Gelieve een meer recente versie van uw browser te installeren.
12 november 2020
7 minuten leestijd
Villa Pironche, Frasnes-lez-Buissenal, Martens Van Caimere Architecten © Alexander Meeus
De Belgische architectuur staat internationaal hoog aangeschreven, maar achter die prachtige façade gaat al te vaak een abominabel werkkader schuil. Voormalig Vlaams bouwmeester Leo Van Broeck noemde de architecten in een eerder artikel in dit magazine zelfs de ‘paria’s van de vrije beroepen’. Wij spraken met drie jonge snaken – Jozef Hessel (a1 planning architecten), Kelly Hendriks (B-ILD) en Nikolaas Martens (Martens Van Caimere Architecten), die bewijzen dat het ook anders kan.
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe artikels in dit magazine? Schrijf je in op onze nieuwsbrief!
In het interview ‘Meer dan ooit moeten architecten systeemdenkers zijn’ wees toenmalig Vlaams bouwmeester Leo Van Broeck er ook op dat het “kwetsbare freelance statuut inherent is aan het beroep van architect, waardoor er bijvoorbeeld weinig vrouwen architect blijven”. Dat het perfect haalbaar is om als architectenbureau medewerkers wél in loondienst te nemen, bewijst Jozef Hessel met zijn kantoor a1 planning architecten. “Toen ik in 2015 samen met Kenneth Sleuyter een eigen bureau oprichtte, hebben we meteen beslist om latere medewerkers in loondienst te nemen. In het begin kregen we daardoor soms uitgebluste oudere sollicitanten die vooral op zoek waren naar zekerheid bovenop werkplezier en het was ook niet altijd even eenvoudig om mensen te overtuigen dat ze op de lange termijn wel meer zouden verdienen dan als zelfstandige.
Het eerste jaar lijk je als zelfstandig architect veel te verdienen, maar als na twee jaar blijkt hoeveel je moet afstaan, gaan de ogen van veel starters open.
Om aantrekkelijker te zijn als werkgever hebben we daarom besloten om een extra kantoor in Gent te openen, naast onze vestiging in Oostende”, vertelt Hessel. “Daarnaast hebben we in de loop der jaren een zeer transparante loonmatrix opgesteld, waardoor iedereen perfect weet aan welke criteria hij of zij moet voldoen om recht te hebben op een bepaalde loonschaal. We bieden onze mensen ook voldoende perspectief, waardoor ze geëngageerd blijven om voor ons te werken. Tevredenheid op de werkvloer gaat immers veel verder dan enkel en alleen verloning.”
Daarnaast biedt het systeem van loondienst nog andere voordelen voor het kantoor. “Toen ik als zelfstandig architect vertrokken was op mijn kantoor, heb ik willens nillens enkele klanten meegenomen. Aangezien ze je nummer hebben en ze goede ervaringen hebben met jou als persoon, volgen ze vaak liever de persoon dan bij een specifiek kantoor te blijven. Als je je medewerkers als zelfstandige aanneemt, leid je dus letterlijk je eigen concurrenten op”, vertelt Hessel.
“Door mensen in loondienst te nemen hou je de knowhow in huis en weten medewerkers veel beter waar je als kantoor voor wil staan. Bovendien zijn ze zeker van een vast loon, waardoor ze ’s avonds of in het weekend gewoon kunnen ontspannen. Daardoor zijn ze tijdens de werkweek frisser en efficiënter”, vertelt Kelly Hendriks van B-ILD. “Al laten wij de keuze aan de mensen zelf. Sommigen voelen zich beter in een zelfstandigenstatuut, omdat ze graag ook aan eigen projecten willen werken en zolang dat combineerbaar is, sta ik daar zeker voor open. Zelf heb ik de moeilijkheden van het zelfstandigenstatuut vooral ervaren toen ik aan kinderen begon. Tijdens de zwangerschap was er amper een financieel vangnet en de onzekerheid knaagde enorm. Later kon ik omwille van de kinderen niet meer dag en nacht werken om de lage verloning te compenseren. Al heb ik intussen beseft dat dat helemaal niet hoeft.”
"Door mensen in loondienst te nemen hou je de knowhow in huis en weten medewerkers veel beter waar je als kantoor voor wil staan."
Daarnaast haalde Leo Van Broeck een studie van KU Leuven-professor Johan Rutgeerts aan waaruit blijkt dat het ereloon van architecten zou moeten verdubbelen, als je van architectenbureaus normale KMO’s zou willen maken. “Doordat er zoveel architectenbureaus zijn en er geen geldende barema’s of regels zijn, is er in onze sector soms echt een race to the bottom gaande. Terwijl mensen perfect weten als ze een garage binnenstappen hoeveel een wagen kost, is dat bij ons niet zo. Daarom hebben we als bureau beslist om niet mee te gaan in die cultuur van het onder de prijs werken. Vaak is dat vechten tegen de bierkaai, maar het loont op lange termijn. We moeten onszelf meer de vraag durven stellen wat onze diensten eigenlijk waard zijn en daar niet op inbinden”, vertelt Nikolaas Martens van Martens Van Caimere Architecten.
"Doordat er zoveel architectenbureaus zijn en er geen geldende barema’s of regels zijn, is er in onze sector soms echt een race to the bottom gaande."
“Dat we ons gespecialiseerd hebben in integraal duurzaam bouwen, geeft ons een sterkere identiteit als bureau. Daardoor trekken we een bepaalde groep klanten aan en kunnen we ervoor zorgen dat we onszelf niet uit de markt laten prijzen. Liever dan te werken voor klanten in onze achtertuin kiezen we voor kwalitatieve projecten en samenwerkingen in het hele land. Net zoals in onze architectuur streven we in onze bedrijfsvoering naar duurzaamheid”, vertelt Martens.
Ook bij a1 planning architecten hebben ze duidelijke keuzes gemaakt. “Van bij de start hebben we beslist om ons te focussen op terugkerende klanten of professionelen die meer dan één keer bouwen. Niet dat we nooit voor particulieren bouwen, want dat blijft ontzettend fijn, maar het houdt ook telkens een risico in. Aangezien je de bouwheer niet kent, is het erg moeilijk om te kunnen inschatten hoeveel uren je aan zo’n project zal spenderen”, vertelt Hessel. “Tachtig procent van onze opdrachten zijn nu terugkerende klanten of overheden. Daarnaast hebben we sterk ingezet op digitalisering en automatisering, waardoor er meer tijd vrijgekomen is voor het ontwerpen zelf. Daardoor kunnen we als bureau nu een mooi rendement neerzetten. Als kers op de taart kiezen sollicitanten ook echt zeer bewust voor ons, waardoor ze zich voor 200% zullen inzetten voor het kantoor. Bovendien hebben we door dit beleid enkele zeer ervaren vrouwen in ons team kunnen integreren die anders zouden stoppen of zelfs al gestopt waren. Die werken nu van 9 tot 5, maar hebben wel een heel andere mentaliteit.”
"Van bij de start hebben we beslist om ons te focussen op terugkerende klanten of professionelen die meer dan één keer bouwen."
Daarnaast maken de bureaus dankbaar gebruik van bepaalde instrumenten die de overheid aanbiedt. “Zo hebben wij meteen gebruik gemaakt van het feit dat de overheid de sociale zekerheid betaalt voor onze eerste werknemer”, vertelt Hendriks. “Via SD Works doen wij aan loonoptimalisatie. Zo krijgen medewerkers een thuiswerkvergoeding en laptop, mogen ze gebruikmaken van ons deelwagensysteem en krijgt iedereen een bonus en twee dagen extra vakantie als we een omzet van 100.000 euro per voltijds equivalent draaien. Vaak kijken we voor dit soort ideeën naar andere creatieve sectoren. Het Groeicollectief van Flanders DC was in die zin een verrijkende ervaring”, vertelt Hessel.
In een opiniestuk op de website van NAV hekelde Anton Gonnissen van ABS Bouwteam de discrepantie tussen het systeem van uurtje-factuurtje en de steeds toenemende verantwoordelijkheden van een architect. Door hun zelfstandigenstatuut en de karige verloningen in de sector worden architecten gedwongen om ook eigen opdrachten aan te nemen, waardoor de stap naar een eigen kantoor een logische keuze wordt en de vicieuze cirkel in stand wordt gehouden. “Bovendien wordt het wetgevend kader steeds complexer, waardoor je het alleen gewoon niet meer zal kunnen bolwerken. Van een stadsproject tot de woning in de dorpskern, er dient een veelheid aan architecten met verschillende schalen en specialisaties te bestaan. Maar een realiteitscheck over de financiële draagkracht van ons beroep dringt zich op. We geloven in onze keuze om in te zetten op een middelgroot, complementair team: zo zien we het grotere plaatje en kunnen we evoluties snel opvolgen. Het dwingt ons om na te denken over de financiële realiteit en toekomst van het beroep. Dat er door de Orde Van Architecten niet sneller werk wordt gemaakt van een hervorming van de architectenwet van 1939, die deze maatschappelijke evoluties in kaart zou kunnen brengen, is een gemiste kans”, vertelt Martens.
Volgens de drie heeft ook de overheid boter op het hoofd en is er dringend nood aan een strikter kader. Zo houdt Hessel er wat architectuurwedstrijden betreft een strakke politiek op na. “Per jaar voorzien we een budget om te investeren in wedstrijden. Als we gratis aan een wedstrijd werken, houden we onze werkuren nauwgezet bij en gaat dat bedrag uit de pot. Als we voor een ontwerp betaald worden of als we een wedstrijd winnen, groeit het budget in de wedstrijdpot opnieuw. Op die manier houden we onze budgetten en werkuren zeer nauwgezet bij”, vertelt Hessel.
“Wij hebben als bureau beslist om slechts heel uitzonderlijk mee te doen aan overheidsopdrachten die als eenstapsprocedure zijn opgevat. Dat houdt het systeem van goedkoop en zelfs gratis werken in stand.
Als je een gezond architectenbureau wil oprichten, is het niet te verantwoorden om daar zoveel uren en kapitaal in te investeren.
Aan een tweestapsprocedure, waarbij in de eerste fase een selectie wordt gemaakt uit de geïnteresseerde bureaus, doen we wel mee. Pas in die tweede fase wordt er een ontwerp verwacht. Bovendien is de concurrentie dan veel minder groot én krijg je een – zij het kleine – verloning”, vertelt Martens.
Aangezien Kelly Hendriks vooral geïnteresseerd is in overheidsopdrachten omwille van de maatschappelijke meerwaarde en uitdaging vraagt die keuze extra aandacht voor de financiële realiteit van het bureau. “Aangezien er bij overheidsopdrachten geen minimumtarieven worden vastgelegd, stimuleert ze de architecten onderling tot een moordende concurrentie. Daardoor is het helemaal niet evident om op basis van dit soort opdrachten een stabiel bedrijf op te bouwen. Daarom controleer ik de financiële tabellen dagelijks.
Bovendien deel ik de cijfers transparant met alle medewerkers, zodat iedereen op de hoogte is van de financiële situatie en van de impact die bepaalde beslissingen hebben op ons bureau.
Zo hebben we tijdens de lockdown onze opdrachtgevers gesensibiliseerd over de sterke impact van vertragingen op de financiën van een project, waardoor we ze konden overtuigen om verder te werken.”
“Na het lezen van mijn eigen getuigenis in het artikel voor Flanders DC naar aanleiding van de coronacrisis heb ik een knop omgedraaid. Ik zat toen echt in een verdedigingsmodus en wilde redden wat er te redden viel. Maar dat artikel vormde de trigger om het over een andere boeg te gooien. We hebben ons volop op wedstrijden gesmeten en konden daardoor groeien van vijf naar negen medewerkers. Ik heb bewust ook nog geen gebruik gemaakt van de steunmaatregelen, omdat ik niet wil dat we de toekomst van onze kinderen hypothekeren. Het is nu het moment om spaargeld te investeren, om te proberen werk te creëren en onze economie te stimuleren. Als ik dan toch uit de bocht moet gaan, dan liever sierlijk.”
Cookies opgeslagen