Met Simon Delobel waait er een frisse wind door het Antwerpse galeriewezen. trampoline wil via maandelijkse tentoonstellingen in de voormalige galerieruimte van Stella Lohaus, een platform creëren voor kunstenaars die een eigenzinnige praktijk ontwikkelen en de notie kunst onophoudelijk in vraag stellen.

Simon Delobel

Simon Delobel

Waar verwijst de naam 'trampoline' naar?

Bezoekers denken vaak dat de naam sterk verbonden is met wat de galerie precies kan betekenen voor een kunstenaar. Zelf zie ik het meer als een knipoog naar de manier waarop je een ruimte fysiek of intellectueel kan vullen en ermee kan spelen. Op het Zuid dragen de meeste galeries de naam van de galerijhouder. Ik zie dat anders. Ik hoef zelf niet op de voorgrond te treden. Het woord trampoline wordt zowel in het Nederlands als het Frans en het Engels op dezelfde manier uitgesproken. In alle talen zit er een spanning in dat woord. In de galerie werk ik niet met een vaste formule. Elke maand toon ik iets nieuws.

Hoe kies je de kunstenaars die bij jou tentoonstellen?

Ik ontvang vaak mails van kunstenaars waarin ze hun portfolio voorleggen, maar zo werkt het niet. Het is belangrijk dat ik zelf een esthetische ervaring beleef bij het zien van het werk. Voor mij is kunst iets fysieks, wat moeilijk tot uiting komt bij het bekijken van een portfolio.

Je staat een aantal dagen per week zelf in de galerie. Doe je dit uit financiële overwegingen?

Ik werk een aantal dagen per week voor Art Center Hugo Voeten in Herentals, de overige dagen ben ik in trampoline aanwezig. Ik vind het heel belangrijk om naast de toeschouwer te staan en diens reactie op het werk dat getoond wordt van dichtbij mee te maken. Ik vind het goed om te praten met de bezoekers over wat ze zien. Zo leer je kunst op verschillende manieren zien en beleven.

Kunst ervaren, koppel je in eerste instantie niet aan een galerie. Horen dergelijke activiteiten niet eerder thuis in een museum?

Zoals elke galerie staat trampoline open voor iedereen en de toegang is gratis, in tegenstelling tot het entreegeld dat je in een museum moet betalen. Als je van kunst houdt, kan je zoveel bijleren door simpelweg een galerie binnen te stappen. Wat hier hangt, zal je misschien later in een museum terugzien. Een galerie verkoopt kunst en is daarom commercieel. Maar tegelijk is het ook erg democratisch, want iedereen is hier welkom.

Hoe bepaal je of een show succesvol is: aan de hand van het aantal bezoekers of van de verkoop?

Kurt Schwitters (1887-1948) is één van de allergrootste kunstenaars van de twintigste eeuw. Toch kon hij met zijn performance Ursonate in 1947 in the London Gallery slechts op een aantal bezoekers rekenen. De kwantiteit is voor mij niet van belang, de kwaliteit van de tentoonstelling en of het werk reactie uitlokt wel. Om de maand organiseren we tentoonstellingen of artist talks en brengen we nieuwe edities en publicaties uit. De ene keer laat de verkoop zes maanden op zich wachten, de andere keer is een show zo lucratief dat het de minder succesvolle maanden compenseert. Bovendien kan je op voorhand niet inschatten wat wel of niet zal verkopen. Om de huur en de werking van de galerie te kunnen betalen en trampoline levend te houden, moeten er kunstwerken verkocht worden. Wie trampoline wil steunen, kan langskomen, van de werken genieten en ze aanschaffen indien het haalbaar en betekenisvol is.

Hoe belangrijk is het voor jou om deel uit te maken van het galeriecircuit op het Antwerpse Zuid?

Vroeger was het hier fantastisch. De Nocturne lokte destijds honderden mensen, die op één avond alle galeries afschuimden. Dat is nu helaas afgelopen. De huurprijzen zijn hier zodanig gestegen dat galeries de weg hebben geruimd voor meubel- en designzaken. Ik ben een Fransman en mensen vragen me dikwijls: waarom zit je niet in Brussel? En als ik in Brussel zat, zou men zeggen: waarom niet in Parijs? Antwerpen is fijn, omdat hier zoveel gemeenschappen naast elkaar leven. Als ik op straat loop en iemand wil aanspreken, weet ik nooit in welke taal ik moet beginnen.


Dit interview werd afgenomen naar aanleiding van Antwerp.Works, het festival rond creatief ondernemen dat plaatsvond eind september 2016. Foto's © Bart Kiggen