Tijdens onze Expertendag ‘Optimaliseer je communicatie’ deelden zeven experts hun kennis en tips. Thema’s als persaandacht, community building, merkstrategie, motion design en datagedreven, inclusieve en duurzaamheidscommunicatie kwamen aan bod. Kon je er niet bij zijn? Geen probleem: wij verzamelden de highlights van de dag.

Dunden, Antwerpen

Dunden, Antwerpen


1. Jonathan Moerkens (Duval Branding) over merkstrategie: “Het onderscheidende karakter van je merk is de basis van een goeie merkstrategie”

Jonathan Moerkens

Jonathan Moerkens

Jonathan Moerkens, merkstrateeg en managing director bij Duval Branding, ziet identiteit als een van de bouwstenen van een merk. Bij het creëren van een betekenisvolle branding is een duidelijke strategie van cruciaal belang. Volgens Jonathan zijn er twee fundamenten waarop die strategie gebaseerd is. 

  1. Focus op de inhoud, op datgene wat je wil vertellen als merk. Wat maakt jou onderscheidend? Waarin ben je uniek? Wat doe jij anders? Van daaruit bouw je je merk op. Het is belangrijk om ook naar andere merken in dezelfde branche te kijken, zodat je je kan oriënteren in de markt, want elke sector heeft zijn eigen dynamiek. Leg bijvoorbeeld eens de about-pagina’s van je concullega-merken naast elkaar. 
  2. Stel je merkpersoonlijkheid scherp. Concreet betekent dat dat je gaat bepalen, aan de hand van oefeningen met je (potentiële) klanten, wat je tone of voice zal zijn en hoe het visuele aspect zich zal vertalen. Op welke manier spreek je je klanten best aan, zowel geschreven als in de beelden die je daarbij gebruikt?

Weet dat de klant vandaag de dag geïnformeerder is dan ooit, dus het blijft belangrijk om naar hem te luisteren. Zo combineer je de inzichten vanuit de buitenwereld met de eigenheid van je merk. Er willen zijn voor iedereen betekent eigenlijk dat je er voor niemand bent. Daarom is het altijd zinvol om je doelgroep te gaan vernauwen. Het waarom van je merk moet je daarom tot op het bot gaan uitspitten. Een ‘nominator’ zegt daarbij wat je doet, in de ‘tagline’ zit het waarom verwerkt. In alle touchpoints moet je ook hetzelfde communiceren. Maar als opstartend merk van bij het begin overal aanwezig zijn, lukt meestal niet. Daarom raadt Jonathan aan om in het begin te kiezen voor de kanalen waarop je op dat moment het meeste succes hebt.


2. ​​Amélie Rombauts over kwalitatieve persrelaties opbouwen: “Maak een verschil tussen een message to all en een cherry picked approach”

Amélie Rombauts

Amélie Rombauts

Amélie Rombauts, journaliste en chef wonen bij Knack Weekend, gaf een heleboel tips mee over hoe je als design- of modeprofessional kan inzetten op (meer) persaandacht.

  1. Schrijf een persbericht met heldere info over wie, wat, waar maar ook zeker waarom jouw werk anders is dan dat van anderen. Vermeld daarbij ook de juiste prijs- en verkoopsinfo. Besteed voldoende aandacht aan beeld: kwalitatieve foto’s (zowel zuivere productfoto’s als foto’s voor een editoriale context) die niet worden gebruikt in je marketingcampagne. Voorzie een link (die niet binnen de week vervalt) naar extra beelden. Overweeg ook bewegend beeld voor online media. 
  2. Ken de media waarin je wil verschijnen. Ga naar de krantenwinkel, koop en lees de tijdschriften waarvan de lezers bij je merk passen. Welke rubrieken zijn er? Zoek de journalisten die over jou zouden kunnen schrijven. Beschouw lifestyle media niet als één homogene groep: veel journalisten hebben een bepaalde expertise, zoals mode, culi of interieur. Check de colofon voor de juiste contactgegevens. Doe ook online research om jouw beoogde kanalen en media in kaart te brengen. 
  3. Hou rekening met deadlines: voor print wordt zes weken gerekend, voor langere stukken plant je beter al enkele maanden op voorhand een zaadje. Online media hebben logischerwijs kortere deadlines. De publicatiedata en thema’s van specials van de verschillende media kan je checken via de redactiekalender die voor adverteerders online te vinden is (zie bijvoorbeeld die van Roularta en DPG Media). Speel  hierop in.
  4. Zorg dat je een verschil maakt tussen een message to all en een cherry picked approach.  Wil je inzetten op een exclusief stuk, met een persoonlijke of actuele invalshoek als insteek? Schrijf dan jouw bericht als een elevator pitch: kort, informatief en overtuigend met zeker één sterk beeld in bijlage. Contacteer daarbij nooit gelijktijdig concurrerende titels. Stuur een reminder als je na een week geen reactie krijgt, maar vermijd om dat telefonisch te doen of via Instagram. Deze kanalen beschouwen journalisten vaak als privé.

3. Ángela Marín en Isabeau Duerinck (oona) over datagedreven communicatie: “Je hoeft geen digital wizard te zijn om data te analyseren”

Ángela Marín en Isabeau Duerinck

Ángela Marín en Isabeau Duerinck

Digital strategists en growth marketeers Ángela Marín en Isabeau Duerinck van community-first agency oona gingen dieper in op hoe je data kan gebruiken om beter te communiceren met je doelgroep. Volgens hen is dat een proces, dat continu evolueert en bijsturing nodig heeft. En je hoeft helemaal geen digital wizard te zijn om te leren uit data! Data inzetten voor je communicatie gaat verder dan demografische cijfers. Het betekent actief luisteren naar je publiek. Zo zou je een online survey (met open vragen en een incentive als beloning) kunnen doen of focusgroepen kunnen organiseren, om hen beter te leren kennen en zo te weten te komen welke media ze volgen, welke topics hen aanbelangen en aan welke merken ze waarde hechten. Op die manier kan je je publiek in segmenten gaan onderverdelen, zodat je doelgericht boodschappen kan versturen. Je kan starten met het analyseren van je socialmediakanalen en de interactie daarop. Wat werkt en wat kan beter voor je volgende posts? Datagedreven communiceren vergt discipline, tijd en vooral consistentie. Grijp dus geregeld terug naar je data voor nieuwe inzichten.

Een heel concreet, makkelijk toe te passen en te vertalen voorbeeld in e-mailmarketing: wanneer 90% van je klanten bij jou een kostuum kopen ter gelegenheid van een feest, dan zou je bijvoorbeeld een jaar later een mailing kunnen uitsturen waarin je uitlegt hoe het kostuum kan gecombineerd met andere stukken. Of je zou twee weken na de aankoop een mailing kunnen met tips rond hoe je het pak schoon kan houden. Als je nadien merkt dat de traffic naar je site met 10% is gestegen, weet je dat dan een goeie zet was. In het begin kost het je wel wat tijd om zoiets structureels op te zetten, maar eens dat er is, kan je er wel vlot voordeel uithalen en bovendien is het uitsturen van een mailing gratis.


4. Joppe De Campeneere over genderinclusieve communicatie: “Het is een verhaal van ons allemaal en dat is een gedeelde verantwoordelijkheid”

Joppe De Campeneere

Joppe De Campeneere

Freelance journalist Joppe De Campeneere (die/hen) vertelde waarom gendersensitieve communicatie ons allemaal ten goede komt, welke aandachtspunten hierbij zijn en hoe je het beter niet doet. Volgens Joppe is ‘genderneutraal’ een flopwoord: alles is niet grijs, het gaat net om het uitbreiden en bewust worden van bredere sociale constructies en verwachtingen die daarmee gepaard gaan. Die verwees daarbij naar de mei-editie van Vogue, die in het teken van toegankelijkheid staat. Dit heeft er onder meer voor gezorgd dat het magazine voortaan in braille beschikbaar is en online te beluisteren is, zodat ook mensen met een visuele beperking kunnen genieten van het magazine. De tips van Joppe:

  1. Begrijp dat gender een spectrum is en dat er meer is dan alleen mannelijk en vrouwelijk. Leer los te denken van de hokjes waarin je mensen plaatst. Denk intersectioneel. Probeer mensen in hun volledigheid te bereiken. Het is een verhaal van ons allemaal en dat is een gedeelde verantwoordelijkheid.
  2. Luister naar de noden van de community zelf. Je hoeft dit niet alleen te doen, je kunt partners inschakelen die de gemeenschappen beter begrijpen om je blinde vlekken in te vullen. 
  3. Wees transparant over het zoekproces. Het is belangrijk om naar buiten te komen met de stappen die je als bedrijf al hebt gezet. Wees ook transparant over wat je nog niet weet. Wees open en laat zien dat je wilt leren van de juiste mensen. Het is daarom belangrijk om te praten met mensen die anders zijn dan jij. 
  4. Zorg dat iedereen binnen je bedrijf betrokken is. Het is een valkuil om diversiteit en inclusie aan één of enkele mensen binnen je bedrijf toe te kennen.
  5. Besef dat genderinclusieve communicatie een voortdurend leerproces is. Leer van je fouten en blijf je bewustzijn vergroten. Het vereist een mentaliteitsshift die van start gaat als je het vastpakt en er een draaiboek voor creëert. Op taaladvies.net vind je een heleboel tips over genderinclusieve communicatie. 

5. Merijn van Velsen (Studio Dumbar/DEPT®) over motion design: “Static is geen optie meer. De wereld is veranderd”

Merijn van Velsen

Merijn van Velsen

Merijn van Velsen is lead designer bij Studio Dumbar/DEPT®, de Rotterdamse ontwerpstudio die werk maakt voor onder meer de Nederlandse Spoorwegen, Adidas, Spotify en Club Brugge. De studio telt 27 medewerkers en is actief sinds 77, wat het een van de oudste, zeer gerenommeerde ontwerpstudio’s van Nederland maakt. In zijn talk had Merijn het over de mogelijkheden van technologie en motion design in een snel veranderende wereld. Studio Dumbar/DEPT® heeft de digitale evolutie volledig omarmd. Volgens hem is static geen optie meer. Ieder merk heeft een eigenheid nodig waarmee je karakter creëert, en tegenwoordig verplaatst een merk zich van platform naar platform. Heel veel ontwerpstudio’s gaan ondertussen ook aan de slag met motion. Alles is digitaal en beweegt, je kan niet achterblijven. De studio richtte daarom een lab op waar maandelijks wordt geëxperimenteerd met motion. Naast motion wordt sound design ook steeds belangrijker. Hij gaf een aantal voorbeelden uit hun portfolio: werk voor D&AD, North Sea Jazz en het Design in Motion Festival.


6. Dimitri Barbe (make sense) over duurzaamheidscommunicatie: “Veel bedrijven wachten tot ze de groenste leerling van de klas zijn, maar dat is onverstandig”

Dimitri Barbe

Dimitri Barbe

Dimitri Barbe is oprichter van make sense, een bureau dat focust op duurzaamheidscommunicatie. Volgens hem wachten veel bedrijven tot ze de groenste leerling van de klas zijn, alvorens te communiceren over hun duurzaamheidsinspanningen. Daarop wachten is onverstandig. De eerste stap is een duurzaamheidsscan in je bedrijf uitvoeren. Dimitri ziet tien thema’s (1. deugdelijk bestuur, 2. maatschappelijk engagement en betrokkenheid, 3. open communicatie en dialoog, 4. sociaal: hoe ga je om met medewerkers, onderaannemers, stakeholders, 5. risicobeheersing, 6. circulariteit, 7. energie, 8. impact op de leefomgeving, 9. procesopvolging, 10. transport en logistiek) om je bedrijf door te lichten. Welke thema’s zijn prioritair voor jouw bedrijf? In welke thema’s heb je al stappen gezet? De output kan een intern document zijn, maar je kan er ook een charter of duurzaamheidsrapport van maken dat je publiekelijk deelt. De tweede stap is daarover communiceren. De valkuilen hierbij zijn heel fragmentarisch communiceren(bijvoorbeeld over een label), in techniciteit vervallen of het teveel als een afzonderlijk thema beschouwen (door er een aparte tab op je site aan te wijden). Dimitri gaf drie pijlers mee die je in je duurzaamheidsboodschap best centraal zet:

  1. De functionaliteit van je product. De behoefte van de klant moet vervuld zijn.
  2. De maatschappelijke meerwaarde. Op welke manier draag je bij aan een betere wereld? De uitdaging is om de vertaling te maken naar de taal en context van de klant. Als het nog niet perfect is, mag je dat zeker wel communiceren.
  3. De emotionele klik. Wie is je doelgroep en hoe kan je met diens leefwereld connecteren?

7. Kevin Kotahunyi (Please Add Color) over community building: ‘‘Betrek je community bij de visie, de boodschap en zelfs het budget en de locatie van je initiatieven’’

Kevin Kotahunyi

Kevin Kotahunyi

Hoewel hij zelf alleen in zwart-wit schildert, geeft Kevin Kotahunyi met zijn platform Please Add Color sinds 2019 het kunstlandschap opnieuw kleur. Zijn platform streeft ernaar een sterke gemeenschap op te bouwen die toegang, betrokkenheid en kansen creëert voor multiculturele creatievelingen. Voor Kevin is het belangrijk om een gemeenschap te creëren met de juiste mensen, met als doel wederzijdse rolmodellen voor elkaar te zijn en elkaar te ondersteunen om hoger op de creatieve ladder te komen. Iemand met dezelfde bagage en achtergrond als jij stimuleert je om sterker te worden in wat je doet en waar je naartoe wil. Een community heeft naast veel passie en toewijding vooral ook discipline nodig. Het is niet iets dat uit zichzelf blijft voortleven. Je moet er actief mee aan de slag gaan. Er zijn veel losstaande platformen die streven naar meer vertegenwoordiging, maar de verbinding ontbreekt. 

  1. Besteed aandacht aan de mix. In het geval van Please Add Color worden zowel gevestigde artiesten als jong talent uit verschillende disciplines van het cultuur- en kunstenlandschap betrokken. 
  2. Stimuleer de samenwerking tussen verschillende disciplines. Organiseer gezamenlijke evenementen, zowel virtueel als persoonlijk, waar leden elkaar kunnen ontmoeten en inzichten kunnen delen. 
  3. Bied mogelijkheden voor netwerking en samenwerking met andere organisaties. Please Add Color zoekt bijvoorbeeld contact met eerder ‘witte’ instellingen, om elkaars behoeften te begrijpen. Op die manier leren ze hoe ze elkaar kunnen ondersteunen om gezamenlijk in hetzelfde verhaal te stappen.
  4. Betrek daarom ook je community vanaf het begin bij de visie, de boodschap en zelfs het budget en de locatie van je initiatieven. Zorg ervoor dat ze inspraak hebben, zodat zij vanaf het begin kunnen aangeven wat voor hen werkt en wat niet. Nadat je dat hebt gedaan, is het zinvol om regelmatig de dialoog aan te gaan met de leden van jouw gemeenschap. Initieer discussies, vraag om input en reageer op opmerkingen of vragen. Duik in hun zijn, als lid van de gemeenschap, zodat ook zij kunnen reflecteren over zichzelf en hun werk. Op die manier hou je het doel binnen je community scherp.

Hou onze agenda in de gaten voor onze volgende Expertendagen!