘de echten’ te bewegen, heeft hij het instinct en het patroon ontdekt om dream teams samen te stellen. Eric Kenis is de stichter van BLCC, vader van Bryo, columnist voor Trends, coach en adviesraadslid voor vele topondernemers, en nu ook de ontwerper van de community van ondernemers met een 'hoek af'.
Cookies opgeslagen